Education

‘Civiel en geodesie moeten meer samenwerken’

Civiele techniek en geodesie zijn beide ‘zeer goede’ opleidingen, die nog verder verbeterd kunnen worden door onderlinge samenwerking.

De samenwerking tussen de opleidingen civiele techniek en geodesie zou nog verder uitgebreid moeten worden door het gemeenschappelijk organiseren van vakken in de eerste tweeënhalf jaar, zo sprak commissievoorzitter prof.dr.ir. J.F. Agema van de onderwijs-visitatiecommissie van de VSNU, de vereniging van Nederlandse universiteiten. De commissie bezocht vorige week Delft.

In de laatste tweeënhalf jaar moeten studenten van beide opleidingen gezamenlijk aan de slag met multidisciplinaire, ontwerpgerichte projecten, vindt de commissie. Nu is het aanleren van een ontwerpmethode bij civiele techniek nog onvoldoende in het onderwijsprogramma geïntegreerd. Agema: ,,Het moet in die projecten echt gaan om de ontwerpvaardigheden, niet om de vakinhoud.”

Een verregaande samenwerking tussen geodesie en civiele techniek zou ook de studententoeloop naar geodesie, nu problematisch klein, kunnen vergroten.

De inhoud van de vakken is goed, volgens de commissie, maar op het gebied van organisatie vallen nog wel verbeteringen te boeken. Zo is bij civiele techniek de kopstudie naar het oordeel van de commissie te ‘gefragmenteerd’. Studiefaciliteiten als computers en projectruimten noemt de commissie bij beide opleidingen ‘zeer goed’.

Decaan prof.ir. H.J. Overbeek is net als opleidingsdirecteur van civiele techniek prof.dr.ir. A.A.A. Molenaar verguld met het lovende oordeel van de commissie. Molenaar is nauwelijks verrast over het goede oordeel: ,,Diverse zwakke plekken zijn nog eens aan het licht gebracht maar vele daarvan hadden we zelf ook al onderkend. We werken nu al aan verbeteringen.”

De samenwerking tussen de opleidingen civiele techniek en geodesie zou nog verder uitgebreid moeten worden door het gemeenschappelijk organiseren van vakken in de eerste tweeënhalf jaar, zo sprak commissievoorzitter prof.dr.ir. J.F. Agema van de onderwijs-visitatiecommissie van de VSNU, de vereniging van Nederlandse universiteiten. De commissie bezocht vorige week Delft.

In de laatste tweeënhalf jaar moeten studenten van beide opleidingen gezamenlijk aan de slag met multidisciplinaire, ontwerpgerichte projecten, vindt de commissie. Nu is het aanleren van een ontwerpmethode bij civiele techniek nog onvoldoende in het onderwijsprogramma geïntegreerd. Agema: ,,Het moet in die projecten echt gaan om de ontwerpvaardigheden, niet om de vakinhoud.”

Een verregaande samenwerking tussen geodesie en civiele techniek zou ook de studententoeloop naar geodesie, nu problematisch klein, kunnen vergroten.

De inhoud van de vakken is goed, volgens de commissie, maar op het gebied van organisatie vallen nog wel verbeteringen te boeken. Zo is bij civiele techniek de kopstudie naar het oordeel van de commissie te ‘gefragmenteerd’. Studiefaciliteiten als computers en projectruimten noemt de commissie bij beide opleidingen ‘zeer goed’.

Decaan prof.ir. H.J. Overbeek is net als opleidingsdirecteur van civiele techniek prof.dr.ir. A.A.A. Molenaar verguld met het lovende oordeel van de commissie. Molenaar is nauwelijks verrast over het goede oordeel: ,,Diverse zwakke plekken zijn nog eens aan het licht gebracht maar vele daarvan hadden we zelf ook al onderkend. We werken nu al aan verbeteringen.”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.