Customize Consent Preferences

We use cookies to help you navigate efficiently and perform certain functions. You will find detailed information about all cookies under each consent category below.

The cookies that are categorized as "Necessary" are stored on your browser as they are essential for enabling the basic functionalities of the site. ... 

Always Active

Necessary cookies are required to enable the basic features of this site, such as providing secure log-in or adjusting your consent preferences. These cookies do not store any personally identifiable data.

No cookies to display.

Functional cookies help perform certain functionalities like sharing the content of the website on social media platforms, collecting feedback, and other third-party features.

No cookies to display.

Analytical cookies are used to understand how visitors interact with the website. These cookies help provide information on metrics such as the number of visitors, bounce rate, traffic source, etc.

No cookies to display.

Performance cookies are used to understand and analyze the key performance indexes of the website which helps in delivering a better user experience for the visitors.

No cookies to display.

Advertisement cookies are used to provide visitors with customized advertisements based on the pages you visited previously and to analyze the effectiveness of the ad campaigns.

No cookies to display.

Campus

Bloed

Je komt langzaam bij op een blauw lederen stretcher in een geheel witte kamer, en ziet een gigantische, doorzichtige buis uit je ademende borstkas komen.

Plopjes bloed stuwen door de buis naar een machine met een dieprode zak. “Zuster”, probeer je te roepen, “mam”, maar er komt alleen een zielig piepje. Je voelt je steeds slapper worden.

Bloed geven… dat doe je met je hart. Het is de wat ongelukkige slogan van de bloedbank. Een voorbeeld dat het niet werkt om de gewone medische werkelijkheid een make-over te geven met een metafoor uit dezelfde hoek. Alsof een hartchirurg adverteert met ‘Wij dragen u een warm hart toe’; een oogarts met ‘U kunt ons blind vertrouwen’, of de tandartsenpraktijk met ‘Wij zetten onze tanden in uw kiezen’.

En dat terwijl het er bij de bloedbank juist heel huiselijk aan toe gaat. Er zijn tijdschriftjes, en geurige tomatensoep van een moederlijke vrijwilligster. Alle prikzusters en broeders zijn in je geïnteresseerd. De beste plek om gratis te lunchen, en nog dichtbij de TU ook.

Volgens de site echter geef je ze ‘een stukje van jezelf’. Nog zo’n griezelige beeldspraak. Ik wil geen orgaan doneren. Ik gaf ze juist jaren bloed om dat voor mezelf te rechtvaardigen.

Aan de afbetalingen aan mijn eigen hart kwam helaas abrupt een eind met de vraag: bent u vanaf 1980 meer dan zes maanden in de UK geweest? Ja, mijn studie-uitwisselingsjaar, maar toen zat ik in de vegoscene. Geen BSE-gevaar dus. Het kon de keuringsarts niet vermurwen. Ja, zij vond het ook wel idioot dat je na drie maanden rauwe Engelse hamburgers eten wel bloed mocht geven, maar niet na een macrobiotisch appeldieet. De logica van Europese wetten.

En nu rakelt Robert ten Brink dat allemaal weer op: “Mirjam is dood, laat je haar nieren eruit halen?” Was ik maar een Vlaming: “Orgaandonatie… nog één maal het beste van jezelf geven”. Daar overheerst de beeldspraak: je hart wordt een soort feestelijk cadeautje, en het geven een herhaalbaar iets.

Soms heb ik heimwee naar de bloedbank.

Je komt langzaam bij op een blauw lederen stretcher in een geheel witte kamer, en ziet een gigantische, doorzichtige buis uit je ademende borstkas komen. Plopjes bloed stuwen door de buis naar een machine met een dieprode zak. “Zuster”, probeer je te roepen, “mam”, maar er komt alleen een zielig piepje. Je voelt je steeds slapper worden.

Bloed geven… dat doe je met je hart. Het is de wat ongelukkige slogan van de bloedbank. Een voorbeeld dat het niet werkt om de gewone medische werkelijkheid een make-over te geven met een metafoor uit dezelfde hoek. Alsof een hartchirurg adverteert met ‘Wij dragen u een warm hart toe’; een oogarts met ‘U kunt ons blind vertrouwen’, of de tandartsenpraktijk met ‘Wij zetten onze tanden in uw kiezen’.

En dat terwijl het er bij de bloedbank juist heel huiselijk aan toe gaat. Er zijn tijdschriftjes, en geurige tomatensoep van een moederlijke vrijwilligster. Alle prikzusters en broeders zijn in je geïnteresseerd. De beste plek om gratis te lunchen, en nog dichtbij de TU ook.

Volgens de site echter geef je ze ‘een stukje van jezelf’. Nog zo’n griezelige beeldspraak. Ik wil geen orgaan doneren. Ik gaf ze juist jaren bloed om dat voor mezelf te rechtvaardigen.

Aan de afbetalingen aan mijn eigen hart kwam helaas abrupt een eind met de vraag: bent u vanaf 1980 meer dan zes maanden in de UK geweest? Ja, mijn studie-uitwisselingsjaar, maar toen zat ik in de vegoscene. Geen BSE-gevaar dus. Het kon de keuringsarts niet vermurwen. Ja, zij vond het ook wel idioot dat je na drie maanden rauwe Engelse hamburgers eten wel bloed mocht geven, maar niet na een macrobiotisch appeldieet. De logica van Europese wetten.

En nu rakelt Robert ten Brink dat allemaal weer op: “Mirjam is dood, laat je haar nieren eruit halen?” Was ik maar een Vlaming: “Orgaandonatie… nog één maal het beste van jezelf geven”. Daar overheerst de beeldspraak: je hart wordt een soort feestelijk cadeautje, en het geven een herhaalbaar iets.

Soms heb ik heimwee naar de bloedbank.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.