Education

Steeds minder technici voor steeds meer banen

Eerstejaars hebben uitstekende perspectievenHet aantal beschikbare banen is al jaren constant. Maar omdat er minder techniek-afstudeerders zijn, verbetert hun arbeidsmarktperspectief.

br />
In de komende vijf jaar ontstaan jaarlijks ruim tweeduizend nieuwe banen in de techniek, terwijl zo’n 1600 technici met pensioen gaan. Vier jaar geleden bracht het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) bijna dezelfde prognose, maar dan voor de periode tot 1998.

Het grote verschil zit in het aantal afstuderende ingenieurs. Dat daalt van 18.100 in de periode 1993-1998 tot 11.100 in de periode 1997-2002. Het gevolg is dat de huidige eerstejaars uitstekende perspectieven hebben op een baan tegen de tijd dat ze klaar zijn, constateert het ROA in een vorige week verschenen rapport.

Het nijpendst worden de tekorten aan arbeidskrachten in de bouwkunde, civiele techniek, elektrotechniek en informatica. Bij de eerste twee stijgt het banenaanbod, bij de laatste twee blijft het constant. Bouwkunde en civiel zijn bovendien minder conjunctuurgevoelig, zodat ook economische tegenslag of voorspoed weinig aan de perspectieven zal veranderen. De vraag naar werktuigbouwers daalt, maar omdat het aanbod nog harder daalt, blijven de vooruitzichten ook voor hen gunstig.

Opvallend is dat waar het aantal afstuderende technici daalt, het aantal andere bèta’s (wis- en natuurkundigen, biologen) even hard stijgt. Hun arbeidsmarkt trekt echter hard aan, zodat zij niet snel zullen uitwijken. Alleen chemici en biologen, vooral degenen die zich met milieukunde bezighouden, zullen moeite houden een baan te vinden. Zij kunnen dus mooi omgeschoold worden tot informatici. (HOP/3TU/CJ)

Eerstejaars hebben uitstekende perspectieven

Het aantal beschikbare banen is al jaren constant. Maar omdat er minder techniek-afstudeerders zijn, verbetert hun arbeidsmarktperspectief.

In de komende vijf jaar ontstaan jaarlijks ruim tweeduizend nieuwe banen in de techniek, terwijl zo’n 1600 technici met pensioen gaan. Vier jaar geleden bracht het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) bijna dezelfde prognose, maar dan voor de periode tot 1998.

Het grote verschil zit in het aantal afstuderende ingenieurs. Dat daalt van 18.100 in de periode 1993-1998 tot 11.100 in de periode 1997-2002. Het gevolg is dat de huidige eerstejaars uitstekende perspectieven hebben op een baan tegen de tijd dat ze klaar zijn, constateert het ROA in een vorige week verschenen rapport.

Het nijpendst worden de tekorten aan arbeidskrachten in de bouwkunde, civiele techniek, elektrotechniek en informatica. Bij de eerste twee stijgt het banenaanbod, bij de laatste twee blijft het constant. Bouwkunde en civiel zijn bovendien minder conjunctuurgevoelig, zodat ook economische tegenslag of voorspoed weinig aan de perspectieven zal veranderen. De vraag naar werktuigbouwers daalt, maar omdat het aanbod nog harder daalt, blijven de vooruitzichten ook voor hen gunstig.

Opvallend is dat waar het aantal afstuderende technici daalt, het aantal andere bèta’s (wis- en natuurkundigen, biologen) even hard stijgt. Hun arbeidsmarkt trekt echter hard aan, zodat zij niet snel zullen uitwijken. Alleen chemici en biologen, vooral degenen die zich met milieukunde bezighouden, zullen moeite houden een baan te vinden. Zij kunnen dus mooi omgeschoold worden tot informatici. (HOP/3TU/CJ)

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.