Campus

‘Ik heb een gruwelijke hekel aan modellen’

NewMetropolis: omdat wetenschap leuk is. Het in juni geopende Amsterdamse science and technology center probeert de belangstelling voor bèta te stimuleren vanuit een ultra-moderne filosofie.

Een kijkje aan de hand van de directeur van het eigen Techniek Museum.

NewMetropolis is de naam. Het is de opvolger van het Technologie Museum NINT in Amsterdam. De beroemde Italiaanse architect Renzo Piano tekende voor het gebouw dat gezichtsbepalend is geworden voor de IJ-oevers. Qua vorm is het het spiegelbeeld van de IJ-tunnel. Tenminste, zo heeft Piano het bedoeld. Tot ongenoegen van newMetropolis ziet de bevolking er iets anders in; het gebouw kreeg al gauw als bijnaam ‘Het Schip’.

Het nieuwe gebouw betekent volgens de bemanning veel meer dan een verandering van locatie. Het oude technologiemuseum heeft zich ontpopt tot een ‘science center van de vierde generatie’. Uniek in Nederland, ongeëvenaard in Europa. Vergelijkbare centers in Europa zijn weliswaar groter, maar zijn ouderwets in hun aanpak. De aandacht van de media was er bij de opening in juni dan ook naar. Geen krant liet een pagina newMetropolis aan zich voorbijgaan.

In een vergeten hoekje van het Delftse centrum ligt het Techniek Museum Delft. Geen groots gebouw van een groot architect, maar gehuisvest in de voormalige TU-mensa. Geen landelijke pers, maar zo nu en dan een berichtje in Delta. Toch zijn newMetropolis en ‘het Delftse universiteitsmuseum’ geen vreemden voor elkaar. Directeur dr. Han G. Heijmans stond – voor hij anderhalf jaar geleden naar Delft vertrok – samen met anderen aan de wieg van het Amsterdamse science center. Als het aan hem ligt ontwikkelt het Techniek Museum zich in de richting van een newMetropolis aan de Schie; in het klein weliswaar. ,,Op termijn wil ik dezelfde filosofie doorvoeren.”

Even is Heijmans terug op het oude nest, op verzoek van Delta. Voor een rondleiding door newMetropolis met Delftse ogen. Het museum blakert in de zon, mooi gelegen in zijn decor van een diepblauwe lucht en grijsblauw kabbelend IJ-water. Jongeren zonnen op het dak dat vrij toegankelijk is, en genieten van het uitzicht op de binnenstad. Het enige nadeel van het aflopende dakterras is dat het er nogal winderig is.
Pretpark

De entreeprijs is niet gering: fl.22,50 voor een volwassene; museumjaarkaarten zijn niet geldig. ,,Maar je moet het vergelijken met de prijs van een kaartje voor de dierentuin of pretpark”, vindt Heijmans. newMetropolis is namelijk uitdrukkelijk geen museum – hoewel tout Amsterdam het zo noemt – maar een ‘science center’. ,,Het heeft geen beheer- en behoudfunctie”, legt Heijmans uit. ,,Alleen een publieksfunctie.” Kort gezegd komt het erop neer dat de in newMetroplis tentoongestelde objecten (de ‘exhibits’) geen museale waarde hebben. Het inmiddels opgeheven Evoluon inEindhoven was het eerste science center in Nederland.

Maar wat is die vermaarde filosofie van newMetropolis? Heijmans wil een poging wagen, maar waarschuwt uitdrukkelijk dat zijn visie niet dezelfde hoeft te zijn als die van newMetropolis.

,,Waar ik me erg in kan vinden is dat bezoekers hier gezien worden als gebruikers”, zegt Heijmans. ,,De gebruikers kiezen zelf voor de exhibits waar ze behoefte aan hebben. Ze stellen hun eigen dagje uit samen.” De onvermijdelijke term ‘interactief’ valt. ‘Hands-on exhibits‘, zeggen ze in newMetropolis. Want met de filosofie is ook de terminologie goeddeels uit de Verenigde Staten overgewaaid.

