Emeritus hoogleraar volkshuisvesting Hugo Priemus studeerde vijftig jaar geleden (1965) af aan de TU Delft als bouwkundig ingenieur, en is altijd aan de TU verbonden gebleven: als wetenschappelijk medewerker, hoogleraar, decaan en als wetenschappelijk directeur van onderzoeksinstituut OTB.
Het gouden jubileum was voor hem de aanleiding om de balans op te maken in de vorm van een autobiografie.
Hugo Priemus (1942) schopte het tot informeel opinieleider op de gebieden bouwen, wonen, planning en infrastructuur. Die positie verwierf hij door eigenwijs en standvastig opereren en door afstand te houden van het grote geld dat in de bouwwereld omgaat. ‘Een positie aan de universiteit, een algemeen erkend alibi voor onafhankelijkheid, was mij op het lijf geschreven’, schrijft hij daarover. ‘Het grote geld dat in de bouw- en vastgoedwereld als het ware om de hoek lag, heb ik altijd gênant gevonden. Als je boven de Balkenendenorm komt, ben je pas beklagenswaardig. Dat treurige lot is me gelukkig gespaard gebleven.’
Het citaat is een voorbeeld van de lichte en soms licht spottende toets die Priemus kenmerkt, vaak in combinatie met heldere analyses en een onbevreesde stellingname. Die eigenschappen leidden ertoe dat de media graag bij hem aanklopten om commentaar. Ook tientallen adviesraden, commissies, besturen, tijdschriften vroegen zijn medewerking of visie. Terugblikkend concludeert de marathon lopende emeritus dat hij tientallen jaren lang tamelijk ijverig bezig is geweest – wederom een understatement in Priemusstijl. Wat hij graag anders had gedaan is: eerder op het Engels overstappen – de enige onvoldoende op zijn eindexamen.
Hugo Priemus, ‘Vijftig jaar spoorzoeken in de gebouwde omgeving’, eigen uitgave, zwart-wit met foto’s, 230 blz.
Download hier de gratis .pdf (7 MB)
Comments are closed.