Education

Actie tegen hoge kamerhuur

Studenten betalen jaarlijks minstens honderd miljoen euro te veel huur. Dat stelt de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). De bond houdt een check-je-kamertoer langs hogescholen en universiteiten om studenten wakker te schudden. Dinsdag is Delft aan de beurt.

Doel van de toer langs de hoger onderwijsinstellingen is de bekendheid vergroten van www.checkjekamer.nl. Via die site kunnen studenten uitrekenen hoeveel hun kamer maximaal mag kosten. Ook kunnen studenten hier nagaan of hun woning brandveilig is, of ze recht hebben op huurtoeslag en hoe servicekosten berekend horen te worden.
De LSVb werkt bij de actie in Delft samen met de VSSD. Volgens een woordvoerder van de Delftse studentenvakbond zullen de LSVb en VSSD ‘kleurrijk’ aanwezig zijn op het Mekelpark. Er worden onder meer flyers uitgedeeld en op laptops kunnen studenten ter plekke controleren of ze al dan niet te veel huur betalen.

De LSVb-Kamertoer is een vervolg op een kamerhuuractie van vorig jaar. Toen gaven twintigduizend studenten online antwoord op vragen als ‘hoe groot is je kamer?, ‘hoeveel huisgenoten delen de keuken?’ en ‘hoe groot zijn de ramen?’. Dankzij het ‘puntensysteem’ werd vervolgens duidelijk wat de maximale huurprijs is die de verhuurder in rekening mag brengen. Tweederde bleek te veel te betalen; gemiddeld 65 euro per maand.
De LSVb maakte uit de resultaten van vorig jaar een snelle rekensom: 65 euro keer twaalf maanden, vermenigvuldigd met tweederde van het aantal uitwonende studenten is 139 miljoen. De LSVb rondde dat veiligheidshalve naar beneden af.

De bond telde alleen studenten die studiefinanciering ontvangen. Als studenten zonder basisbeurs even vaak uitwonend zijn als studenten met studiefinanciering, dan is het totaalbedrag bijna 187 miljoen euro per jaar.
Gedupeerde studenten kunnen hun huisbaas vragen de huur te verlagen. Als hij niet wil luisteren, kunnen ze naar de huurcommissie stappen. Veel studenten weten niet dat die commissies bestaan.

Afgelopen vrijdag is het koopcontract getekend en dat was voor directeur Delft Enterprise Paul Althuis en projectmanager nieuwbouw Cees van Laren een opluchting. Aan het verwerven van het pand zaten veel haken en ogen en de huidige behuizing van YES!Delft barst uit zijn voegen. “Als we nu pas met nieuwbouw zouden kunnen starten, hadden we een groot probleem.”
“Je had een bouwer, een afnemer, een ontwikkelaar en een huurder, Bandridge, die ineens niet kwam”, schetst Althuis. “En daardoor een deels voltooid gebouw.” Een gecompliceerde situatie, waarbij allerlei contracten ontrafeld moesten worden. “Op dat moment gingen wij meepraten. Duidelijk moest worden of er andere belangstellenden waren, of het gebouw voor YES!Delft geschikt zou kunnen worden”, vertelt Van Laren. “Ons programma van eisen moest ook duidelijk zijn voor de verdere afbouw om te voorkomen dat zaken ongedaan gemaakt moesten worden.”

Dat alles lukte. Voor ongeveer 18,5 miljoen euro – inclusief de resterende afbouwkosten – is het pand nu van de TU Delft. Althuis: “Het pand moet op 1 juni 2010 klaar zijn. Dan kunnen de eerste bedrijven verhuizen. Op 1 juli zullen ze er allemaal zitten.”
Over de voordelen van de verhuizing zijn beiden duidelijk: “Ruimte om iedereen die nu bij YES!Delft zit te huisvesten en ruimte voor nieuwkomers. En nieuwe faciliteiten zoals een fablab, een geavanceerde werkplaats met ondermeer een 3D-copier en een cleanroom. Er komen ook betere klusruimten om prototypen en kleine eerste producties te maken en een amfitheaterachtige presentatiezaal.”

De starters en doorgroeiers worden gescheiden. “De starters komen in de bedrijfshal, de groeiers in de kantoorvleugel. Dat is een wens van de doorgroeiers. Die zitten in een andere fase. Zij hebben te maken met klanten, offertes, andere bedrijven. Daar zie je de T-shirts plaatsmaken voor overhemden.”
De verhuizing komt als geroepen. “De Rotterdamseweg 145 zit vol. Er is extra ruimte gehuurd op Rotterdamseweg 380. Ook die zit vol”, zegt Van Laren. “En er zitten nu ook starters in een gebouw aan de Leeghwaterstraat. Althuis: “De periode tot juni 2010 is te overzien. Dat lukt wel met een beetje inschikken op de kamers.”

Voor hoe lang YES!Delft met het Bandridge-gebouw uit de brand is, is volgens Althuis ‘koffiedik kijken’. “In het eerste jaar plannen we een leegstand van dertig procent. Na het derde jaar willen we op een bezetting van negentig procent zitten. Vervolgens moet de natuurlijke doorstroming zorgen voor ruimte voor nieuwkomers. De verhuizing naar Science Port Holland is wat dat betreft gunstig. Veel bedrijven blijven volgens Althuis graag ‘in de YES!Delft-omgeving’ omdat ze dan coaching, de TU, andere starters en jonge ondernemers in de buurt hebben. Dat kan op Science Port Holland. “We gaan uitvliegers daarbij actief helpen. Daarmee stimuleren we ook weer doorstroming.”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.