Verder heeft het kind dat proefondervindelijk leert een prominente plaats in newMetropolis. De overige trefwoorden die Heijmans noemt, zijn: bottom-up-benadering en open-einde-verhaal: ,,NewMetropolis biedt geen geprefabriceerd verhaal dat de bezoeker alleen maar hoeft af te draaien.”

Maar de op Amerikaanse leest geschoeide filosofie waarop newMetropolis-directeur Joost Douma verder geborduurd heeft, kent meer elementen. ,,Noble factory design”, noemt Heijmans: ,,De exhibits moeten eerlijk, functioneel en het liefst echt zijn.” Wat dit laatste betreft is newMetropolis volgens hem niet geheel in de opzet geslaagd. ,,Veel dingen zien er nogal over-designed uit.”

,,Ik omarm de filosofie van Joost Douma. Maar de praktijk van newMetropolis voldoet niet volledig aan de theorie. De filosofieën en concepten zijn allemaal schitterend. Maar het is ontzettend moeilijk om dat naar het publiek te communiceren. Sommige zaken zijn wat te hoog gegrepen.”
Computerspel

Wie aan de kassa van newMetropolis betaald heeft, krijg een magneetkaart. Net als in de Parijse metro opent de poort zich pas nadat de bezoeker deze kaart bij de ingang in een automaat gestopt heeft. De kaartjesknipper lijkt weggeautomatiseerd. Maar om de bezoeker met magneetkaartproblemen terzijde te staan, staat bij iedere ingang toch een ‘host‘.

newMetropolis is opgebouwd uit vijf verschillende tentoonstellingen, ook wel zones genoemd. Na passage van het magneetpoortje dat iedere bezoeker met een vriendelijk tikje tegen de billen welkom heet, stuiten we direct op de zone Interacties. ‘Interacties gaat over uitwisseling van informatie, geld en goederen’, meldt de persmap.

De interactieve gedeeltes binnen het science center bestaan voornamelijk uit beeldscherm en muis, en hebben veel weg van een computerspel. De telecommunicatiehoek bijvoorbeeld. Op een scherm verschijnt het eigen hoofd. Het duurt even voor je door hebt wat grofweg de essentie is van dit ‘spel’. Het heeft te maken met kwartetten; het onderhandelen met andere deelnemers staat centraal. Plots verschijnt een bebaard gezicht op het scherm: videoconferencing. Verschrikt turen we naar de ruggen achter ons om uit te vinden aan wie dit hoofd toebehoort.

De meeste spelers lopen na enkele minuten weg zonder veel van het spel begrepen te hebben. Veel kwartetten worden er niet gecompleteerd. Bij het druk bezochte volgende spel (‘op weg’), moet de deelnemer vrachten door Europa vervoeren. Elders in de Interacties-zone kunnen we onze financiële vaardigheden testenin het transactiespel ‘superbankier’. ,,Bèta-elementen ingebed in de praktijk”, licht Heijmans toe.

Dat de werking van de spelen en ook van veel andere onderdelen vooral proefondervindelijk begrepen kan worden, maakt ook deel uit van de filosofie, meent Heijmans. ,,Laatst was ik hier met een groep TU-mensen. ‘Het is zo moeilijk, ik weet niet wat ik moet doen’, klaagde iemand”, vertelt Heijmans die het ontbreken van lappen tekst met uitleg juist als een pre ziet. ,,Traditionele science centers zijn vaak een soort leerboek. Maar kinderen gaan proefondervindelijk te werk. Je moet kinderen niet als een schoolmeester aanspreken. Je moet kinderen zelf laten ontdekken.”
Tandwielen

Is newMetropolis dan een kinderspeelplaats? Het science center ziet kinderen als een belangrijke doelgroep; en als het aan Heijmans ligt krijgt het kind in zijn toekomstige Techniek Museum een vergelijkbare plaats. ,,Acht- tot veertienjarigen vormen de hoofddoelgroep. Maar het is natuurlijk het mooiste als er binnen dezelfde exhibit meerdere niveau’s aanwezig zijn. Dat zowel ouders als kinderen op dezelfde plek iets leuks vinden.”

