Patiënten met overgewicht of met chronische aandoeningen als diabetes kunnen een gezondere levensstijl ontwikkelen met interactieve computerprogramma’s. Zo kunnen deze ‘personal computer assistants’ met een geanimeerde kat via gezichtsuitdrukkingen reageren op de leefstijl van de patiënt.
Dat stelt Olivier Blanson Henkemans, die vrijdag 19 juni op dit onderwerp promoveert. Leefstijl- en gezondheidshulp vanuit huis met behulp van ‘personal computer assistants’ sluit aan bij de trend in de gezondheidszorg dat de patiënt een actievere rol moet krijgen bij het verkrijgen en behouden van een goede gezondheid.
Een van de mogelijkheden is medische zorg met de ondersteuning van internet (eHealth). Met eHealth-diensten kunnen patiënten thuis hun gezondheid documenteren, bewaken en verbeteren. Bij mensen met overgewicht die wilden afvallen, bleek uit een experiment met een online levensstijldagboek dat de aanwezigheid van een computerassistent er voor zorgt dat patiënten beter hun dagboek bijhielden en meer gewicht kwijtraakten.
De assistent werd weergegeven door een geanimeerde kat (iCat) die aan de hand van de gezondheidsgegevens op het computerscherm verschillende gezichtsuitdrukkingen toont (vrolijk, neutraal, verdrietig) afhankelijk van de mate waarin mensen hun persoonlijke levensstijldoelen haalden.
Patiënten met diabetes type II kunnen met een dergelijk systeem thuis (of elders) hun bloedsuikerspiegel meten. De gegevens kunnen ze vervolgens invoeren in een computerprogramma. Ook kunnen ze hun dieet en de hoeveelheid lichaamsbeweging op die manier documenteren.
De personal computer assistant kan de informatie opslaan en analyseren en vervolgens advies geven over mogelijke acties. De patiënt wordt volgens Blanson Henkemans zo als het ware gecoacht door het programma. Op de achtergrond houdt een ‘echte’ zorgverlener overigens het totaalbeeld in de gaten zodat zo nodig op tijd kan worden ingegrepen.
Het is lastig bouwen in de lage landen. Wegen, spoordijken en gebouwen hebben hier sinds mensenheugenis van verzakkingen te lijden. Zou het niet mooi zijn als je veengronden zou kunnen verharden, slappe grond versterken en duinen verstevigen? Deltares denkt met Smartsoils de sleutel te hebben tot ‘grondeigenschappen op bestelling’. Het idee dat je bacteriën kunt gebruiken om de grond te versterken, stamt al uit 1966, vertelt dr. Henk Jonkers van het micromechanisch laboratorium van Civiele Techniek en Geowetenschappen. Toen ontdekten microbiologen een bacteriestam die ureum (een bestanddeel van urine) om kon zetten in ammonium (NH4+) en carbonaat (CO32-). Een kwart eeuw later verscheen het Australische bedrijf Calcite Technology op de markt met een miraculeuze manier om spoordijken te verstevigen door injecties met geheime oplossingen. Ingewijden wisten al snel dat het om het proces met grondbacteriën moest gaan. Jonkers: “Je injecteert eerst de bacteriën, daarna volgt het ureum gelijktijdig met het calciumchloride.” Die laatste zijn vloeibare zoutoplossingen, maar de calciumionen binden onmiddellijk met de door de bacteriën vanuit ureum geproduceerde carbonaationen in de bodem tot het onoplosbare calciumcarbonaat of calciet, dat zandkorrels aan elkaar kit tot poreus kalkzandsteen.
“Hoe vaker je spoelt, hoe sterker het materiaal wordt”, vertelt ir. Marien Harkes van Deltares. “We kunnen nu aan de knoppen draaien om te krijgen wat we willen. Twee keer spoelen voor kalkzandsteen, tien keer voor betonsterkte.”
Hoe de knoppen precies werken en hoe duurzaam het resultaat is, is het onderwerp van huidig onderzoek bij Deltares. De komende maand gaan er bij het Zeeuwse Yerseke tien blokken van een vierkante meter groot en ruim twintig centimeter hoog te water. Ze dienen als verankering van oesterclusters en blijven er bij wijze van proef twee jaar liggen. De hoop is dat er nieuwe oesters op groeien die de golfslag dempen en zand invangen. “Dit is geen oplossing voor de zware golfslag van de Noordzee, maar het kan wel helpen om zandplaten in stand te houden”, aldus Harkes.
Het zogenaamde Biogroutproces is weliswaar veelbelovend, maar nog niet helemaal duurzaam. Bij het spoelen van de grond ontstaat ammoniumchloride (NH4Cl), dat opgevangen moet worden en afgevoerd. Misschien kan het als meststof voor algen worden ingezet. Een andere manier, waarvoor het team onlangs de B-Basic innovatieprijs ontving, gaat uit van reststoffen uit de voedingsindustrie en calciumvetzuur. Bij dat proces komt alleen ongevaarlijk stikstofgas vrij.
Hoofdartikel: Paradigmashift in polderland
Comments are closed.