De opening van het Delftse Academisch Jaar stond in het teken van de toekomst van het studeren. De laatste tijd heb ik steeds vaker het idee dat ik al in de toekomst leef: bijvoorbeeld als ik op vakantie in een obscuur buitenland even via mijn telefoon op internet kijk of er een goed visrestaurantje in de buurt is.
Minstens zo futuristisch zijn de mogelijkheden voor onderwijs via internet.
Een van de revolutionairen is Sal Khan van Khan Academy. Hij gaf zijn neefjes en nichtjes bijles wiskunde met korte filmpjes en zette die op YouTube. Zijn video’s werden al snel ongekend populair, met vele honderdduizenden kijkers. Inmiddels zijn er leraren die de filmpjes gebruiken om hun lesmethode om te keren. In plaats van in de les uitleggen en thuis sommen oefenen, kijken de leerlingen nu thuis Khans uitleg en maken ze de sommen in de klas. Ik weet niet of dat pedagogisch gezien een goed idee is, maar een interessante ontwikkeling is het zeker.
Khan inspireerde Sebastian Thrun van Stanford om zijn college kunstmatige intelligentie ook via internet te geven. Afgelopen najaar kon iedereen met een computer en internet meedoen. De thuisstudenten kregen precies dezelfde stof en maakten dezelfde opgaven als de studenten in Stanford. Er meldden zich 160 duizend geïnteresseerden uit de hele wereld aan. Uiteindelijk haalden ongeveer 22 duizend deelnemers de eindstreep. Dat zijn meer studenten dan er op de TU Delft rondlopen.
Inmiddels zijn op sites als Udacity en Coursera tientallen cursussen te vinden van topuniversiteiten. De onderwerpen lopen uiteen van cryptografie tot wereldgeschiedenis en van economie tot poëzie.
Wiskundige Keith Devlin geeft vanaf deze week een cursus wiskundig denken en beschrijft zijn voorbereidingen op zijn blog mooctalk.org. Mooc staat voor massive(ly) open online course. Devlin bekent eerlijk dat hij nog zoekt naar de juiste vorm. Zijn grootste probleem is dat hij een vak geeft dat je alleen leert door oefenen en overleggen met anderen. Het liefste zou hij elke student individueel begeleiden, maar dat is onhaalbaar met tienduizenden aanmeldingen. Devlins oplossing is om internet slim te gebruiken: laat studenten elkaar helpen op fora. Hij vraagt docenten van andere universiteiten om tegelijk met hem dezelfde cursus te geven en zich met hun studenten te mengen in de discussie. Zo kunnen zij hulp bieden aan de studenten die alleen achter hun computer zitten te ploeteren. Ik ben erg benieuwd waar deze ontwikkeling naar toe gaat. Zelf ga ik de komende tijd een cursus bij Coursera volgen om te kijken hoe het is om als student aan zo’n massaal project mee te doen.
Zijn we als Nederland te klein om ook zoiets op te zetten? Of zitten er in Delft pioniers die ook eens zo’n cursus willen proberen te geven? Dat is pas echt meedoen aan de toekomst.
Comments are closed.