De zone Technologie ligt op dezelfde verdieping. Direct in het oog springt ‘De Fabriek’: een grote knikkerbaan waar gekleurde plastic ballen ronddolen. Zoals ook de knikkerbaan in het Delftse Techniek Museum bewijst, kunnen deze apparaten rekenen op langdurige belangstelling van kinderen. ,,Erg leuk om te zien”, zegt Heijmans. Maar hij vindt het jammer dat deze baan niet puur mechanisch werkt. ,,Er zitten relais in; een soort magie dat een kind niet snapt.”

,,Ik heb een voorkeur voor mechanische zaken, omdat ze inzichtelijk zijn. Je kunt kinderen zo op een laagdrempelig niveau de elementaire processen uit de techniek leren waarderen.” Om deze reden kan een onderdeel op de volgende verdieping niet door de beugel. Door een druk op de knop ontwikkelt zich een elektrisch veld in een niet-zichtbare spoel waardoor een magneet de lucht in vliegt. ,,Je moet als kind het idee hebben dat je er iets van snapt. Per definitie geen geheimzinnige zaken. Waarom? Omdat ze ingewikkeld zijn.”

Heijmans betreurt het dat hier en daar de hand gelicht is met het zogenaamde noble-factory-design. Het verwisselen van een echte autoband mag de bezoeker met echt gereedschap uitvoeren. ,,Maar waarom zit het wiel vast aan een abstract ding en niet aan een echte as?”

Vergelijkbare ergernisjes doen zich voor op de volgende verdieping bij de zone Energie. Met een hoop gezucht en gepuf geeft een grote nagemaakte turbine aan hoe brandstoffen naar elektriciteit worden omgezet. ,,Puur namaak, dat vind ik niks.” Als het aan Heijmans gelegen had, waren alle apparaten in newMetropolis echt geweest. ,,Ik heb een gruwelijke hekel aan modellen.” Modellen sluiten aan bij de ‘leerboek-methode’, legt hij uit. Terwijl het leren door eigen ondervinding snakt naar het echte, de ‘Realbegegnung‘. ,,Modellen hebben uitsluitend één functie: educatie. En ik ben geen leraar. Het ergst zijn die opengewerkte modellen. Net een 3D-pagina uit een leerboek.”
Rosa Romana

Echt aan het werk mogen de bezoekers van newMetropolis in het laboratorium. Zonder witte jas aan en plastic bril op, laat de hostess ons niet binnen: ,,Ook voor de sfeer ja, maar ook omdat het verplicht is.” We blijken in het Gerechtelijk Laboratorium te zijn binnengevallen. Een groep voornamelijk dertigers is bezig met het nemen van vingerafdrukken van theekopjes en andere experimenten.

Wat is er gebeurd? De struik Rosa Romana is op brute wijze vermoord; de hostess tilt het stoffelijk overschot even in de lucht. Gelukkig zijn er in de tuin diverse attributen gevonden die aanwijzingen voor de toedracht kunnen bevatten. En verdachten zijn er ook: foto’s van museummedewerkers hangen aan het prikbord.

,,Dit is echt”, roept Heijmans. ,,Daarom is het zo leuk.” Het laboratorium waar de deelnemers ‘svo’s’ (stukken van overtuiging) onderzoeken is inderdaad niet van echt te onderscheiden. ,,Een lekker rommeltje zoals het hoort.”

De proefjes zijn voltooid, en onder leiding van de hostess combineren de aanwezigen hun bevindingen in de hoop een schuldige te kunnen aanwijzen. In het Engels, want ook toeristen blijken newMetropolis al gevonden te hebben. ,,De moord wordt niet altijd opgelost”, vertrouwt de hostess ons toe. ,,Dat is voor kinderen soms onbevredigend. Daarom hopen we dat er wel een schuldige uitkomt.”

De twee zones die zich op de bovenste verdiepingen van het gebouw bevinden, geven de indruk de stiefkindjes van het museum te zijn. De afdeling Wetenschap had oorspronkelijk het doel om het sociaal-constructivistische aspect van wetenschap duidelijk te maken, meldt Heijmans, die twee jaar geleden zelf betrokken was bij dit onderdeel. ,,Maar daar is niet veel van terecht gekomen. Het is heel technisch geworden.” Een debat tussen Newton en Huygens over het ambivalente karakter van licht loopt als een rode draad door deze afdeling heen.

