Education

Alternatief voor bindend studieadvies tweede jaar

Een verplichte studieplanning voor het tweede jaar, beperkingen in rasmaanden en meer studiebegeleiding. De studentenraad pleit ervoor als alternatief voor een bindend studieadvies in het tweede jaar.


De studentenraad (sr) is tegen een proef met een bindend studieadvies (bsa) in het tweede jaar, die zou gelden voor de met Leiden aangeboden opleidingen molecular science and technology en life science and technology.


Meer heil ziet de sr in studieplanning, zo bleek eind vorige week tijdens een overleg met het college van bestuur. Iedere student van beide genoemde opleidingen zou vóór aanvang van het tweede jaar een studieplanning moeten inleveren. Die planning moet er voor zorgen dat studenten aan het eind van het tweede jaar hun propedeuse plus dertig studiepunten (p+30) behaald hebben.


Studenten zouden daarvoor samen met een studieadviseur moeten bekijken welke vakken zij uit het tweede jaar gaan volgen en hoe zij hun propedeuse gaan halen. Zij vullen het minimaal aantal te behalen punten aan met extra vakken en moeten daarom een planning maken voor 45 tot 60 studiepunten.


Wie de norm p+30 niet haalt, krijgt volgens het plan van de sr een aantekening op zijn diploma bij de vakken die niet zijn gehaald. Wie boven de norm zit, krijgt geen aantekening als een vak uit de planning niet is gehaald. De sr wil niet dat studenten met ambitie worden gestraft.


De TU zou moeten kijken of de student na semester 3 op schema loopt. Zo niet, dan volgt een gesprek met de studieadviseur of coördinator. 


Grootste winst is volgens de sr dat studenten hierdoor bewust gaan nadenken over hun vakken. Er zijn al concrete plannen voor een studieplanningstool. De aantekening op het diploma is een extra stimulans om te voldoen aan de norm. Wel blijft een goede studiebegeleiding van groot belang, aldus de sr.


Studenten moeten volgens de sr niet alleen druk voelen, maar ook kansen zien. Daarom stelt de raad voor om bij inschrijving voor een minor voorrang te geven aan studenten die 75 studiepunten hebben behaald. Ook zouden studenten die na hun tweede jaar hun p+30 hebben gehaald, mogen deelnemen aan een studiereis die tijdens de onderwijsperiode plaatsvindt.


Verder stelt de sr voor dat studenten gedurende het derde semester geen aanspraak kunnen maken op rasmaanden (bestuursbeurzen). Wel zouden ze in het vierde semester een commissie kunnen doen, mits zij aan het eind van het jaar voldoen aan de norm p+30. Daarna zijn rasmaanden alleen te ontvangen als p+30 studiepunten behaald zijn.


Om studenten meer te begeleiden, stelt de sr voor ze in te delen in kleine mentorgroepen. Studenten komen daarbij vooral in het eerste semester eens in de twee weken samen om hun studieverloop te bespreken met een ouderejaars student. Ook zou er extra begeleiding moeten komen voor studenten die in het voorgaande jaar 45 tot 50 studiepunten hebben gehaald. De sr noemt die studenten een risicogroep.


Tot slot zouden faculteiten meer colleges uit het tweede jaar moeten opnemen met collegerama. Studenten kunnen die dan voor hun tentamens nogmaals bekijken.


Deze maatregelen moeten er volgens de sr voor zorgen dat studenten minimaal driekwart zijn gevorderd in het tweede jaar, waardoor de TU voldoet aan de prestatieafspraken met het ministerie. Studenten die in hun eerste jaar ruimschoots hebben voldaan aan de norm voor het bindend studieadvies, zouden zo ook gemotiveerd blijven om in het tweede jaar tempo te maken.


Collegelid Anka Mulder was positief. “We gaan dit voorstel serieus bestuderen. Het gaat om het doel, niet om het middel.” Gekeken wordt of het in het administratieve systeem past en of opleidingen er de capaciteit voor hebben. Verder moet ‘Leiden’ zich ook in het voorstel kunnen vinden.

 

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.