Recente aanwinsten bij de Centrale Bibliotheek die ook interessant zijn voor niet-vakspecialisten.Lawrence M. Krauss, ‘Het geheim van de natuurkunde’ (Contact, Amsterdam, etc.,
1994)
Zoals wel vaker bij vertalingen zegt de oorspronkelijke titel meer over het boek: ‘Fear of physics; A guide for the perplexed’. De auteur – Amerikaans hoogleraar die onder andere een college ‘Natuurkunde voor dichters’ geeft – probeert ‘gewone mensen’ uit te leggen hoe natuurkundigen te werk gaan bij het doordringen in onontgonnen terreinen van de natuurkunde, wat hun gereedschappen en trucjes zijn. En hij probeert de vreugde die fysici daarbij ondervinden over te dragen. De hoofdstukken gaan over het vaststellen van hoofdzaken (aan de hand van bolvormige koeien), de rol van de wiskunde en het maken van schattingen (,,Natuurkunde staat tot wiskunde als seks tot masturbatie”, volgens Richard Feynman), hoe natuurkundigen volop (geaccepteerd) plagiaat plegen, over het via omwegen ontsluieren van fysische fenomenen, over het belang van symmetrie in de natuur en het wonderlijke feit dat het inderdaad bestaat, en de vraag of de natuurkunde ooit af zal zijn. Dit alles, enigszins van de hak op de tak springend, geïllustreerd aan de hand van de quantummechanica, elementaire deeltjes, relativiteit en zwarte gaten.
J. op de Weegh en J. Gerrichhauzen (red.), ‘Arbeid en emotie’ (Kluwer, Deventer, 1994)
Een prettig beknopt en terzake boekje uit de serie Arbeid en Organisatie die mede door de Open Universiteit is opgezet. Na een wat academisch verhaal over emoties volgen allerlei (wellicht tè) herkenbare situaties vanuit de arena die ‘werkplek’ heet: traumatische ervaringen op het werk; het verschijnsel burnout (opgebrand zijn); conflicten en woede binnen organisaties; gewenste en ongewenste intimiteit. Ingeweven in dit alles (uiteraard) de gevolgen van de sekseverschillen. Veel treffende citaten en voorbeelden en een uitgebreide literatuurlijst. De auteurs dragen geen kant-en-klare oplossingen voor elk conflict aan, maar velen zullen na lezing ongetwijfeld wat nuchterder tegen een aantal zaken aankijken.
Murray Gell-Mann, ‘The quark and the jaguar; Adventures in the simple and the complex’ (Freeman, New York, 1994)
Nobelprijswinnaars hebben nog al eens de neiging buiten hun oorspronkelijke vakgebied te treden en hun visie te verkondigen op allerlei ‘maatschappelijke’ gebieden. Gell-Mann is zo iemand. Rond de tijd dat hij in 1969 de Nobelprijs voor natuurkunde kreeg voor zijn werk aan de classificatie van elementaire deeltjes en hun interacties, geraakte hij in politiek en organiseerde hij een campagne op milieugebied. Uit de titel blijkt al dat hij zijn twee aandachtsgebieden in één boek heeft willen vastleggen: de ‘quark’ staat voor de natuurkunde die de wereld simpel voorstelt en de ‘jaguar’ staat voor het milieu en de natuur, ofwel voor de imponerendecomplexiteit om ons heen die beschermd moet worden. Dat heeft tot gevolg dat men binnen ruim 350 bladzijden leest over quantummechanica, chaos, leren, entropie, superstrings, fermionen, chromosomen en een duurzame wereld. Soms lijkt de auteur vooral reclame te willen maken voor het interdisciplinaire Santa Fe Institute dat hij samen met anderen heeft opgericht, maar bewondering voor deze poging tot een brede ‘visie’ overheerst. Er staat in elk geval geen onzin in en vooral de natuurkunde wordt prettig populair en op soms wonderbaarlijk heldere wijze behandel (F.A.)
