Moord, misleiding en corruptie. Alles kan en alles mag in Chicago in the roaring twenties. Met de jazzmusical ‘Chicago’ breekt het Delftsch Studenten Corps met een lange toneeltraditie.
Woensdag gaat het stuk in Theater de Veste in premiÈre. “Jan Peter Balkenende zal ‘Chicago’ niet zo waarderen.”
Met zwaaiende handen en gespreide vingers komt de schaars geklede Velma Kelly het podium op. “And all that jazz.” Ze kijkt uitdagend, vanachter haar blonde lokken, de zaal in. Hitsig. De andere spelers, sexy gebogen over hun stoelen, zingen met haar mee. De musical over sex, corruptie en roem is geopend: ‘Chicago’.
Het Delftsch Tooneel gezelschap, een ondervereniging van het Delftsch Studenten Corps (DSC) voerde de afgelopen jaren steeds een toneelstuk op aan het eind van het studiejaar. Met die traditie wordt dit jaar gebroken. Het nieuwe toneelbestuur koos voor een musical: ‘Chicago’. Binnen de vereniging werd positief gereageerd en ook de opkomst bij de audities was bijzonder hoog. Voor een lange tafel met de deskundigen (regisseur, zanglerares en toneelbestuur) moesten de studenten zingen en dansen. Met het hart bonkend in de keel. “Toen ik auditie kwam doen zaten er tien mensen achter de tafel”, zegt student technische bestuurskunde Michelle van de Goor (21), die femme fatale Velma Kelly speelt. “Ze hadden voor zichzelf toastjes gesmeerd. Daar sta je dan om je nummer te zingen.”
Bij de audities hakten regisseur Fleur de Lima en haar team, waaronder ook zangpedagoog Nienke Bruin, de laatste knopen door en de cast voor ‘Chicago’ was geboren. “Dan weet je: met deze groep ga je tot aan de premiÈre door”, zegt De Lima. De eerste maanden werd nog twee keer per week gerepeteerd, maar al snel werd dat drie keer om alle danspasjes, toonladders en het acteren beter onder de knie te krijgen. “Als ik met zo’n groep begin”, zegt De Lima, “laat ik ze eerst de rollen invullen zoals ze zelf denken dat het moet. De sterke punten benadruk ik dan en vergroot ik uit in hun spel. In het begin moeten ze begrijpen wat ze zeggen, dat is heel belangrijk. Ik wil ze laten spelen, dansen en zingen.”
Satire
De musical speelt zich af in de jaren twintig in Chicago . de roerige hoofdstad van de jazz. Alles kan en alles mag. The sky is the limit. ‘Chicago’ gaat over de weg naar het grote succes. Maar wel een vreemde weg: via moord, misleiding en corruptie. Het verhaal begint met Roxie Hart, die het wil maken in de grote stad. Ze vermoordt haar minnaar omdat ze genoeg van hem heeft. Haar man, de sukkelige en brave Amos, neemt eerst de schuld op zich, maar heeft al snel door dat er een spel met hem wordt gespeeld. Roxie gaat ten rade bij Mamma. Ze zingt haar motto: “Als jij lief voor haar bent is zij lief voor jou.” Mamma ziet het helemaal zitten met Roxie na de moord: ze buiten de moord uit. Mamma: “In deze stad zien ze moord als amusement.” Roxie is een ster.
Het kersverse gesprek van de dag ontmoet bij Mamma een geduchte concurrente: Velma Kelly. Velma was succesvol, maar is over haar top heen. “Wat ga je tegen de jury zeggen?”, vraagt ze Roxie. “De waarheid”, antwoordt die. “Je bent niet goed bij je harses”, zegt de ervaren Velma. De waarheid bestaat niet in ‘Chicago’, het draait om de verleiding en de verbeelding.
Alle gebeurtenissen die volgen, zijn een scherpe satire op de Amerikaanse maatschappij, maar tegelijkertijd een ondeugende knipoog naar een tijd waarin alles leek te kunnen. En een aanval op de moraalridders die normen en waarden hoog in het vaandel hebben staan. “Jan Peter Balkenende zal ‘Chicago’ niet zo waarderen”, merkt student werktuigbouwkunde Reinout de Roos (19) op, die de rol van de gladde advocaat Billy Flynn op zich neemt.
