‘Help ons, ze willen niet naar ons luisteren’

Hoe heeft uw groep het visitatierapport ontvangen?

“We zijn er heel tevreden mee. De commissie erkent dat we op het wereldtoneel meespelen. We merkten dit op internationale congressen al. Mensen van topinstituten als MIT nemen ons serieus en zijn altijd erg geïnteresseerd in ons onderzoek.”

Waarmee heeft uw groep de gunst van de visitatiecommissie gewonnen?

“Onze manier van onderzoek doen is actueel. We koppelen de ingenieursbenadering van problemen aan de gammakant, dus de sociaalbestuurlijke benadering. We doen bijvoorbeeld onderzoek naar technisch-bestuurskundige problemen rond transport, zoals Schiphol of waterbeheer. We zijn één van de weinige groepen in de wereld die dat zo nadrukkelijk doen. Daarvoor hebben we zowel technici als sociaal-wetenschappelijk geschoolde onderzoekers in dienst. Zelf ben ik van oorsprong technisch natuurkundige, terwijl de collega-onderzoeksleider weer uit de gammahoek afkomstig is.”

Maar waarom is dit soort onderzoek nodig?

“Vanuit collega-ingenieurs op de TU krijgen we vaak opmerkingen te horen in de trant van ‘help ons, ze willen niet naar ons luisteren’. Veel onderzoek en ideeën van ingenieurs worden niet tot uitvoering gebracht doordat ze in de besluitvorming van organisaties als de overheid sneuvelen door oorzaken die liggen in besluitvormingsprocessen, dus de bestuurskundige kant.

Tot kort geleden heerste de opvatting dat een goed ingenieur gewoon een vakman was die de rest wel in de praktijk bijleerde. Daarin komt nu langzaam verandering. Ingenieurs moeten ook inzicht krijgen in overlegprocessen en besluitvorming. Op veel bÈtacongressen wordt nu steeds meer het belang van sociale wetenschappen onderkend.

Bijna iedere TBM-groep krijgt een lagere beoordeling op publicaties. Hoe kan dat?

“De publicaties zijn een probleem waar we al jaren mee lopen te worstelen. Ons onderzoek is nieuw en interdisciplinair. Daarom zijn er nog veel te weinig specialistische vakbladen die als ‘gezaghebbend’ worden gezien. Met dat soort bladen scoor je juist bij een visitatie en ook de TU rekent je er financieel op af in het allocatiemodel. Er wordt nu wel een aantal van dat soort tijdschriften opgericht en daarin publiceren we ook veel, maar tegen de tijd dat die als ‘gezaghebbend’ worden beschouwd ben je alweer tien tot twintig jaar verder. Ook bij Bouwkunde en industrieel ontwerpen speelt ditzelfde probleem.”

Wil Thissen (Foto: Hans Stakelbeek)

Hoe heeft uw groep het visitatierapport ontvangen?

“We zijn er heel tevreden mee. De commissie erkent dat we op het wereldtoneel meespelen. We merkten dit op internationale congressen al. Mensen van topinstituten als MIT nemen ons serieus en zijn altijd erg geïnteresseerd in ons onderzoek.”

Waarmee heeft uw groep de gunst van de visitatiecommissie gewonnen?

“Onze manier van onderzoek doen is actueel. We koppelen de ingenieursbenadering van problemen aan de gammakant, dus de sociaalbestuurlijke benadering. We doen bijvoorbeeld onderzoek naar technisch-bestuurskundige problemen rond transport, zoals Schiphol of waterbeheer. We zijn één van de weinige groepen in de wereld die dat zo nadrukkelijk doen. Daarvoor hebben we zowel technici als sociaal-wetenschappelijk geschoolde onderzoekers in dienst. Zelf ben ik van oorsprong technisch natuurkundige, terwijl de collega-onderzoeksleider weer uit de gammahoek afkomstig is.”

Maar waarom is dit soort onderzoek nodig?

“Vanuit collega-ingenieurs op de TU krijgen we vaak opmerkingen te horen in de trant van ‘help ons, ze willen niet naar ons luisteren’. Veel onderzoek en ideeën van ingenieurs worden niet tot uitvoering gebracht doordat ze in de besluitvorming van organisaties als de overheid sneuvelen door oorzaken die liggen in besluitvormingsprocessen, dus de bestuurskundige kant.

Tot kort geleden heerste de opvatting dat een goed ingenieur gewoon een vakman was die de rest wel in de praktijk bijleerde. Daarin komt nu langzaam verandering. Ingenieurs moeten ook inzicht krijgen in overlegprocessen en besluitvorming. Op veel bÈtacongressen wordt nu steeds meer het belang van sociale wetenschappen onderkend.

Bijna iedere TBM-groep krijgt een lagere beoordeling op publicaties. Hoe kan dat?

“De publicaties zijn een probleem waar we al jaren mee lopen te worstelen. Ons onderzoek is nieuw en interdisciplinair. Daarom zijn er nog veel te weinig specialistische vakbladen die als ‘gezaghebbend’ worden gezien. Met dat soort bladen scoor je juist bij een visitatie en ook de TU rekent je er financieel op af in het allocatiemodel. Er wordt nu wel een aantal van dat soort tijdschriften opgericht en daarin publiceren we ook veel, maar tegen de tijd dat die als ‘gezaghebbend’ worden beschouwd ben je alweer tien tot twintig jaar verder. Ook bij Bouwkunde en industrieel ontwerpen speelt ditzelfde probleem.”

Wil Thissen (Foto: Hans Stakelbeek)