Hogescholen en universiteiten hebben jaarlijks honderden miljoenen euro’s extra nodig. Dat staat in een langverwacht rapport dat op 5 maart openbaar is gemaakt.
Demissionair minister Van Engelshoven (D66) heeft vrijdagmorgen 5 maart drie rapporten naar de Tweede Kamer gestuurd. Het belangrijkste gaat over de financiering van het onderwijs: is er wel geld genoeg?
Het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek zou jaarlijks 800 miljoen euro extra moeten krijgen, schrijft adviesbureau Strategy& van PricewaterhouseCoopers. Bovendien moeten de universiteiten een eenmalige inhaalslag maken, waar 300 miljoen euro voor nodig is.
Van die jaarlijkse 800 miljoen gaat 400 miljoen naar wetenschappelijk onderzoek en is 200 miljoen bedoeld om achtergebleven investeringen “vlot te trekken”. Met nog eens 200 miljoen euro kunnen de universiteiten kleinschaliger onderwijs bieden.
Dit staat allemaal los van de coronacrisis, die ook veel geld kost. Het rapport kijkt niet verder dan het jaar 2018. Ook de honderden miljoenen van het nieuwe leenstelsel, waarin de basisbeurs is geschrapt, hebben er niets mee te maken.
Reacties
De universiteiten en academische ziekenhuizen zijn zeer te spreken over dit advies aan het volgende kabinet. Toch zou er volgens hen nóg meer geld bij moeten. Want Strategy& heeft volgens hen geen rekening gehouden met de hogere studentenaantallen sinds 2018 noch met allerlei nieuwe ambities op het gebied van onderzoek en innovatie.
De landelijke studentenorganisaties ISO en LSVb zijn eveneens positief. De basisbeurs is in 2015 geschrapt met de belofte van beter onderwijs, maar die belofte wordt volgens hen niet waargemaakt. De honderden miljoenen van de basisbeurs worden nu vooral gebruikt om financiële gaten te dichten en daarom is extra geld inderdaad een goed idee.
- Lees ook: Hoe moet de onderwijskwaliteit omhoog?
Verdeling
Meer geld is een eenvoudige boodschap, maar hoe verdeel je het goed? Dat is een heel andere vraag, en daar mocht adviesbureau Berenschot zich over buigen. Ook dat rapport is naar de Tweede Kamer gestuurd.
Momenteel volgt het overheidsgeld grotendeels de studenten. Dat heeft zijn nadelen. Als een opleiding weinig studenten trekt, zoals Nederlandse taal- en letterkunde, wordt het moeilijk om te blijven bestaan. En wat kan een hogeschool in een krimpregio doen om overeind te blijven? Moet die soms minder opleidingen aanbieden?
Hogescholen en universiteiten willen graag een ‘stabielere’ bekostiging die minder van studentenaantallen afhangt. Dan kunnen ze beter vooruitkijken. Berenschot begrijpt dat wel, maar een harde conclusie trekt het bureau niet.
Grote verschillen
De onderwijsinstellingen verschillen volgens het advies zozeer van elkaar, dat het moeilijk is om met een aanpassing van de financiering ieders problemen op te lossen. Daar zit iets in: een kleine zelfstandige pabo bijvoorbeeld is nauwelijks te vergelijken met een grote universiteit. En bij stabiele financiering duiken er weer andere problemen op. Wat doe je dan met een plotselinge groei van het aantal studenten? De populariteit van opleidingen valt niet altijd te voorspellen.
Je kunt volgens Berenschot het best kijken naar de ‘vaste voet’, oftewel het bedrag dat de onderwijsinstellingen sowieso krijgen. Op historische gronden krijgt de ene instelling nu meer vaste bekostiging dan de andere, maar daar kun je nieuwe keuzes in maken.
Lastig spel
Maar het wordt nog een lastig spel, want hoeveel steun hebben ze precies nodig? Universiteiten en hogescholen hebben nog altijd niet in kaart gebracht wat een opleiding precies kost. Lesuren, overhead, faciliteiten… het is allemaal niet gedetailleerd na te gaan. Het zou het goed zijn als dit probleem door de instellingen wordt opgepakt, schrijft de minister in haar begeleidende brief aan de Kamer.
Er spelen meer belangen, die in de rapporten goeddeels onbesproken blijven. Sommige politieke partijen hopen bijvoorbeeld dat opleidingen dankzij ‘stabielere’ financiering minder jacht gaan maken op (buitenlandse) studenten en beter hun best zullen doen om studenten naar de meest geschikte opleiding te loodsen – ook als ze die opleiding zelf niet aanbieden.
HOP, Bas Belleman
Do you have a question or comment about this article?
redactie@hogeronderwijspersbureau.nl
Comments are closed.