Education

Batavierenrace

Veel te vroeg voor de start aangekomen op het sportcentrum in Nijmegen is er tijd genoeg om een paar honderd keer naar de toilet te gaan, nog maar eens warm te lopen, op te rekken, iets te eten – maar vooral niet teveel – en om te kijken naar de anderen.

Duizenden studenten met evenzovele clubtruien, jassen, T-shirts, petten en wat nog meer bedrukbaar en opvallend is, hangen rond in afwachting van ‘s werelds grootste estafetterace.

Afgelopen weekend was het weer tijd voor het sadistische topevenement van het jaar. Een aantal fanatieke hardlopers schreef zich in het najaar in voor de Batavierenrace en heeft de club volgelubd: zeven meisjes en twintig jongens. Met beloftes over weergaloze gezelligheid, het ‘grootste studentenfeest’ na afloop en een ,,zeven kilometer loop je toch zo” is de prooi op een borrelavond makkelijk te vangen: de sterk indolerende student, die elk jaar wel een sportkaart bestelt maar nooit afhaalt.

Het is bijna twaalf uur ‘s nachts, het miezert en het kwik haalt een graad of acht. De eerste startgroep met vijftig vrouwen staat klaar. De stadionspeaker waarschuwt de dames voor het gladde gras van de baan waarop ze de eerste vierhonderd meter moeten afleggen. Met het startschot begint behalve de eerste etappe ook het gigantische vuurwerk ter gelegenheid van de vijfentwintigste verjaardag van de Batavierenrace. Het vuurwerk is imposant, van het soort dat je op televisie boven de skyline van Monaco ziet, en ook hierbij doet de Postbank er alles aan om te laten weten dat ze de hoofdsponsor is.

Rennend door de straten van Nijmegen probeer je in je gehijg een beetje ritme te krijgen en vecht je tegen de gedachte om maar even te gaan wandelen. 3,3 kilometer, dat is toch niets vergeleken met de anderen. Fietsers moedigen elk hun loper aan: ,,Het gaat hartstikke goed, nog twee kilometer. Houd vol”. Dichterbij de finish gaat dat over in een: ,,Kom op, even een eindsprintje, probeer haar nog in te halen!” Achter het poortje wacht je tot de volgende loper het lopersvestje van je schouders rukt. Door de chaos moeten enkelen wel heel lang wachten.

Zo verloopt de nacht. In het donker door de weilanden in de Achterhoek rennen met een fietser vol bemoedigende woorden achter je aan. Het rennersveld heeft zich uitgerekt tot een sliert zodat je vooral tegen jezelf loopt. Mensen die je inhalen verdenk je van druggebruik – hoe kunnen ze anders nog zo makkelijk lopen. Met auto’s en busjes worden renners van de ene naar de andere plaats gebracht.

Aangezien alle Delftse groepen, op het universiteitsteam gevormd door de Delvers na, in de zesde startgroep zitten, kunnen de resultaten goed vergeleken worden. Aan het einde van de nachtploeg, het is inmiddels over zevenen, komen de ‘Ganzen’ van Practische Studie, de studievereniging van civiel, binnen in Dinxperlo, gevolgd door het DSB-team. Dolle vreugde bij PS: ,,We zijn sneller dan de Bond!” Maar te vroeggejuicht: uiteindelijk finisht de Bond als 87e en worden de Ganzen nummer 152.

.aut I.B.

Veel te vroeg voor de start aangekomen op het sportcentrum in Nijmegen is er tijd genoeg om een paar honderd keer naar de toilet te gaan, nog maar eens warm te lopen, op te rekken, iets te eten – maar vooral niet teveel – en om te kijken naar de anderen. Duizenden studenten met evenzovele clubtruien, jassen, T-shirts, petten en wat nog meer bedrukbaar en opvallend is, hangen rond in afwachting van ‘s werelds grootste estafetterace.

Afgelopen weekend was het weer tijd voor het sadistische topevenement van het jaar. Een aantal fanatieke hardlopers schreef zich in het najaar in voor de Batavierenrace en heeft de club volgelubd: zeven meisjes en twintig jongens. Met beloftes over weergaloze gezelligheid, het ‘grootste studentenfeest’ na afloop en een ,,zeven kilometer loop je toch zo” is de prooi op een borrelavond makkelijk te vangen: de sterk indolerende student, die elk jaar wel een sportkaart bestelt maar nooit afhaalt.

Het is bijna twaalf uur ‘s nachts, het miezert en het kwik haalt een graad of acht. De eerste startgroep met vijftig vrouwen staat klaar. De stadionspeaker waarschuwt de dames voor het gladde gras van de baan waarop ze de eerste vierhonderd meter moeten afleggen. Met het startschot begint behalve de eerste etappe ook het gigantische vuurwerk ter gelegenheid van de vijfentwintigste verjaardag van de Batavierenrace. Het vuurwerk is imposant, van het soort dat je op televisie boven de skyline van Monaco ziet, en ook hierbij doet de Postbank er alles aan om te laten weten dat ze de hoofdsponsor is.

Rennend door de straten van Nijmegen probeer je in je gehijg een beetje ritme te krijgen en vecht je tegen de gedachte om maar even te gaan wandelen. 3,3 kilometer, dat is toch niets vergeleken met de anderen. Fietsers moedigen elk hun loper aan: ,,Het gaat hartstikke goed, nog twee kilometer. Houd vol”. Dichterbij de finish gaat dat over in een: ,,Kom op, even een eindsprintje, probeer haar nog in te halen!” Achter het poortje wacht je tot de volgende loper het lopersvestje van je schouders rukt. Door de chaos moeten enkelen wel heel lang wachten.

Zo verloopt de nacht. In het donker door de weilanden in de Achterhoek rennen met een fietser vol bemoedigende woorden achter je aan. Het rennersveld heeft zich uitgerekt tot een sliert zodat je vooral tegen jezelf loopt. Mensen die je inhalen verdenk je van druggebruik – hoe kunnen ze anders nog zo makkelijk lopen. Met auto’s en busjes worden renners van de ene naar de andere plaats gebracht.

Aangezien alle Delftse groepen, op het universiteitsteam gevormd door de Delvers na, in de zesde startgroep zitten, kunnen de resultaten goed vergeleken worden. Aan het einde van de nachtploeg, het is inmiddels over zevenen, komen de ‘Ganzen’ van Practische Studie, de studievereniging van civiel, binnen in Dinxperlo, gevolgd door het DSB-team. Dolle vreugde bij PS: ,,We zijn sneller dan de Bond!” Maar te vroeggejuicht: uiteindelijk finisht de Bond als 87e en worden de Ganzen nummer 152.

.aut I.B.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.