Voor een periode van drie tot zes maanden zal Anka Mulder de directie voeren over de afdeling Marketing & Communicatie (M&C). Ze doet dat naast haar functie als directeur van de afdeling Onderwijs & Studentenzaken.
Dit is een van de maatregelen die het college van bestuur heeft genomen om de dienstverlening van M&C te verbeteren. Reden om Mulder tijdelijk aan M&C uit te lenen, is dat de benoeming van een nieuwe directeur meer tijd neemt dan was voorzien.
In september maakte het college van bestuur bekend dat de voormalige directeur van M&C, Helmi Geeve, niet meer zou terugkeren van haar zwangerschapsverlof. Raymond Sparreboom, die op dat moment als waarnemend directeur optrad, zou dat nog blijven doen tot de komst van een nieuwe directeur. De werving van een nieuwe directeur blijkt nu zo veel tijd te vergen, dat besloten is tot de tijdelijke aanstelling van Mulder. Dat gebeurt onder andere omdat de dubbele taakbelasting Sparreboom te zwaar werd: zijn eigenlijke functie is hoofd corporate communicatie.
De tijdelijke benoeming van Mulder werd enkele dagen voor Kerstmis aan de medewerkers van M&C meegedeeld. Tegelijk presenteerde het management van de afdeling een actieplan waarin de resultaten staan van een evaluatieonderzoek door twee externe adviseurs, Joris van Bergen en Kristel Baele. Rode draad daarin is de relatie van M&C met de ‘klanten’: de faculteiten en de andere centrale diensten. Het plan is opgesteld na gesprekken met de medewerkers en het management van M&C.
“Die relatie was te vaag”, aldus collegelid Paul Rullmann. “De dienst had de neiging om op alle verzoeken om ondersteuning in te gaan. Er is meer vraagbeheersing nodig. Dienstverleningsvragen aan M&C moeten vanaf nu worden geformuleerd door decanen of het college van bestuur. Dat is nodig voor de capaciteitsturing, waaraan het volgens de adviseurs ontbreekt.”
Een belangrijke schakel in de dienstverlening zijn de M&C-managers die in de faculteiten opereren. Zij coördineerden de communicatieteams in de faculteiten, maar hadden geen leidinggevende bevoegdheden. Die krijgen ze nu wel, waardoor hun positie duidelijker wordt. Doordat de meeste M&C-managers een taak in de faculteiten combineren met een taak in de centrale dienst, denkt men bovendien de samenhang tussen de faculteiten en het universitaire communicatiebeleid te bevorderen.
Opmerkelijk is de verwijzing naar geruchten over financiële malversaties; daarvan is bij het onderzoek naar de problemen in de dienst niets gebleken, vermeldt het actieplan. Signalen over ‘financiële tekortkomingen’ waren – naast interne problemen in de organisatie en een gemis aan ‘aansluiting bij de behoeften van decanen’ – aanleiding voor het college van bestuur om de externe adviseurs aan te trekken. Volgens Rullmann staat nu vast dat het financieel management van de dienst weliswaar rammelde, maar dat er geen sprake is geweest van misbruik. (FG)
Dit is een van de maatregelen die het college van bestuur heeft genomen om de dienstverlening van M&C te verbeteren. Reden om Mulder tijdelijk aan M&C uit te lenen, is dat de benoeming van een nieuwe directeur meer tijd neemt dan was voorzien.
In september maakte het college van bestuur bekend dat de voormalige directeur van M&C, Helmi Geeve, niet meer zou terugkeren van haar zwangerschapsverlof. Raymond Sparreboom, die op dat moment als waarnemend directeur optrad, zou dat nog blijven doen tot de komst van een nieuwe directeur. De werving van een nieuwe directeur blijkt nu zo veel tijd te vergen, dat besloten is tot de tijdelijke aanstelling van Mulder. Dat gebeurt onder andere omdat de dubbele taakbelasting Sparreboom te zwaar werd: zijn eigenlijke functie is hoofd corporate communicatie.
De tijdelijke benoeming van Mulder werd enkele dagen voor Kerstmis aan de medewerkers van M&C meegedeeld. Tegelijk presenteerde het management van de afdeling een actieplan waarin de resultaten staan van een evaluatieonderzoek door twee externe adviseurs, Joris van Bergen en Kristel Baele. Rode draad daarin is de relatie van M&C met de ‘klanten’: de faculteiten en de andere centrale diensten. Het plan is opgesteld na gesprekken met de medewerkers en het management van M&C.
“Die relatie was te vaag”, aldus collegelid Paul Rullmann. “De dienst had de neiging om op alle verzoeken om ondersteuning in te gaan. Er is meer vraagbeheersing nodig. Dienstverleningsvragen aan M&C moeten vanaf nu worden geformuleerd door decanen of het college van bestuur. Dat is nodig voor de capaciteitsturing, waaraan het volgens de adviseurs ontbreekt.”
Een belangrijke schakel in de dienstverlening zijn de M&C-managers die in de faculteiten opereren. Zij coördineerden de communicatieteams in de faculteiten, maar hadden geen leidinggevende bevoegdheden. Die krijgen ze nu wel, waardoor hun positie duidelijker wordt. Doordat de meeste M&C-managers een taak in de faculteiten combineren met een taak in de centrale dienst, denkt men bovendien de samenhang tussen de faculteiten en het universitaire communicatiebeleid te bevorderen.
Opmerkelijk is de verwijzing naar geruchten over financiële malversaties; daarvan is bij het onderzoek naar de problemen in de dienst niets gebleken, vermeldt het actieplan. Signalen over ‘financiële tekortkomingen’ waren – naast interne problemen in de organisatie en een gemis aan ‘aansluiting bij de behoeften van decanen’ – aanleiding voor het college van bestuur om de externe adviseurs aan te trekken. Volgens Rullmann staat nu vast dat het financieel management van de dienst weliswaar rammelde, maar dat er geen sprake is geweest van misbruik. (FG)
Comments are closed.