Education

28 Rubiconbeurzen

Eenentwintig jonge Nederlandse wetenschappers krijgen van onderzoeksfinancier NWO een Rubiconbeurs om onderzoekservaring op te doen. Zeven jonge buitenlandse onderzoekers komen ervoor naar Nederland.

Met de beurzen kunnen pas gepromoveerden maximaal twee jaar onderzoek doen aan een instelling in het buitenland. De meeste onderzoekers vertrekken naar Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. Anderen gaan naar Australië, België, Duitsland, Denemarken, Italië en Zweden. Ze gaan onder meer onderzoek doen naar griepvaccins, religieuze gender-politiek en de levensduur van koolmezen.

De meeste beurzen worden vergeven aan promovendi van de Universiteit Leiden (5) en de (grote) Universiteit Utrecht (6). Opvallend is dat twee van de Nederlandse laureaten hun beurs dit jaar gebruiken voor verder onderzoek in eigen land. Dat mag volgens het reglement, maar slechts een enkeling maakt daar gebruik van, laat NWO weten.

In totaal hadden 308 wetenschappers een aanvraag ingediend, bijna twee keer zoveel als tijdens de vorige twee subsidierondes. Nederlandse instituten die een buitenlandse onderzoeker onderdak bieden, krijgen elk 55.000 euro. De beurs voor de Nederlandse laureaten is afhankelijk van de buitenlandse bestemming.

Of het Rubiconprogramma na 2011 blijft bestaan is onzeker, omdat het kabinet er geen middelen voor vrij heeft gemaakt op de begroting. Voor de komende twee rondes spreekt de NWO de eigen reserves aan. Verder betaalt de Europese Unie net als vorig jaar mee via het ‘Marie Curie Cofund Action’, maar die financiering is niet structureel. NWO onderzoekt of ze de Rubiconbeurzen in een ander eigen programma kan opnemen.

De Rubiconbeurzen zijn vernoemd naar de rivier die Julius Caesar met zijn leger overstak om de macht in Rome over te nemen. De subsidies zijn een opmaat naar de veni-, vidi- en vici-subsidies voor respectievelijk beginnende, ervaren en zeer ervaren wetenschappers.

Warmtekracht

Het was woensdag nog een hele klus om de motoren van de
warmtekrachtinstallatie te demonteren. Een van de twee motoren was
defect en de andere versleten. De nieuwe motoren die volgend jaar worden
gemonteerd, hebben een groter vermogen en moeten zichzelf over drie
jaar hebben terugverdiend. De warmtekrachtcentrale levert vijftien
procent van de benodigde elektriciteit aan het warmtenet van de TU.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.