Recente aanwinsten bij de Centrale Bibliotheek die ook interessant zijn voor niet-vakspecialisten.
Lawrence M. Krauss, ‘Het geheim van de natuurkunde’ (Contact, Amsterdam, etc., 1994)
Zoals wel vaker bij vertalingen zegt de oorspronkelijke titel meer over het boek: ‘Fear of physics; A guide for the perplexed’. De auteur – Amerikaans hoogleraar die onder andere een college ‘Natuurkunde voor dichters’ geeft – probeert ‘gewone mensen’ uit te leggen hoe natuurkundigen te werk gaan bij het doordringen in onontgonnen terreinen van de natuurkunde, wat hun gereedschappen en trucjes zijn. En hij probeert de vreugde die fysici daarbij ondervinden over te dragen. De hoofdstukken gaan over het vaststellen van hoofdzaken (aan de hand van bolvormige koeien), de rol van de wiskunde en het maken van schattingen (,,Natuurkunde staat tot wiskunde als seks tot masturbatie”, volgens Richard Feynman), hoe natuurkundigen volop (geaccepteerd) plagiaat plegen, over het via omwegen ontsluieren van fysische fenomenen, over het belang van symmetrie in de natuur en het wonderlijke feit dat het inderdaad bestaat, en de vraag of de natuurkunde ooit af zal zijn. Dit alles, enigszins van de hak op de tak springend, geïllustreerd aan de hand van de quantummechanica, elementaire deeltjes, relativiteit en zwarte gaten.
J. op de Weegh en J. Gerrichhauzen (red.), ‘Arbeid en emotie’ (Kluwer, Deventer, 1994)
Een prettig beknopt en terzake boekje uit de serie Arbeid en Organisatie die mede door de Open Universiteit is opgezet. Na een wat academisch verhaal over emoties volgen allerlei (wellicht tè) herkenbare situaties vanuit de arena die ‘werkplek’ heet: traumatische ervaringen op het werk; het verschijnsel burnout (opgebrand zijn); conflicten en woede binnen organisaties; gewenste en ongewenste intimiteit. Ingeweven in dit alles (uiteraard) de gevolgen van de sekseverschillen. Veel treffende citaten en voorbeelden en een uitgebreide literatuurlijst. De auteurs dragen geen kant-en-klare oplossingen voor elk conflict aan, maar velen zullen na lezing ongetwijfeld wat nuchterder tegen een aantal zaken aankijken.
Murray Gell-Mann, ‘The quark and the jaguar; Adventures in the simple and the complex’ (Freeman, New York, 1994)
Nobelprijswinnaars hebben nog al eens de neiging buiten hun oorspronkelijke vakgebied te treden en hun visie te verkondigen op allerlei ‘maatschappelijke’ gebieden. Gell-Mann is zo iemand. Rond de tijd dat hij in 1969 de Nobelprijs voor natuurkunde kreeg voor zijn werk aan de classificatie van elementaire deeltjes en hun interacties, geraakte hij in politiek en organiseerde hij een campagne op milieugebied. Uit de titel blijkt al dat hij zijn twee aandachtsgebieden in één boek heeft willen vastleggen: de ‘quark’ staat voor de natuurkunde die de wereld simpel voorstelt en de ‘jaguar’ staat voor het milieu en de natuur, ofwel voor de imponerendecomplexiteit om ons heen die beschermd moet worden. Dat heeft tot gevolg dat men binnen ruim 350 bladzijden leest over quantummechanica, chaos, leren, entropie, superstrings, fermionen, chromosomen en een duurzame wereld. Soms lijkt de auteur vooral reclame te willen maken voor het interdisciplinaire Santa Fe Institute dat hij samen met anderen heeft opgericht, maar bewondering voor deze poging tot een brede ‘visie’ overheerst. Er staat in elk geval geen onzin in en vooral de natuurkunde wordt prettig populair en op soms wonderbaarlijk heldere wijze behandel (F.A.)
Comments are closed.