De schaatser Bart Veldkamp deed woensdag in de windtunnel van de TU proeven om de weerstand van diverse schaatspakken en van zijn lichaamshouding te meten.
Er bleek een weerstandsreductie van maximaal tien procent mogelijk.
In de testopstelling van het laboratorium voor lage snelheden van Lucht- en Ruimtevaart kwam Veldkamp voor een blaaspijp te staan met een diameter van drie meter. Daarmee kunnen windsnelheden tot 55 kilometer per uur gehaald worden. Het onderzoek richtte zich op de aerodynamica van een aantal schaatspakken, waaronder die van Falco Zandstra en Rintje Ritsma. Ook werd er geprobeerd met ruwere oppervlakken de ‘zogbreedte’ van de schaatser te verkleinen.
Volgens ir. L.L.M. Veldhuis, docent bij de vakgroep aerodynamica, bleek dat er slechts kleine winst te boeken was met deze aanpassingen van luchtstromingen op het oppervlak van de schaatspakken.
Meer resultaat kan behaald worden met het veranderen van de houding van schaatsers. Door het kantelen van het hoofd en de armen bleken er ‘daadwerkelijke verbeteringen’ mogelijk. Volgens Veldhuis zelfs tot maximaal tien procent weerstandsreductie. Hij benadrukt daarbij wel dat de resultaten erg afhankelijk zijn van bouw en houding van de individuele schaatser. Het is de eerste keer dat de stroomlijn van schaatsers getest wordt in Delft.
De schaatser Bart Veldkamp deed woensdag in de windtunnel van de TU proeven om de weerstand van diverse schaatspakken en van zijn lichaamshouding te meten. Er bleek een weerstandsreductie van maximaal tien procent mogelijk.
In de testopstelling van het laboratorium voor lage snelheden van Lucht- en Ruimtevaart kwam Veldkamp voor een blaaspijp te staan met een diameter van drie meter. Daarmee kunnen windsnelheden tot 55 kilometer per uur gehaald worden. Het onderzoek richtte zich op de aerodynamica van een aantal schaatspakken, waaronder die van Falco Zandstra en Rintje Ritsma. Ook werd er geprobeerd met ruwere oppervlakken de ‘zogbreedte’ van de schaatser te verkleinen.
Volgens ir. L.L.M. Veldhuis, docent bij de vakgroep aerodynamica, bleek dat er slechts kleine winst te boeken was met deze aanpassingen van luchtstromingen op het oppervlak van de schaatspakken.
Meer resultaat kan behaald worden met het veranderen van de houding van schaatsers. Door het kantelen van het hoofd en de armen bleken er ‘daadwerkelijke verbeteringen’ mogelijk. Volgens Veldhuis zelfs tot maximaal tien procent weerstandsreductie. Hij benadrukt daarbij wel dat de resultaten erg afhankelijk zijn van bouw en houding van de individuele schaatser. Het is de eerste keer dat de stroomlijn van schaatsers getest wordt in Delft.
Comments are closed.