De satire is scherp geschreven, maar het is nog niet zo eenvoudig om dat op het toneel uit te beelden, benadrukt De Lima. “Als je het script leest, weet je waar de mensen moeten lachen, maar het is lastig om dat voor elkaar te krijgen. ‘Chicago’ is geen klucht, dus je kunt niet lollig spelen. De acteurs moeten vooral serieus blijven, dan kun je die lach krijgen bij het publiek.”
De choreografie van de musical moest in de productie van DSC afwijken van het origineel. De Lima werd hierbij geassisteerd door Florianne Dobrowolski en Caroline Frick. “De acteurs dansen veel met gespreide vingers en we gebruiken de boiled egg-techniek, waarbij je de wijsvinger en duim samenbrengt om, bijvoorbeeld, je hoed af te nemen.”
Nachtmerrie
De groep waar De Lima voor kwam te staan was vrij onervaren. De een had gedanst, de ander zong in een bandje of had eerder geacteerd, maar de combinatie van de drie ontbrak bij vrijwel iedereen. “Ik zing in de band van DSC, de Phoenix Funk Foundation, maar met dansen en acteren had ik nog geen ervaring”, zegt Van de Goor. Ze speelt de grote bitch van het stuk. Een uitgerangeerde, maar ook gehaaide tante, die precies weet hoe ze een man om haar vinger windt met haar uitdagende blik en nietsverhullende kleding. “De eerste keer dat ik Velma speelde vond ik heel moeilijk. Velma is een arrogante diva en ik lijk daar helemaal niet op. In het begin was ik bang dat de groep mij ook zo zou zien . vooral de mensen die mij nog niet kennen. Het duurde even voordat ik van die enge gedachte af was.”
Reinout de Roos speelt Billy Flynn in ‘Chicago’, de gladde advocaat die iedereen naar zijn hand wil zetten en alles in de hand wil houden. Hij speelde vorig jaar een kleine rol in het toneelstuk van DSC. Daar leerde hij al acteren, maar het dansen is voor hem nog een gruwel. Tijdens de repetities kijkt De Roos met een glimlach naar de regisseur op de tribune als hij zijn tapdansschoenen voorbindt. Zijn medespelers proberen hem op te peppen. De eerste passen klikkerdeklakt hij over de vloer, maar bij een pirouette gaat het mis. “Gewoon doorgaan”, roept De Lima van de kant. Maar De Roos moet zijn dans nog een paar keer onderbreken omdat hij de tel kwijt is. “Dat is mijn grote nachtmerrie”, zegt hij na de repetitie.”Dat dit misgaat bij de premiÈre. Niet dat het dansen fout gaat, dat is nog niet zo erg, de dans moet je gewoon afmaken, maar dat ik vastloop. Of een black-out krijg tijdens een monoloog.” Maar zo ver, zeggen zijn medespelers bemoedigend, is het gelukkig nog niet.
De musical houdt de studenten al maanden aardig in haar greep. De gesprekken over het acteren worden niet alleen in de repetitieruimte gevoerd, maar ook aan de bar. De Roos: “Gerben Tuin speelt Amos en is een vriend. Samen hebben we veel gediscussieerd over hoe we een scÈne moeten spelen. Hij moet heel sukkelig zijn, zichzelf wegcijferen als hij om vijfduizend dollar vraagt en ik moet dan op de voorgrond treden.” De gladde Billy Flynn en klungel Amos zijn elkaars tegenpolen. “Het duurde een tijd voordat we die scÈne goed in de vingers hadden. Het was een goed onderwerp om aan de tap te bespreken.”
Tijdens de repetities mag alles fout gaan, wat er maar fout kan gaan. Maar straks, tijdens de première moeten ze er staan. De cast zal ondersteund worden door een big band onder leiding van dirigent Saul de Caluwé. Het mooiste moet dan nog komen, zo belooft De Lima. “Je laat ze toewerken naar het applaus en de lach die komt nadat het doek valt. Extase. Daar heb je het allemaal voor gedaan, al die maanden voor gezwoegd. Dat is zo’n lekker gevoel.”
