Wetenschap in werking

br />
Met de wederopbouw in volle gang waren de jaren vijftig en zestig de hoogtijdagen van de technische mechanica. Ingenieurs leverden de blauwdruk die het agrarisch georiënteerde Nederland zou omvormen tot een industriële natie.

De jaren daarna leek het vakgebied wat te sluimeren, maar de technische mechanica staat nu weer volop in de belangstelling. Vorig jaar augustus werd zelfs een prestigieuze Amerikaanse prijs naar oud-TU-hoogleraar dr.ir. W.T. Koiter vernoemd, die als grondlegger van de vaste-stofmechanica beschouwd wordt.

Dat bracht een balletje aan het rollen. Prof.dr.ir. R. de Borst van de vakgroep mechanica en constructies van de faculteit Civiele Techniek, liep al een tijdje rond met het idee voor een dergelijk instituut. ,,Er werd in wandelgangen geregeld over gesproken, en het plan voor de oprichting is zo op heel informele wijze tot stand gekomen”, vertelt De Borst. ,,Zo’n idee groeit, en eind vorig jaar zijn we echt begonnen met de uitwerking.”

Hoewel het Koiter Instituut Delft nog op de tekentafel ligt, werken de faculteiten Werktuigbouwkunde, Civiele Techniek en Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek al wel intensief samen. De Borst: ,,Op dit moment heeft het instituut de vorm van een interfacultaire werkgroep die tussen de deelnemende faculteiten zit. Daardoor komen we veel bij elkaar over de vloer.”
Steen

Het College van Bestuur heeft het voorstel deze week behandeld, en daarmee is de eerste steen van het muurloze instituut gelegd. De samenwerking verloopt in elk geval voorspoedig. De Borst heeft de afgelopen driekwart jaar ‘heel plezierig’ kunnen werken, en voorziet ondanks ‘wat kleine dingen’ geen problemen bij de uitvoering. ,,De ondertoon bij de besprekingen is zeer positief. De vlaggen staan de goede kant op, en we zijn nu bezig de faciliteiten, apparatuur en het onderzoeksprogramma te regelen.”

Het Koiter Instituut Delft zal voornamelijk worden gefinancierd uit stimuleringsfondsen van de TU en geld van de technologiestichting STW. De Borst verwacht weinig geldschieters uit het bedrijfsleven. ,,We gaan niet op de markt zitten, dat is geen primair oogmerk van dit samenwerkingsverband.”

Over de soepele totstandkoming van het Koiter Instituut Delft is hij in elk geval erg tevreden. ,,Dit is de manier om het te doen”, vindt De Borst. ,,Eerst zorgen voor een goede samenwerking, en dan pas proberen iets op poten te zetten. Ergens van tevoren een stempel op drukken, dat werkt niet.”

Het idee hing al een tijdje in de lucht, maar deze week is het Koiter Instituut Delft de wandelgangen eindelijk ontgroeid. Over de come-back van de technische mechanica.

Met de wederopbouw in volle gang waren de jaren vijftig en zestig de hoogtijdagen van de technische mechanica. Ingenieurs leverden de blauwdruk die het agrarisch georiënteerde Nederland zou omvormen tot een industriële natie.

De jaren daarna leek het vakgebied wat te sluimeren, maar de technische mechanica staat nu weer volop in de belangstelling. Vorig jaar augustus werd zelfs een prestigieuze Amerikaanse prijs naar oud-TU-hoogleraar dr.ir. W.T. Koiter vernoemd, die als grondlegger van de vaste-stofmechanica beschouwd wordt.

Dat bracht een balletje aan het rollen. Prof.dr.ir. R. de Borst van de vakgroep mechanica en constructies van de faculteit Civiele Techniek, liep al een tijdje rond met het idee voor een dergelijk instituut. ,,Er werd in wandelgangen geregeld over gesproken, en het plan voor de oprichting is zo op heel informele wijze tot stand gekomen”, vertelt De Borst. ,,Zo’n idee groeit, en eind vorig jaar zijn we echt begonnen met de uitwerking.”

Hoewel het Koiter Instituut Delft nog op de tekentafel ligt, werken de faculteiten Werktuigbouwkunde, Civiele Techniek en Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek al wel intensief samen. De Borst: ,,Op dit moment heeft het instituut de vorm van een interfacultaire werkgroep die tussen de deelnemende faculteiten zit. Daardoor komen we veel bij elkaar over de vloer.”
Steen

Het College van Bestuur heeft het voorstel deze week behandeld, en daarmee is de eerste steen van het muurloze instituut gelegd. De samenwerking verloopt in elk geval voorspoedig. De Borst heeft de afgelopen driekwart jaar ‘heel plezierig’ kunnen werken, en voorziet ondanks ‘wat kleine dingen’ geen problemen bij de uitvoering. ,,De ondertoon bij de besprekingen is zeer positief. De vlaggen staan de goede kant op, en we zijn nu bezig de faciliteiten, apparatuur en het onderzoeksprogramma te regelen.”

Het Koiter Instituut Delft zal voornamelijk worden gefinancierd uit stimuleringsfondsen van de TU en geld van de technologiestichting STW. De Borst verwacht weinig geldschieters uit het bedrijfsleven. ,,We gaan niet op de markt zitten, dat is geen primair oogmerk van dit samenwerkingsverband.”

Over de soepele totstandkoming van het Koiter Instituut Delft is hij in elk geval erg tevreden. ,,Dit is de manier om het te doen”, vindt De Borst. ,,Eerst zorgen voor een goede samenwerking, en dan pas proberen iets op poten te zetten. Ergens van tevoren een stempel op drukken, dat werkt niet.”