Helemaal ‘op zolder’ eindigen we bij ‘De Mens’. Menselijke hersenen op sterk water sieren de verdieping. Heijmans constateert dat het aanvankelijke idee om eveneens menselijke foetussen in verschillende stadia van ontwikkeling neer te zetten, geen doorgang heeft gevonden. ,,Dat vond men blijkbaar te ver gaan, maar van mij had het wel gemogen.”

NewMetropolis ligt op tien minuten lopen van Amsterdam CS aan het IJ. Entree volwassen 22,50; kinderen 17,50. Elke dag geopend van 10-18; van vrijdag t/m zondag tot 21.

‘Practica in het Techniek Museum’

Directeur Han Heijmans is bezig het Techniek Museum om te vormen. De publieksbenadering van newMetropolis staat hem daarbij voor ogen.

Heijmans wil de filosofie van newMetropolis overnemen: geen concrete objecten die tentoongesteld worden. ,,Natuurlijk wordt het veel kleinschaliger dan newMetropolis en met minder ambities. Het Techniek Museum wordt geen volwaardig science center. Het blijft een museum met een echte collectie, maardan wel een met science center-trekken.”

Dat betekent meer interactie met het publiek, en meer sfeer. ,,Het lijkt me bijvoorbeeld leuk om in een hoek van het stoommachinegedeelte een enorme berg kolen neer te gooien.” Kinderen komen in het nieuwe Techniek Museum op de eerste plaats. ,,Het gaat niet om kennisoverdracht, maar het aanleren van een attitude. Een positief gevoel bijbrengen voor techniek. Het moet geen museum voor technici zijn. Technici zijn al bekeerd.”

,,Ik ben een driftig voorstander van het onderbrengen van het museum in de TU-nieuwbouwwijk. Daarnaast streef ik ernaar dat de actieve studiecollecties in het museum komen. Practica die samenhangen met deze collecties kunnen dan in het museum plaatsvinden. Studenten en hoogleraren gaan zo onderdeel uitmaken van datgene wat ik exposeer. De bezoeker ziet het dagelijks leven van de student.”

NewMetropolis: omdat wetenschap leuk is. Het in juni geopende Amsterdamse science and technology center probeert de belangstelling voor bèta te stimuleren vanuit een ultra-moderne filosofie. Een kijkje aan de hand van de directeur van het eigen Techniek Museum.

NewMetropolis is de naam. Het is de opvolger van het Technologie Museum NINT in Amsterdam. De beroemde Italiaanse architect Renzo Piano tekende voor het gebouw dat gezichtsbepalend is geworden voor de IJ-oevers. Qua vorm is het het spiegelbeeld van de IJ-tunnel. Tenminste, zo heeft Piano het bedoeld. Tot ongenoegen van newMetropolis ziet de bevolking er iets anders in; het gebouw kreeg al gauw als bijnaam ‘Het Schip’.

Het nieuwe gebouw betekent volgens de bemanning veel meer dan een verandering van locatie. Het oude technologiemuseum heeft zich ontpopt tot een ‘science center van de vierde generatie’. Uniek in Nederland, ongeëvenaard in Europa. Vergelijkbare centers in Europa zijn weliswaar groter, maar zijn ouderwets in hun aanpak. De aandacht van de media was er bij de opening in juni dan ook naar. Geen krant liet een pagina newMetropolis aan zich voorbijgaan.

In een vergeten hoekje van het Delftse centrum ligt het Techniek Museum Delft. Geen groots gebouw van een groot architect, maar gehuisvest in de voormalige TU-mensa. Geen landelijke pers, maar zo nu en dan een berichtje in Delta. Toch zijn newMetropolis en ‘het Delftse universiteitsmuseum’ geen vreemden voor elkaar. Directeur dr. Han G. Heijmans stond – voor hij anderhalf jaar geleden naar Delft vertrok – samen met anderen aan de wieg van het Amsterdamse science center. Als het aan hem ligt ontwikkelt het Techniek Museum zich in de richting van een newMetropolis aan de Schie; in het klein weliswaar. ,,Op termijn wil ik dezelfde filosofie doorvoeren.”