(Foto’s: Hans Stakelbeek/FMAX)
Met zwaaiende handen en gespreide vingers komt de schaars geklede Velma Kelly het podium op. “And all that jazz.” Ze kijkt uitdagend, vanachter haar blonde lokken, de zaal in. Hitsig. De andere spelers, sexy gebogen over hun stoelen, zingen met haar mee. De musical over sex, corruptie en roem is geopend: ‘Chicago’.
Het Delftsch Tooneel gezelschap, een ondervereniging van het Delftsch Studenten Corps (DSC) voerde de afgelopen jaren steeds een toneelstuk op aan het eind van het studiejaar. Met die traditie wordt dit jaar gebroken. Het nieuwe toneelbestuur koos voor een musical: ‘Chicago’. Binnen de vereniging werd positief gereageerd en ook de opkomst bij de audities was bijzonder hoog. Voor een lange tafel met de deskundigen (regisseur, zanglerares en toneelbestuur) moesten de studenten zingen en dansen. Met het hart bonkend in de keel. “Toen ik auditie kwam doen zaten er tien mensen achter de tafel”, zegt student technische bestuurskunde Michelle van de Goor (21), die femme fatale Velma Kelly speelt. “Ze hadden voor zichzelf toastjes gesmeerd. Daar sta je dan om je nummer te zingen.”
Bij de audities hakten regisseur Fleur de Lima en haar team, waaronder ook zangpedagoog Nienke Bruin, de laatste knopen door en de cast voor ‘Chicago’ was geboren. “Dan weet je: met deze groep ga je tot aan de premiÈre door”, zegt De Lima. De eerste maanden werd nog twee keer per week gerepeteerd, maar al snel werd dat drie keer om alle danspasjes, toonladders en het acteren beter onder de knie te krijgen. “Als ik met zo’n groep begin”, zegt De Lima, “laat ik ze eerst de rollen invullen zoals ze zelf denken dat het moet. De sterke punten benadruk ik dan en vergroot ik uit in hun spel. In het begin moeten ze begrijpen wat ze zeggen, dat is heel belangrijk. Ik wil ze laten spelen, dansen en zingen.”
Satire
De musical speelt zich af in de jaren twintig in Chicago . de roerige hoofdstad van de jazz. Alles kan en alles mag. The sky is the limit. ‘Chicago’ gaat over de weg naar het grote succes. Maar wel een vreemde weg: via moord, misleiding en corruptie. Het verhaal begint met Roxie Hart, die het wil maken in de grote stad. Ze vermoordt haar minnaar omdat ze genoeg van hem heeft. Haar man, de sukkelige en brave Amos, neemt eerst de schuld op zich, maar heeft al snel door dat er een spel met hem wordt gespeeld. Roxie gaat ten rade bij Mamma. Ze zingt haar motto: “Als jij lief voor haar bent is zij lief voor jou.” Mamma ziet het helemaal zitten met Roxie na de moord: ze buiten de moord uit. Mamma: “In deze stad zien ze moord als amusement.” Roxie is een ster.
Het kersverse gesprek van de dag ontmoet bij Mamma een geduchte concurrente: Velma Kelly. Velma was succesvol, maar is over haar top heen. “Wat ga je tegen de jury zeggen?”, vraagt ze Roxie. “De waarheid”, antwoordt die. “Je bent niet goed bij je harses”, zegt de ervaren Velma. De waarheid bestaat niet in ‘Chicago’, het draait om de verleiding en de verbeelding.
Alle gebeurtenissen die volgen, zijn een scherpe satire op de Amerikaanse maatschappij, maar tegelijkertijd een ondeugende knipoog naar een tijd waarin alles leek te kunnen. En een aanval op de moraalridders die normen en waarden hoog in het vaandel hebben staan. “Jan Peter Balkenende zal ‘Chicago’ niet zo waarderen”, merkt student werktuigbouwkunde Reinout de Roos (19) op, die de rol van de gladde advocaat Billy Flynn op zich neemt.
