Science

Megastenen zeven

Naam: Patrick Muraya (36)Nationaliteit: KeniaanseOnderwerp: Permanent deformation behavior in asphalt mixesPromotor: prof.d

r.ir. André Molenaar van de sectie weg- en railbouwkunde (Citg)

Tussenstand: Muraya verwacht in februari 2006 te promoveren.

“Onderzoek doen heeft zijn ups en downs. De ene keer werken machines niet of schat ik dingen verkeerd in, maar de volgende keer geven andere proeven weer mooiere resultaten dan ik had gehoopt. Ik doe onderzoek naar spoorvorming in asfalt. Helema’a’l spoorvorming voorkomen kan niet. Door het mengsel van stoffen waaruit asfalt bestaat – steen, zand, vulstof en bitumen – te optimaliseren wil ik spoorvorming zoveel mogelijk reduceren.

In het begin van mijn onderzoek bestelde ik twintig ton stenen bij BAM. Ik wilde de invloed van steengrootten bestuderen en zeefde daarom al die tonnen steen met een enorme zeef die wij hier bij de sectie weg- en railbouwkunde hebben. Alleen, die werkte niet zo nauwkeurig. Voor ik daar achter was, was er een maand voorbij. Uiteindelijk hebben mijn promotor en ik besloten om met een kleinere zeefopstelling de twintig ton steen te zeven, maar daardoor krijg ik niet alle gewenste steengrootten. Daarom onderzoek ik nu drie asfaltsoorten in plaats van vijf: steenmastiekasfalt, zeeropenasfaltbeton (zoab) en dichtasfaltbeton. Dat zijn de drie belangrijkste asfaltmengsels in Nederland.

Ik vind wat tegenslag niet erg, het hoort bij onderzoek doen. Veel lastiger vond ik het krijgen van een vergunning voor mijn vrouw en dochtertje om hier te komen wonen. We hadden de vergunning in Kenia geregeld, maar onderweg van de Nederlandse ambassade in Kenia naar het ministerie van justitie in Den Haag is onze aanvraag verloren gegaan. Dat was een vervelende periode, we hebben elkaar daardoor een jaar niet gezien. Maar nu zijn ze gelukkig bij me.

Verder maak ik me zorgen over wat ik na mijn promotieonderzoek kan doen. Terug naar Kenia, naar een ander land, of in Nederland blijven? In Kenia zijn de wegen slecht, maar dat is geen reden om daar mijn kennis toe te passen. Voor een baan in de Nederlandse industrie spreek ik de taal niet vloeiend genoeg.

In Kenia doceerde ik parttime wegenbouw aan een technische hogeschool en was ik parttime consultant in de wegenbouw. Ik wilde me verder ontwikkelen en besloot een masteropleiding bij het IHE in Delft te doen en nu dus deze promotie.

Vergeleken met de universiteit in Kenia is het hier erg rustig, het lijkt soms of iedereen met vakantie is. Verder vind ik de samenwerking met collega’s hier erg prettig, ik kan makkelijk met mijn promotor overleggen en het materiaal is goed. Alleen mijn tijd tussen werken, sociale leven en ontspanning moet ik efficiënter leren indelen.” (IL)

Naam: Patrick Muraya (36)
Nationaliteit: Keniaanse

Onderwerp: Permanent deformation behavior in asphalt mixes

Promotor: prof.dr.ir. André Molenaar van de sectie weg- en railbouwkunde (Citg)

Tussenstand: Muraya verwacht in februari 2006 te promoveren.

“Onderzoek doen heeft zijn ups en downs. De ene keer werken machines niet of schat ik dingen verkeerd in, maar de volgende keer geven andere proeven weer mooiere resultaten dan ik had gehoopt. Ik doe onderzoek naar spoorvorming in asfalt. Helema’a’l spoorvorming voorkomen kan niet. Door het mengsel van stoffen waaruit asfalt bestaat – steen, zand, vulstof en bitumen – te optimaliseren wil ik spoorvorming zoveel mogelijk reduceren.

In het begin van mijn onderzoek bestelde ik twintig ton stenen bij BAM. Ik wilde de invloed van steengrootten bestuderen en zeefde daarom al die tonnen steen met een enorme zeef die wij hier bij de sectie weg- en railbouwkunde hebben. Alleen, die werkte niet zo nauwkeurig. Voor ik daar achter was, was er een maand voorbij. Uiteindelijk hebben mijn promotor en ik besloten om met een kleinere zeefopstelling de twintig ton steen te zeven, maar daardoor krijg ik niet alle gewenste steengrootten. Daarom onderzoek ik nu drie asfaltsoorten in plaats van vijf: steenmastiekasfalt, zeeropenasfaltbeton (zoab) en dichtasfaltbeton. Dat zijn de drie belangrijkste asfaltmengsels in Nederland.

Ik vind wat tegenslag niet erg, het hoort bij onderzoek doen. Veel lastiger vond ik het krijgen van een vergunning voor mijn vrouw en dochtertje om hier te komen wonen. We hadden de vergunning in Kenia geregeld, maar onderweg van de Nederlandse ambassade in Kenia naar het ministerie van justitie in Den Haag is onze aanvraag verloren gegaan. Dat was een vervelende periode, we hebben elkaar daardoor een jaar niet gezien. Maar nu zijn ze gelukkig bij me.

Verder maak ik me zorgen over wat ik na mijn promotieonderzoek kan doen. Terug naar Kenia, naar een ander land, of in Nederland blijven? In Kenia zijn de wegen slecht, maar dat is geen reden om daar mijn kennis toe te passen. Voor een baan in de Nederlandse industrie spreek ik de taal niet vloeiend genoeg.

In Kenia doceerde ik parttime wegenbouw aan een technische hogeschool en was ik parttime consultant in de wegenbouw. Ik wilde me verder ontwikkelen en besloot een masteropleiding bij het IHE in Delft te doen en nu dus deze promotie.

Vergeleken met de universiteit in Kenia is het hier erg rustig, het lijkt soms of iedereen met vakantie is. Verder vind ik de samenwerking met collega’s hier erg prettig, ik kan makkelijk met mijn promotor overleggen en het materiaal is goed. Alleen mijn tijd tussen werken, sociale leven en ontspanning moet ik efficiënter leren indelen.” (IL)

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.