Even is Heijmans terug op het oude nest, op verzoek van Delta. Voor een rondleiding door newMetropolis met Delftse ogen. Het museum blakert in de zon, mooi gelegen in zijn decor van een diepblauwe lucht en grijsblauw kabbelend IJ-water. Jongeren zonnen op het dak dat vrij toegankelijk is, en genieten van het uitzicht op de binnenstad. Het enige nadeel van het aflopende dakterras is dat het er nogal winderig is.
Pretpark

De entreeprijs is niet gering: fl.22,50 voor een volwassene; museumjaarkaarten zijn niet geldig. ,,Maar je moet het vergelijken met de prijs van een kaartje voor de dierentuin of pretpark”, vindt Heijmans. newMetropolis is namelijk uitdrukkelijk geen museum – hoewel tout Amsterdam het zo noemt – maar een ‘science center’. ,,Het heeft geen beheer- en behoudfunctie”, legt Heijmans uit. ,,Alleen een publieksfunctie.” Kort gezegd komt het erop neer dat de in newMetroplis tentoongestelde objecten (de ‘exhibits’) geen museale waarde hebben. Het inmiddels opgeheven Evoluon inEindhoven was het eerste science center in Nederland.

Maar wat is die vermaarde filosofie van newMetropolis? Heijmans wil een poging wagen, maar waarschuwt uitdrukkelijk dat zijn visie niet dezelfde hoeft te zijn als die van newMetropolis.

,,Waar ik me erg in kan vinden is dat bezoekers hier gezien worden als gebruikers”, zegt Heijmans. ,,De gebruikers kiezen zelf voor de exhibits waar ze behoefte aan hebben. Ze stellen hun eigen dagje uit samen.” De onvermijdelijke term ‘interactief’ valt. ‘Hands-on exhibits‘, zeggen ze in newMetropolis. Want met de filosofie is ook de terminologie goeddeels uit de Verenigde Staten overgewaaid.

Verder heeft het kind dat proefondervindelijk leert een prominente plaats in newMetropolis. De overige trefwoorden die Heijmans noemt, zijn: bottom-up-benadering en open-einde-verhaal: ,,NewMetropolis biedt geen geprefabriceerd verhaal dat de bezoeker alleen maar hoeft af te draaien.”

Maar de op Amerikaanse leest geschoeide filosofie waarop newMetropolis-directeur Joost Douma verder geborduurd heeft, kent meer elementen. ,,Noble factory design”, noemt Heijmans: ,,De exhibits moeten eerlijk, functioneel en het liefst echt zijn.” Wat dit laatste betreft is newMetropolis volgens hem niet geheel in de opzet geslaagd. ,,Veel dingen zien er nogal over-designed uit.”

,,Ik omarm de filosofie van Joost Douma. Maar de praktijk van newMetropolis voldoet niet volledig aan de theorie. De filosofieën en concepten zijn allemaal schitterend. Maar het is ontzettend moeilijk om dat naar het publiek te communiceren. Sommige zaken zijn wat te hoog gegrepen.”
Computerspel

Wie aan de kassa van newMetropolis betaald heeft, krijg een magneetkaart. Net als in de Parijse metro opent de poort zich pas nadat de bezoeker deze kaart bij de ingang in een automaat gestopt heeft. De kaartjesknipper lijkt weggeautomatiseerd. Maar om de bezoeker met magneetkaartproblemen terzijde te staan, staat bij iedere ingang toch een ‘host‘.

newMetropolis is opgebouwd uit vijf verschillende tentoonstellingen, ook wel zones genoemd. Na passage van het magneetpoortje dat iedere bezoeker met een vriendelijk tikje tegen de billen welkom heet, stuiten we direct op de zone Interacties. ‘Interacties gaat over uitwisseling van informatie, geld en goederen’, meldt de persmap.

De interactieve gedeeltes binnen het science center bestaan voornamelijk uit beeldscherm en muis, en hebben veel weg van een computerspel. De telecommunicatiehoek bijvoorbeeld. Op een scherm verschijnt het eigen hoofd. Het duurt even voor je door hebt wat grofweg de essentie is van dit ‘spel’. Het heeft te maken met kwartetten; het onderhandelen met andere deelnemers staat centraal. Plots verschijnt een bebaard gezicht op het scherm: videoconferencing. Verschrikt turen we naar de ruggen achter ons om uit te vinden aan wie dit hoofd toebehoort.

