Opinion

Al weer alarm

Vorige week donderdag viel in Nederland vijf tot tien centimeter sneeuw. Chaos op de auto- en spoorwegen bleef uit. Coen Vermeeren verdiepte zich in de vraag of dit nu ondanks of dankzij het weeralarm van het KNMI het geval was.

Het weeralarm heeft gewerkt, concludeerde het NOS-Journaal. Meteo Consult, een concurrent van het KNMI, liet achteraf weten dat het weeralarm onnodig was. Heeft Meteo Consult gelijk? Is het uitblijven van de chaos op 8 februari een gevolg van het afgegeven weeralarm en de maatregelen die burgers en overheden namen? Of viel het wel mee met het weer?

Laten we eens kijken naar de eerdere weeralarmen van 2007. Wederom ondanks of dankzij het stormalarm ontstonden in Nederland op donderdag 11 januari geen grote problemen. Een week later was er opnieuw alarm, maar dit keer veroorzaakte de storm wel een grote chaos. Treinen vielen uit, wegen waren geblokkeerd en bruggen over de grote rivieren werden afgesloten. Het verkeer tussen Noord- en Zuid-Nederland was lange tijd onmogelijk.

Duizenden waren gedwongen de nacht door te brengen op veldbedden op Schiphol en in de Utrechtse Jaarbeurshal. Waren we niet onder de indruk van het weeralarm van een week eerder en zijn we massaal op weg gegaan, of zou de chaos nog groter zijn geweest zonder het weeralarm? We zullen het nooit weten, simpelweg omdat die gebeurtenis niet herhaald kan worden onder dezelfde condities.

Een weeralarm is een vrij recent fenomeen. Bij het afkondigen ervan schijnt het te gaan om economische schade en verantwoordelijkheid. De veiligheid van burgers lijkt het belangrijkste, maar is in feite een afgeleide van deze twee. Ons mobiliteitssysteem blijkt almaar gevoeliger voor verstoringen. Bladeren op het spoor, een beetje mist of regen, of een ongeval: er is maar weinig nodig om ellenlange files of uren vertraging te veroorzaken. Ongemak en verlies aan productieve arbeidsuren zijn de kosten.

Weersvoorspellers hebben maatschappelijk gezien dan ook een belangrijke verantwoordelijkheid en worden daarvoor goed betaald. Het niet waarschuwen voor extreme weersomstandigheden heeft hen in het verleden grote kritiek opgeleverd. Soms werd het toekomstige weer niet goed ingeschat – niets is immers veranderlijker dan het weer – soms werd gewaarschuwd maar zonder veel nadruk. In deze tijd van over-informatie moet een boodschap bijzonder helder worden overgebracht om verstaan te worden. Een weeralarm past dus in die trend.

Wie neemt hier zijn verantwoordelijkheid? Het recent door het KNMI afgegeven sneeuwalarm werd direct gevolgd door waarschuwingen van Rijkswaterstaat en maatregelen van de NS om minder treinen in te zetten. Een niet mis te verstaan signaal. Onduidelijk is wat bij zo’n signaal van instellingen als een TU, overheden en burgers wordt verwacht.

Dan blijkt het allemaal mee te vallen. Ondermeer NRC Handelsblad liet zich een dag later in zijn commentaar bijzonder laatdunkend uit over het weeralarm. Het zou onnodig paniekzaaien zijn geweest. Achteraf heeft men daar een punt. Al is het wel makkelijk scoren door te zeggen dat men op zwart had moeten inzetten bij de roulette, als iedereen al ziet dat het balletje op zwart ligt. De krant constateerde vervolgens twee sterke tendensen: risicomijdend gedrag en een collectieve opwinding. Meteen vraag ik mijzelf af wie daar schuldig aan zijn. Toch niet in de laatste plaats de media zelf, die garen spinnen bij het uitvlooien van iedere calamiteit.

Diverse partijen vinden kennelijk dat we op dit weeralarm niet hadden moeten reageren en dat het feitelijk niet had moeten worden afgegeven. De onderliggende vraag is natuurlijk hoeveel centimeter sneeuw het land wel zal ontwrichten en of we dat vervolgens betrouwbaar kunnen voorspellen. En verder welk publiek gedrag gewenst is.

Iedereen blijft uiteraard zelf verantwoordelijk voor zijn handelen, maar gezien het maatschappelijke belang denk ik dat het fenomeen weeralarm verder onderzocht en bediscussieerd moet worden. Wanneer is het afgeven van een weeralarm effectief? Welke criteria liggen daaraan ten grondslag? Welke rekensom moet daarvoor worden gemaakt en welke kosten moeten daarin worden meegenomen? Welke respons wordt straks verwacht van burgers, instellingen en bedrijfsleven? Kan ik nog aanspraak maken op mijn verzekering als ik een weeralarm heb genegeerd? Het lijkt mij van groot belang dat de uitkomsten van dat onderzoek in een landelijk protocol worden vastgelegd.

Blijft de vraag over of het KNMI moet worden gefeliciteerd met het uitblijven van chaos op 8 februari of moet worden bekritiseerd vanwege stemmingmakerij. Ik beschouw die dag als één meetpunt in een experiment om te komen tot een goed werkend nationaal weeralarmeringssysteem.

