Shell heeft inspraak op het curriculum van de Rotterdam School of Management, blijkt uit recent onderzoek. Hoe groot is de invloed van het oliebedrijf op de TU?
Shell is tot in de academische haarvaten doorgedrongen van de Rotterdam Business School (onderdeel van de Erasmus Universiteit). Dat schrijft socioloog Vatan Hüzeir in zijn rapport ‘A Pipeline of Ideas, How the Rotterdam School of Management facilitates climate change by collaborating with the fossil fuel industry’.
Een jaar lang onderzochten Hüzeir en vier collega’s de banden tussen het oliebedrijf en de Rotterdam Business School.
Als grote geldschieter en belangrijke toekomstige werkgever van afgestudeerden mag het oliebedrijf meebeslissen over het onderwijscurriculum en meebepalen welke studenten de school aanneemt. Dat staat in een overeenkomst, een zogenaamd partnership, waarin Hüzeir inzage kreeg na een beroep te hebben gedaan op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob).
Stuurgroep
De overeenkomst voorziet in de oprichting van een ‘stuurgroep’ waarin Shellmanagers en onderzoekers van de RSM deelnemen.
In de stuurgroep worden kennis en inzichten uitgewisseld, met als doel gezamenlijke prioriteiten vast te stellen, de richting van het partnerschap te bepalen, en ‘for Shell to potentially influence the design of the RSM curriculum and the profile of students who attend the BSc/MSc/MBA programmes.’ Lees hierover ook het artikel dat De Correspondent schreef.
De grootste geldschieter
De TU heeft ook nauwe banden met Shell. Shell is de grootste geldschieter voor Delfts onderzoek uit het bedrijfsleven. In 2011 tekenden de TU en Shell een ‘preferred partnership’. Dat vijfjarige contract is eind vorig jaar verlengd.
Wat staat er in dat contract? Mag Shell invloed uitoefenen op de onderzoeksmethodiek, het curriculum en de toelating van studenten? “Nee”, reageert Antal Baggerman resoluut. Baggerman werkt bij het valorisatiecentrum van de TU, meer specifiek bij het Business Relations Team. Dit team beheert en onderhoudt het relatienetwerk van de TU Delft.
Baggerman beaamt dat Shell vanuit het bedrijfsleven de grootste geldschieter van de TU is. Het bedrijf financiert dertig à veertig promotieplekken.
Richting geven
“Door haar keuze voor het soort onderzoek dat ze financiert, geeft Shell natuurlijk in zekere zin richting aan de wetenschap die bedreven wordt. Het gaat vooral om onderzoek naar oliewinningstechnieken en verwerkingstechnieken. Niet heel verwonderlijk.”
“Maar”, vervolgt Baggerman, “het bedrijf bepaalt niet het studiecurriculum en niet welke studenten worden aangenomen. Ook blokkeert het niet de publicatie van onderzoeksbevindingen.”
“Soms worden publicaties drie à zes maanden uitgesteld, zodat Shell tijd heeft om patenten aan te vragen. Maar gepubliceerd wordt er. Dat is logisch, want anders kunnen de promovendi niet promoveren.”
Baggerman mag niet zeggen hoeveel geld Shell jaarlijks investeert in de TU. Na overleg met het cvb laat hij weten dat Delta wel binnenkort het preferred partnership-contract mag inzien. Wordt dus vervolgd.
Fossil Free Delft
De bevindingen over de nauwe verwevenheid tussen Shell en de Rotterdam Business School baart de Delftse actiegroep Fossil Free TU Delft zorgen. Deze groep, die voornamelijk uit studenten bestaat, roept het college van bestuur op om de banden met de fossiele brandstofindustrie af te bouwen. Ze wil dat het college van bestuur daarvoor een strategie ontwikkelt.
De derde geldstroom, het geld van bedrijven, wordt alsmaar belangrijker voor universiteiten. Welke bedrijven steken geld in de TU en om welke bedragen gaat het? Daarin zegt Fossil Free TU Delft inzicht te willen krijgen.
Transparantie
“In april hebben we het college van bestuur gevraagd openheid te geven in de financiële stromen van de TU. Daar hebben we nog geen reactie op gekregen”, vertelt Gjalt Annega, de oprichter van Fossil Free TU Delft. “We willen dat de universiteit transparant is. Als ze niet reageert, moeten we ook gebruik gaan maken van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob).”
“Wobben zal weinig zin hebben”, zegt Baggerman. “Zodra ergens een euro overheidsgeld in zit, kun je een beroep doen op de Wet openbaarheid bestuur. Maar Shell financiert alles zelf. Ze doet niet mee aan financieringsprojecten in samenwerking met overheidsinstellingen.”
Een goed overzicht in de financiën is er hoe dan ook niet, zegt Baggerman. “Onderzoeksgroepen en afdelingen aan de TU houden ieder afzonderlijk bij hoeveel geld ze van wie krijgen. We hebben geen overzicht.”
Annega vindt dat een raar verhaal. “De TU is toch een openbare instelling. Dan moet het transparant zijn over waar het geld vandaan komt”
Het preffered partnership
In een persbericht over de samenwerking schreef de TU in 2011 het volgende: “Het partnership gaat verder dan R&D-activiteiten en omvat mede een uitwisselingsprogramma voor wetenschapsmensen om de gezamenlijke projecten sneller te doen verlopen en de relatie nog verder te versterken. Daarbij bouwt Shell op haar groep van vijf gasthoogleraren die momenteel in Delft doceren. In ruil daarvoor stimuleert TU Delft wetenschappers om researchprojecten bij Shell uit te voeren.
De overeenkomst voorziet tevens in intensievere steun aan studieactiviteiten.” De huidige gezamenlijke R&D-activiteiten van Shell en TU Delft zijn vooral gericht op drie terreinen: geofysica en EOR (tertiaire oliewinning), fluid flow & materials en procestechnologie.
Een onlangs aangekondigd, omvangrijk project is het recovery factory-programma. Doel van dit zesjarige project is het ontwikkelen van innovatieve technologieoplossingen om de hoeveelheid olie en gas die uit ondergrondse reservoirs kan worden gewonnen, te vergroten door nieuwe technologie met traditionele methoden te combineren.
Comments are closed.