De meeste spelers lopen na enkele minuten weg zonder veel van het spel begrepen te hebben. Veel kwartetten worden er niet gecompleteerd. Bij het druk bezochte volgende spel (‘op weg’), moet de deelnemer vrachten door Europa vervoeren. Elders in de Interacties-zone kunnen we onze financiële vaardigheden testenin het transactiespel ‘superbankier’. ,,Bèta-elementen ingebed in de praktijk”, licht Heijmans toe.

Dat de werking van de spelen en ook van veel andere onderdelen vooral proefondervindelijk begrepen kan worden, maakt ook deel uit van de filosofie, meent Heijmans. ,,Laatst was ik hier met een groep TU-mensen. ‘Het is zo moeilijk, ik weet niet wat ik moet doen’, klaagde iemand”, vertelt Heijmans die het ontbreken van lappen tekst met uitleg juist als een pre ziet. ,,Traditionele science centers zijn vaak een soort leerboek. Maar kinderen gaan proefondervindelijk te werk. Je moet kinderen niet als een schoolmeester aanspreken. Je moet kinderen zelf laten ontdekken.”
Tandwielen

Is newMetropolis dan een kinderspeelplaats? Het science center ziet kinderen als een belangrijke doelgroep; en als het aan Heijmans ligt krijgt het kind in zijn toekomstige Techniek Museum een vergelijkbare plaats. ,,Acht- tot veertienjarigen vormen de hoofddoelgroep. Maar het is natuurlijk het mooiste als er binnen dezelfde exhibit meerdere niveau’s aanwezig zijn. Dat zowel ouders als kinderen op dezelfde plek iets leuks vinden.”

De zone Technologie ligt op dezelfde verdieping. Direct in het oog springt ‘De Fabriek’: een grote knikkerbaan waar gekleurde plastic ballen ronddolen. Zoals ook de knikkerbaan in het Delftse Techniek Museum bewijst, kunnen deze apparaten rekenen op langdurige belangstelling van kinderen. ,,Erg leuk om te zien”, zegt Heijmans. Maar hij vindt het jammer dat deze baan niet puur mechanisch werkt. ,,Er zitten relais in; een soort magie dat een kind niet snapt.”

,,Ik heb een voorkeur voor mechanische zaken, omdat ze inzichtelijk zijn. Je kunt kinderen zo op een laagdrempelig niveau de elementaire processen uit de techniek leren waarderen.” Om deze reden kan een onderdeel op de volgende verdieping niet door de beugel. Door een druk op de knop ontwikkelt zich een elektrisch veld in een niet-zichtbare spoel waardoor een magneet de lucht in vliegt. ,,Je moet als kind het idee hebben dat je er iets van snapt. Per definitie geen geheimzinnige zaken. Waarom? Omdat ze ingewikkeld zijn.”

Heijmans betreurt het dat hier en daar de hand gelicht is met het zogenaamde noble-factory-design. Het verwisselen van een echte autoband mag de bezoeker met echt gereedschap uitvoeren. ,,Maar waarom zit het wiel vast aan een abstract ding en niet aan een echte as?”

Vergelijkbare ergernisjes doen zich voor op de volgende verdieping bij de zone Energie. Met een hoop gezucht en gepuf geeft een grote nagemaakte turbine aan hoe brandstoffen naar elektriciteit worden omgezet. ,,Puur namaak, dat vind ik niks.” Als het aan Heijmans gelegen had, waren alle apparaten in newMetropolis echt geweest. ,,Ik heb een gruwelijke hekel aan modellen.” Modellen sluiten aan bij de ‘leerboek-methode’, legt hij uit. Terwijl het leren door eigen ondervinding snakt naar het echte, de ‘Realbegegnung‘. ,,Modellen hebben uitsluitend één functie: educatie. En ik ben geen leraar. Het ergst zijn die opengewerkte modellen. Net een 3D-pagina uit een leerboek.”
Rosa Romana

Echt aan het werk mogen de bezoekers van newMetropolis in het laboratorium. Zonder witte jas aan en plastic bril op, laat de hostess ons niet binnen: ,,Ook voor de sfeer ja, maar ook omdat het verplicht is.” We blijken in het Gerechtelijk Laboratorium te zijn binnengevallen. Een groep voornamelijk dertigers is bezig met het nemen van vingerafdrukken van theekopjes en andere experimenten.