Dr.ir. Coen Vermeeren,

werkzaam bij L&R en Studium Generale

Het weeralarm heeft gewerkt, concludeerde het NOS-Journaal. Meteo Consult, een concurrent van het KNMI, liet achteraf weten dat het weeralarm onnodig was. Heeft Meteo Consult gelijk? Is het uitblijven van de chaos op 8 februari een gevolg van het afgegeven weeralarm en de maatregelen die burgers en overheden namen? Of viel het wel mee met het weer?

Laten we eens kijken naar de eerdere weeralarmen van 2007. Wederom ondanks of dankzij het stormalarm ontstonden in Nederland op donderdag 11 januari geen grote problemen. Een week later was er opnieuw alarm, maar dit keer veroorzaakte de storm wel een grote chaos. Treinen vielen uit, wegen waren geblokkeerd en bruggen over de grote rivieren werden afgesloten. Het verkeer tussen Noord- en Zuid-Nederland was lange tijd onmogelijk.

Duizenden waren gedwongen de nacht door te brengen op veldbedden op Schiphol en in de Utrechtse Jaarbeurshal. Waren we niet onder de indruk van het weeralarm van een week eerder en zijn we massaal op weg gegaan, of zou de chaos nog groter zijn geweest zonder het weeralarm? We zullen het nooit weten, simpelweg omdat die gebeurtenis niet herhaald kan worden onder dezelfde condities.

Een weeralarm is een vrij recent fenomeen. Bij het afkondigen ervan schijnt het te gaan om economische schade en verantwoordelijkheid. De veiligheid van burgers lijkt het belangrijkste, maar is in feite een afgeleide van deze twee. Ons mobiliteitssysteem blijkt almaar gevoeliger voor verstoringen. Bladeren op het spoor, een beetje mist of regen, of een ongeval: er is maar weinig nodig om ellenlange files of uren vertraging te veroorzaken. Ongemak en verlies aan productieve arbeidsuren zijn de kosten.

Weersvoorspellers hebben maatschappelijk gezien dan ook een belangrijke verantwoordelijkheid en worden daarvoor goed betaald. Het niet waarschuwen voor extreme weersomstandigheden heeft hen in het verleden grote kritiek opgeleverd. Soms werd het toekomstige weer niet goed ingeschat – niets is immers veranderlijker dan het weer – soms werd gewaarschuwd maar zonder veel nadruk. In deze tijd van over-informatie moet een boodschap bijzonder helder worden overgebracht om verstaan te worden. Een weeralarm past dus in die trend.

Wie neemt hier zijn verantwoordelijkheid? Het recent door het KNMI afgegeven sneeuwalarm werd direct gevolgd door waarschuwingen van Rijkswaterstaat en maatregelen van de NS om minder treinen in te zetten. Een niet mis te verstaan signaal. Onduidelijk is wat bij zo’n signaal van instellingen als een TU, overheden en burgers wordt verwacht.

Dan blijkt het allemaal mee te vallen. Ondermeer NRC Handelsblad liet zich een dag later in zijn commentaar bijzonder laatdunkend uit over het weeralarm. Het zou onnodig paniekzaaien zijn geweest. Achteraf heeft men daar een punt. Al is het wel makkelijk scoren door te zeggen dat men op zwart had moeten inzetten bij de roulette, als iedereen al ziet dat het balletje op zwart ligt. De krant constateerde vervolgens twee sterke tendensen: risicomijdend gedrag en een collectieve opwinding. Meteen vraag ik mijzelf af wie daar schuldig aan zijn. Toch niet in de laatste plaats de media zelf, die garen spinnen bij het uitvlooien van iedere calamiteit.

Diverse partijen vinden kennelijk dat we op dit weeralarm niet hadden moeten reageren en dat het feitelijk niet had moeten worden afgegeven. De onderliggende vraag is natuurlijk hoeveel centimeter sneeuw het land wel zal ontwrichten en of we dat vervolgens betrouwbaar kunnen voorspellen. En verder welk publiek gedrag gewenst is.

Iedereen blijft uiteraard zelf verantwoordelijk voor zijn handelen, maar gezien het maatschappelijke belang denk ik dat het fenomeen weeralarm verder onderzocht en bediscussieerd moet worden. Wanneer is het afgeven van een weeralarm effectief? Welke criteria liggen daaraan ten grondslag? Welke rekensom moet daarvoor worden gemaakt en welke kosten moeten daarin worden meegenomen? Welke respons wordt straks verwacht van burgers, instellingen en bedrijfsleven? Kan ik nog aanspraak maken op mijn verzekering als ik een weeralarm heb genegeerd? Het lijkt mij van groot belang dat de uitkomsten van dat onderzoek in een landelijk protocol worden vastgelegd.

Blijft de vraag over of het KNMI moet worden gefeliciteerd met het uitblijven van chaos op 8 februari of moet worden bekritiseerd vanwege stemmingmakerij. Ik beschouw die dag als één meetpunt in een experiment om te komen tot een goed werkend nationaal weeralarmeringssysteem.

Dr.ir. Coen Vermeeren,

werkzaam bij L&R en Studium Generale

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.