De satire is scherp geschreven, maar het is nog niet zo eenvoudig om dat op het toneel uit te beelden, benadrukt De Lima. “Als je het script leest, weet je waar de mensen moeten lachen, maar het is lastig om dat voor elkaar te krijgen. ‘Chicago’ is geen klucht, dus je kunt niet lollig spelen. De acteurs moeten vooral serieus blijven, dan kun je die lach krijgen bij het publiek.”
De choreografie van de musical moest in de productie van DSC afwijken van het origineel. De Lima werd hierbij geassisteerd door Florianne Dobrowolski en Caroline Frick. “De acteurs dansen veel met gespreide vingers en we gebruiken de boiled egg-techniek, waarbij je de wijsvinger en duim samenbrengt om, bijvoorbeeld, je hoed af te nemen.”
Nachtmerrie
De groep waar De Lima voor kwam te staan was vrij onervaren. De een had gedanst, de ander zong in een bandje of had eerder geacteerd, maar de combinatie van de drie ontbrak bij vrijwel iedereen. “Ik zing in de band van DSC, de Phoenix Funk Foundation, maar met dansen en acteren had ik nog geen ervaring”, zegt Van de Goor. Ze speelt de grote bitch van het stuk. Een uitgerangeerde, maar ook gehaaide tante, die precies weet hoe ze een man om haar vinger windt met haar uitdagende blik en nietsverhullende kleding. “De eerste keer dat ik Velma speelde vond ik heel moeilijk. Velma is een arrogante diva en ik lijk daar helemaal niet op. In het begin was ik bang dat de groep mij ook zo zou zien . vooral de mensen die mij nog niet kennen. Het duurde even voordat ik van die enge gedachte af was.”
Reinout de Roos speelt Billy Flynn in ‘Chicago’, de gladde advocaat die iedereen naar zijn hand wil zetten en alles in de hand wil houden. Hij speelde vorig jaar een kleine rol in het toneelstuk van DSC. Daar leerde hij al acteren, maar het dansen is voor hem nog een gruwel. Tijdens de repetities kijkt De Roos met een glimlach naar de regisseur op de tribune als hij zijn tapdansschoenen voorbindt. Zijn medespelers proberen hem op te peppen. De eerste passen klikkerdeklakt hij over de vloer, maar bij een pirouette gaat het mis. “Gewoon doorgaan”, roept De Lima van de kant. Maar De Roos moet zijn dans nog een paar keer onderbreken omdat hij de tel kwijt is. “Dat is mijn grote nachtmerrie”, zegt hij na de repetitie.”Dat dit misgaat bij de premiÈre. Niet dat het dansen fout gaat, dat is nog niet zo erg, de dans moet je gewoon afmaken, maar dat ik vastloop. Of een black-out krijg tijdens een monoloog.” Maar zo ver, zeggen zijn medespelers bemoedigend, is het gelukkig nog niet.
De musical houdt de studenten al maanden aardig in haar greep. De gesprekken over het acteren worden niet alleen in de repetitieruimte gevoerd, maar ook aan de bar. De Roos: “Gerben Tuin speelt Amos en is een vriend. Samen hebben we veel gediscussieerd over hoe we een scÈne moeten spelen. Hij moet heel sukkelig zijn, zichzelf wegcijferen als hij om vijfduizend dollar vraagt en ik moet dan op de voorgrond treden.” De gladde Billy Flynn en klungel Amos zijn elkaars tegenpolen. “Het duurde een tijd voordat we die scÈne goed in de vingers hadden. Het was een goed onderwerp om aan de tap te bespreken.”
Tijdens de repetities mag alles fout gaan, wat er maar fout kan gaan. Maar straks, tijdens de première moeten ze er staan. De cast zal ondersteund worden door een big band onder leiding van dirigent Saul de Caluwé. Het mooiste moet dan nog komen, zo belooft De Lima. “Je laat ze toewerken naar het applaus en de lach die komt nadat het doek valt. Extase. Daar heb je het allemaal voor gedaan, al die maanden voor gezwoegd. Dat is zo’n lekker gevoel.”
(Foto’s: Hans Stakelbeek/FMAX)
Comments are closed.