Op los zand kun je niet bouwen. Tenzij je er een goede formule op loslaat, ontdekte Tara van der Peet (23) voor haar bachelor-eindproject bij civiel. Het centrum van Den Haag diende als onderzoeksobject.
Onderzoek: ‘De beddingsconstante van de Haagse ondergrond’
Eindcijfer: 8,5
Arme Hagenaars. Na jaren ellende vanwege de aanleg van de tramtunnel in het centrum van de stad, besluit een student te onderzoeken wat er gebeurt als je betonnen funderingsplaten op de zandgrond onder de Grote Marktstraat en Kalvermarkt legt. Hadden we nog niet genoeg verzakkingen gezien?
“Nee nee, het is puur theoretisch”, lacht Tara van der Peet. Want eigenlijk is efficiënt bouwen op een losse zandgrond gewoon een kwestie van rekenen. “Uiteindelijk heb ik niets anders gedaan dan kijken wat er gebeurt als je ergens kracht op zet. Bij beton is dat wel duidelijk, dat maken we zelf; de samenstelling is volledig duidelijk. Maar bij zandgrond is dat lastiger. Die bestaat uit korreltjes, steentjes… op elke plek weer anders. De beddingsconstante, noem je dat; het verband tussen kracht die je uitoefent op de grond, en hoe ver die grond daardoor inzakt. En die is bij zandgrond niet constant.”
Nu is er gelukkig relatief weinig zandgrond in Nederland, weet Van der Peet. “Ik had mijn onderzoek ook kunnen baseren op een andere locatie. Maar over deze Haagse locaties waren toevallig veel gegevens beschikbaar.”
Gek genoeg wordt bij het ontwerpen van een gebouw nu weinig rekening gehouden met de ondergrond, volgens Van der Peet. “Architecten en bouwbedrijven houden wel rekening met de beddingconstante, maar die gokken ze – min of meer. En dat is raar, want je weet nooit zeker hoe zandgrond zich gedraagt als je er een gebouw op zet. De plaatdikte, de breedte van het materiaal – die zijn allemaal van invloed op hoe ver de grond inzakt.”
Daar zou dus weleens een formule voor mogen komen, dacht Van der Peet. Want wat ze wel ontdekte: hoe stijver de plaat, hoe lager de beddingconstante. Maar als je de kracht op die plaat vergroot, zou je verwachten dat de grond automatisch meer inzakt. “En dat doet zandgrond dus minder dan je zou verwachten.”
Er is één nadeel: omdat geen zandgrond dezelfde is, is de formule die Van der Peet bedacht niet universeel. “Maar je zou hem kunnen extrapoleren”, zegt de civieler. “Het zou mooi zijn als er op basis van mijn onderzoek en onderzoek op zo’n twintig andere locaties, een vuistregel komt voor het gedrag van zandgrond en waterpeil.” Grote kans, want het onderzoek van de student wordt as we speak voortgezet. Zelf heeft ze er in elk geval alvast aardig wat van opgestoken, al was het maar op rekenvlak.
Comments are closed.