Het maakt in het hoger onderwijs uit waar je wieg stond. Studenten uit armere gezinnen hebben het zwaarder met hun studie en zitten vaker in de financiële problemen.
Dutch only
De ene student maakt in het hoger onderwijs meer kans dan de andere, blijkt opnieuw uit de jaarlijkse Monitor Beleidsmaatregelen die minister Robbert Dijkgraaf begin juli naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Onderzoeksbureau ResearchNed belicht daarin allerlei trends in het hoger onderwijs, voor zover zichtbaar in de cijfers. Wat is bijvoorbeeld het studiesucces van verschillende groepen studenten?
Het inkomen van ouders speelt een grote rol. Nog altijd maken studenten minder kans om hun studie vlot te doorlopen als hun ouders weinig geld verdienen. Zeker in het hbo kunnen ze daar last van hebben.
De makers van de monitor hebben vijf inkomensgroepen onderscheiden. In het hbo is de spreiding groot: tussen studenten uit gezinnen met de laagste en hoogste inkomens is een kloof van ruim 15 procentpunt in het studiesucces. Aan de universiteiten blijven vooral studenten uit de armste gezinnen achter bij de rest, maar verder zijn de verschillen kleiner.
(Uit: Monitor Beleidsmaatregelen Hoger Onderwijs 2022-2023, ResearchNed.)
Inkomen studenten
Hier komt bovenop dat studenten vaker financiële problemen ervaren. Vorig collegejaar steeg dat aandeel van 17 naar 22 procent. Dit lot treft vooral groepen die het toch al moeilijker hebben.
Van de studenten uit gezinnen met een laag inkomen heeft nu één op de drie financiële problemen. Hetzelfde geldt voor studenten uit gezinnen zonder een hoogopgeleide ouder. Die groepen zullen uiteraard overlappen.
(Uit: Monitor Beleidsmaatregelen Hoger Onderwijs 2022-2023, ResearchNed.)
De financiële problemen kunnen invloed hebben op de studieloopbaan. Studenten uit armere gezinnen liggen minder goed op schema, ook al besteden ze volgens de monitor meer tijd aan hun studie. Ze vallen eerder uit en switchen ook vaker van opleiding.
Mannen en vrouwen
Ook het verschil tussen mannen en vrouwen springt nog altijd in het oog. In het hbo behaalt zo’n 40 procent van de mannen binnen vijf jaar (dus met hooguit één jaar vertraging) het bachelordiploma, tegen 60 procent van de vrouwen.
Bij de driejarige universitaire bacheloropleidingen haalt meer dan 80 procent van de vrouwen het diploma binnen vier jaar. Hun mannelijke medestudenten blijven nipt onder de 70 procent.
HOP, Bas Belleman en Peer van Tetterode
Do you have a question or comment about this article?
redactie@hogeronderwijspersbureau.nl
Comments are closed.