Wat is er gebeurd? De struik Rosa Romana is op brute wijze vermoord; de hostess tilt het stoffelijk overschot even in de lucht. Gelukkig zijn er in de tuin diverse attributen gevonden die aanwijzingen voor de toedracht kunnen bevatten. En verdachten zijn er ook: foto’s van museummedewerkers hangen aan het prikbord.

,,Dit is echt”, roept Heijmans. ,,Daarom is het zo leuk.” Het laboratorium waar de deelnemers ‘svo’s’ (stukken van overtuiging) onderzoeken is inderdaad niet van echt te onderscheiden. ,,Een lekker rommeltje zoals het hoort.”

De proefjes zijn voltooid, en onder leiding van de hostess combineren de aanwezigen hun bevindingen in de hoop een schuldige te kunnen aanwijzen. In het Engels, want ook toeristen blijken newMetropolis al gevonden te hebben. ,,De moord wordt niet altijd opgelost”, vertrouwt de hostess ons toe. ,,Dat is voor kinderen soms onbevredigend. Daarom hopen we dat er wel een schuldige uitkomt.”

De twee zones die zich op de bovenste verdiepingen van het gebouw bevinden, geven de indruk de stiefkindjes van het museum te zijn. De afdeling Wetenschap had oorspronkelijk het doel om het sociaal-constructivistische aspect van wetenschap duidelijk te maken, meldt Heijmans, die twee jaar geleden zelf betrokken was bij dit onderdeel. ,,Maar daar is niet veel van terecht gekomen. Het is heel technisch geworden.” Een debat tussen Newton en Huygens over het ambivalente karakter van licht loopt als een rode draad door deze afdeling heen.

Helemaal ‘op zolder’ eindigen we bij ‘De Mens’. Menselijke hersenen op sterk water sieren de verdieping. Heijmans constateert dat het aanvankelijke idee om eveneens menselijke foetussen in verschillende stadia van ontwikkeling neer te zetten, geen doorgang heeft gevonden. ,,Dat vond men blijkbaar te ver gaan, maar van mij had het wel gemogen.”

NewMetropolis ligt op tien minuten lopen van Amsterdam CS aan het IJ. Entree volwassen 22,50; kinderen 17,50. Elke dag geopend van 10-18; van vrijdag t/m zondag tot 21.

‘Practica in het Techniek Museum’

Directeur Han Heijmans is bezig het Techniek Museum om te vormen. De publieksbenadering van newMetropolis staat hem daarbij voor ogen.

Heijmans wil de filosofie van newMetropolis overnemen: geen concrete objecten die tentoongesteld worden. ,,Natuurlijk wordt het veel kleinschaliger dan newMetropolis en met minder ambities. Het Techniek Museum wordt geen volwaardig science center. Het blijft een museum met een echte collectie, maardan wel een met science center-trekken.”

Dat betekent meer interactie met het publiek, en meer sfeer. ,,Het lijkt me bijvoorbeeld leuk om in een hoek van het stoommachinegedeelte een enorme berg kolen neer te gooien.” Kinderen komen in het nieuwe Techniek Museum op de eerste plaats. ,,Het gaat niet om kennisoverdracht, maar het aanleren van een attitude. Een positief gevoel bijbrengen voor techniek. Het moet geen museum voor technici zijn. Technici zijn al bekeerd.”

,,Ik ben een driftig voorstander van het onderbrengen van het museum in de TU-nieuwbouwwijk. Daarnaast streef ik ernaar dat de actieve studiecollecties in het museum komen. Practica die samenhangen met deze collecties kunnen dan in het museum plaatsvinden. Studenten en hoogleraren gaan zo onderdeel uitmaken van datgene wat ik exposeer. De bezoeker ziet het dagelijks leven van de student.”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.