Het tekort van dertig miljoen gulden op de TU-begroting voor 1995 dwingt niet onmiddellijk tot drastische maatregelen. Het college van bestuur schrijft dit in een trendanalyse.
Het bestuurscollege is ook niet van plan de financiële autonomie van de faculteiten (‘eigen meesterschap’) in te perken.
Gisteren behandelde de universiteitsraad de begroting voor volgend jaar. De analyse van het cvb had voor de vergadering al veel van de zorgen van de raad weggenomen. Tevens kon de vergadering een groot aantal ‘knelpunten’ voor volgend jaar overslaan, omdat de krappe budgettaire situatie het cvb gedwongen had daarover geen raadsbesluiten te vragen.
De problematiek is nu in feite doorgeschoven naar de Financiële Kaderstelling 1996-’99, die in het voorjaar behandeld moet worden. Dan wil het cvb aangeven hoe het in de nabije toekomst verder wil bezuinigen. Bijkomend voordeel is dat dan ook meer helderheid bestaat over wat minister Ritzen verder voor het hoger onderwijs in petto heeft.
Het cvb geeft nu al wel aan waar het zijn bezuinigingen wil vinden: minder overhead, minder investeringen in vastgoed, verlaging van de kosten van onderhoud, verlaging van de centrale budgetten (stimuleren van onderwijs en onderzoek, personeelsbeleid, subsidies en dergelijke). In het voorjaar zal ook meer bekend zijn over de voortgang van een paar grote reorganisaties, die bij het Bureau en het Facilitair Bedrijf.
Vrijheid
Bij de voorbereiding van de begrotingsbehandeling in de u-raad was met name bij de personeelsfracties de vraag gerezen of de faculteiten en diensten niet teveel financiële vrijheid hadden gekregen en zo de tekorten hadden veroorzaakt. Maar het bestuurscollege is van mening dat dit ‘eigen meesterschap’ nu zijn nut bewijst. Het dwingt de faculteiten tot het maken van eigen keuzen binnen hun financiële mogelijkheden, zonder steeds een beroep te doen op het centrale niveau.
Toch gaat het bestuurscollege wel druk uitoefenen op de faculteiten en diensten. Alle eenheden moeten meerjarige bedrijfsplannen maken en met alle eenheden zullen maandelijkse ‘managementsgesprekken’ gevoerd worden. Het ‘zorgenkind’ Lucht- en Ruimtevaart heeft al zo’n bedrijfsplan gemaakt, maar daarover is het college nog niet tevreden.
Het cvb becijfert dat het tekort op de TU-begroting in 1995 8,2 miljoen gulden negatiever is dan voorzien was in de Financiële Kaderstelling van deze zomer. Een groot deel van de verslechtering is toe te schrijven aan de groei van de ontwerpersopleidingen en het aanspreken van reserves voor onderzoeksprojecten.
Bij de ontwerpers is het wachten op de situatie dat evenveel ontwerpers starten als afstuderen. Nu worden faculteiten geconfronteerd met kosten waartegenover nog geen opbrengsten staan. Voor een ontwerper die op 1 januari is begonnen met zijn opleiding worden in ’94 en ’95 kosten gemaakt, terwijl het systeem zo is ingericht dat pas in 1997 daar ontvangstenvoor binnenkomen. De omvang van deze ‘voorfinanciering’ beloopt al 5,2 miljoen gulden.
Bij het onderzoeksgeld speelt mee dat faculteiten gelden hebben ontvangen voor projecten die ze nog niet direct konden opstarten. Die budgetten werden toegevoegd aan de reserves, maar die worden nu voor de bedoelde projecten aangesproken. (R.M.)
Het tekort van dertig miljoen gulden op de TU-begroting voor 1995 dwingt niet onmiddellijk tot drastische maatregelen. Het college van bestuur schrijft dit in een trendanalyse. Het bestuurscollege is ook niet van plan de financiële autonomie van de faculteiten (‘eigen meesterschap’) in te perken.
Gisteren behandelde de universiteitsraad de begroting voor volgend jaar. De analyse van het cvb had voor de vergadering al veel van de zorgen van de raad weggenomen. Tevens kon de vergadering een groot aantal ‘knelpunten’ voor volgend jaar overslaan, omdat de krappe budgettaire situatie het cvb gedwongen had daarover geen raadsbesluiten te vragen.
De problematiek is nu in feite doorgeschoven naar de Financiële Kaderstelling 1996-’99, die in het voorjaar behandeld moet worden. Dan wil het cvb aangeven hoe het in de nabije toekomst verder wil bezuinigen. Bijkomend voordeel is dat dan ook meer helderheid bestaat over wat minister Ritzen verder voor het hoger onderwijs in petto heeft.
Het cvb geeft nu al wel aan waar het zijn bezuinigingen wil vinden: minder overhead, minder investeringen in vastgoed, verlaging van de kosten van onderhoud, verlaging van de centrale budgetten (stimuleren van onderwijs en onderzoek, personeelsbeleid, subsidies en dergelijke). In het voorjaar zal ook meer bekend zijn over de voortgang van een paar grote reorganisaties, die bij het Bureau en het Facilitair Bedrijf.
Vrijheid
Bij de voorbereiding van de begrotingsbehandeling in de u-raad was met name bij de personeelsfracties de vraag gerezen of de faculteiten en diensten niet teveel financiële vrijheid hadden gekregen en zo de tekorten hadden veroorzaakt. Maar het bestuurscollege is van mening dat dit ‘eigen meesterschap’ nu zijn nut bewijst. Het dwingt de faculteiten tot het maken van eigen keuzen binnen hun financiële mogelijkheden, zonder steeds een beroep te doen op het centrale niveau.
Toch gaat het bestuurscollege wel druk uitoefenen op de faculteiten en diensten. Alle eenheden moeten meerjarige bedrijfsplannen maken en met alle eenheden zullen maandelijkse ‘managementsgesprekken’ gevoerd worden. Het ‘zorgenkind’ Lucht- en Ruimtevaart heeft al zo’n bedrijfsplan gemaakt, maar daarover is het college nog niet tevreden.
Het cvb becijfert dat het tekort op de TU-begroting in 1995 8,2 miljoen gulden negatiever is dan voorzien was in de Financiële Kaderstelling van deze zomer. Een groot deel van de verslechtering is toe te schrijven aan de groei van de ontwerpersopleidingen en het aanspreken van reserves voor onderzoeksprojecten.
Bij de ontwerpers is het wachten op de situatie dat evenveel ontwerpers starten als afstuderen. Nu worden faculteiten geconfronteerd met kosten waartegenover nog geen opbrengsten staan. Voor een ontwerper die op 1 januari is begonnen met zijn opleiding worden in ’94 en ’95 kosten gemaakt, terwijl het systeem zo is ingericht dat pas in 1997 daar ontvangstenvoor binnenkomen. De omvang van deze ‘voorfinanciering’ beloopt al 5,2 miljoen gulden.
Bij het onderzoeksgeld speelt mee dat faculteiten gelden hebben ontvangen voor projecten die ze nog niet direct konden opstarten. Die budgetten werden toegevoegd aan de reserves, maar die worden nu voor de bedoelde projecten aangesproken. (R.M.)
Comments are closed.