Minister Ritzen van onderwijs bereidt een algemene maatregel van bestuur voor om het studenten, met ingang van het studiejaar 1995-’96, mogelijk te maken studiepunten te sparen.
br />
De regeling geldt voor studenten die volgend jaar al minstens één jaar in het hoger onderwijs studeren. Minister Ritzen heeft dit geschreven aan de Eerste Kamer. Nieuwe studenten krijgen te maken met de prestatiebeurs, waarvoor de voorwaarden nog onderwerp van onderzoek zijn (zie daarvoor pagina 5 van dit nummer).
Volgend jaar geldt voor studenten vanaf het tweede jaar een temponorm van vijftig procent. Wie meer dan tachtig procent van zijn studiepunten haalt, mag het percentage daarboven als ‘reserve’ meenemen naar een later jaar. Wie in 1995-’96 bijvoorbeeld negentig procent scoort, mag tien procent meenemen en hoeft het volgende jaar slechts veertig procent te behalen. Hij kan de reserve ook voor een later jaar bewaren. Elke student moet jaarlijks hoe dan ook minstens een kwart van de studiepunten halen, waarschuwt Ritzen.
Het wordt ook mogelijk om met terugwerkende kracht een tekort aan studiepunten te compenseren. Dit is mogelijk voor studenten die in een jaar meer dan honderd procent (42 studiepunten) scoren. In dat geval kan het surplus worden gebruikt om een te lage score uit enig eerder jaar te compenseren. De lening van de student wordt dan met terugwerkende kracht geschrapt.
Minister Ritzen zal de ‘spaarregeling’ ter advies voorleggen aan de belangenverenigingen van de unviersiteiten (VSNU) en hogescholen (HBO-Raad). Vervolgens wordt de regeling vastgelegd in een algemene maatregel van bestuur. De Tweede Kamer kan hierop geen invloed uitoefenen. (HOP/P.E.)
Minister Ritzen van onderwijs bereidt een algemene maatregel van bestuur voor om het studenten, met ingang van het studiejaar 1995-’96, mogelijk te maken studiepunten te sparen.
De regeling geldt voor studenten die volgend jaar al minstens één jaar in het hoger onderwijs studeren. Minister Ritzen heeft dit geschreven aan de Eerste Kamer. Nieuwe studenten krijgen te maken met de prestatiebeurs, waarvoor de voorwaarden nog onderwerp van onderzoek zijn (zie daarvoor pagina 5 van dit nummer).
Volgend jaar geldt voor studenten vanaf het tweede jaar een temponorm van vijftig procent. Wie meer dan tachtig procent van zijn studiepunten haalt, mag het percentage daarboven als ‘reserve’ meenemen naar een later jaar. Wie in 1995-’96 bijvoorbeeld negentig procent scoort, mag tien procent meenemen en hoeft het volgende jaar slechts veertig procent te behalen. Hij kan de reserve ook voor een later jaar bewaren. Elke student moet jaarlijks hoe dan ook minstens een kwart van de studiepunten halen, waarschuwt Ritzen.
Het wordt ook mogelijk om met terugwerkende kracht een tekort aan studiepunten te compenseren. Dit is mogelijk voor studenten die in een jaar meer dan honderd procent (42 studiepunten) scoren. In dat geval kan het surplus worden gebruikt om een te lage score uit enig eerder jaar te compenseren. De lening van de student wordt dan met terugwerkende kracht geschrapt.
Minister Ritzen zal de ‘spaarregeling’ ter advies voorleggen aan de belangenverenigingen van de unviersiteiten (VSNU) en hogescholen (HBO-Raad). Vervolgens wordt de regeling vastgelegd in een algemene maatregel van bestuur. De Tweede Kamer kan hierop geen invloed uitoefenen. (HOP/P.E.)
Comments are closed.