Bioprocestechnologe Francine van Dierendonk verblijft drie maanden in de VS. Ieder jaar geeft Fluor Daniel twee studenten met een ingenieursopleiding de kans om drie maanden naar de Verenigde Staten te gaan.
De zogeheten Fellowship is opgebouwd uit twee delen: eerst zeven weken business-vakken volgen aan de Carnegie Mellon University in Pittsburgh en vervolgens een maand werken op het hoofdkantoor van Fluor in Californië. Daar tussenin mag je dan twee weken vakantie vieren. Dit jaar zijn Marco Verwijs, zesdejaars chemische technologie in Delft, en ik de gelukkigen.
Eigenlijk is studeren in Pittsburgh al een hele vakantie op zich. De stad heeft evenveel inwoners als Amsterdam, maar qua mentaliteit is het net een dorp. Op straat groeten onbekenden elkaar en iedereen is vriendelijk en behulpzaam. Op een dolle vrijdagavond bijvoorbeeld, bleek het aantal taxi’s in Pittsburgh belachelijk laag. De bars sluiten om twee uur en thuis komen lijkt dan onmogelijk. Een uur kansloos wachten verder, de barmannen hadden inmiddels opgeruimd en schoongemaakt, biedt één van de serveersters een lift aan. Ze bracht onbekenden om drie uur ‘s nachts ‘gewoon% even thuis: voor haar een dikke 25 minuten omrijden.
Ook op de universiteit zijn de mensen oprecht aardig. De studenten waar wij colleges mee volgen, werken overdag en doen in de avonduren hun MBA-opleiding. Opdrachten maken en studeren gebeurt in het weekeinde. Gemiddeld zijn ze zo%n zeven jaar ouder: ik heb nog nooit zoveel trouwringen in de collegezaal gezien. Maar hoewel iedereen keihard aan zijn of haar carrière werkt, is er geen sprake van individuele competitie. En, zoals de Amerikanen zeggen there%s a time to work and a time to play: drukke baan, vrouw en kinderen ten spijt, op donderdagavond wordt er na college geborreld.
Internet is hier meer ingeburgerd dan in Nederland. Van senioren en huisvrouwen tot schoolgaande kinderen en zakenlui, iedereen die een computer heeft weet ook hoe hij of zij met internet om moet gaan. In de collegezalen is naast iedere stoel een plug-in voor een laptop te vinden. Opdrachten en lesmateriaal zijn over het algemeen beschikbaar op de webpage van de desbetreffende docent, en
e-commerce is een hot topic. Afstandsonderwijs is veel beter ontwikkeld. Onze finance-docent ging na college het hele verhaal een tweede keer vertellen aan studenten via video conferencing. Een universiteit in Californië doet nu een test waarbij colleges op video worden opgenomen. Studenten die de colleges missen of nog een keer willen zien, kunnen dan via internet de tape bekijken. In Europa lopen we wat dit alles betreft een heel aantal jaren achter.
Voor mij is het bezoek aan Pittsburgh de eerste kennismaking met de Verenigde Staten. Ik heb hier geleerd dat niet álle Amerikanen oppervlakkig zijn, dat ze humor hebben en heel wat zelfkritiek. Overigens ook op politiek gebied. Natuurlijk spreek ik voornamelijk met MBA-studenten, maar het aantal vooroordelen over Amerikanen dat ik had, is in Pittsburgh eenstuk minder geworden!
Ieder jaar geeft Fluor Daniel twee studenten met een ingenieursopleiding de kans om drie maanden naar de Verenigde Staten te gaan. De zogeheten Fellowship is opgebouwd uit twee delen: eerst zeven weken business-vakken volgen aan de Carnegie Mellon University in Pittsburgh en vervolgens een maand werken op het hoofdkantoor van Fluor in Californië. Daar tussenin mag je dan twee weken vakantie vieren. Dit jaar zijn Marco Verwijs, zesdejaars chemische technologie in Delft, en ik de gelukkigen.
Eigenlijk is studeren in Pittsburgh al een hele vakantie op zich. De stad heeft evenveel inwoners als Amsterdam, maar qua mentaliteit is het net een dorp. Op straat groeten onbekenden elkaar en iedereen is vriendelijk en behulpzaam. Op een dolle vrijdagavond bijvoorbeeld, bleek het aantal taxi’s in Pittsburgh belachelijk laag. De bars sluiten om twee uur en thuis komen lijkt dan onmogelijk. Een uur kansloos wachten verder, de barmannen hadden inmiddels opgeruimd en schoongemaakt, biedt één van de serveersters een lift aan. Ze bracht onbekenden om drie uur ‘s nachts ‘gewoon% even thuis: voor haar een dikke 25 minuten omrijden.
Ook op de universiteit zijn de mensen oprecht aardig. De studenten waar wij colleges mee volgen, werken overdag en doen in de avonduren hun MBA-opleiding. Opdrachten maken en studeren gebeurt in het weekeinde. Gemiddeld zijn ze zo%n zeven jaar ouder: ik heb nog nooit zoveel trouwringen in de collegezaal gezien. Maar hoewel iedereen keihard aan zijn of haar carrière werkt, is er geen sprake van individuele competitie. En, zoals de Amerikanen zeggen there%s a time to work and a time to play: drukke baan, vrouw en kinderen ten spijt, op donderdagavond wordt er na college geborreld.
Internet is hier meer ingeburgerd dan in Nederland. Van senioren en huisvrouwen tot schoolgaande kinderen en zakenlui, iedereen die een computer heeft weet ook hoe hij of zij met internet om moet gaan. In de collegezalen is naast iedere stoel een plug-in voor een laptop te vinden. Opdrachten en lesmateriaal zijn over het algemeen beschikbaar op de webpage van de desbetreffende docent, en
e-commerce is een hot topic. Afstandsonderwijs is veel beter ontwikkeld. Onze finance-docent ging na college het hele verhaal een tweede keer vertellen aan studenten via video conferencing. Een universiteit in Californië doet nu een test waarbij colleges op video worden opgenomen. Studenten die de colleges missen of nog een keer willen zien, kunnen dan via internet de tape bekijken. In Europa lopen we wat dit alles betreft een heel aantal jaren achter.
Voor mij is het bezoek aan Pittsburgh de eerste kennismaking met de Verenigde Staten. Ik heb hier geleerd dat niet álle Amerikanen oppervlakkig zijn, dat ze humor hebben en heel wat zelfkritiek. Overigens ook op politiek gebied. Natuurlijk spreek ik voornamelijk met MBA-studenten, maar het aantal vooroordelen over Amerikanen dat ik had, is in Pittsburgh eenstuk minder geworden!
Comments are closed.