Modern en opvallend, dat zijn de nieuwe, aaneengesloten panden aan de Schutterstraat in het Doelenkwartier absoluut. Onlangs namen de laatste bewoners er hun intrek.
Wat de esthetica betreft zijn de meningen verdeeld, maar uniek is het project zeker. De bewoners mochten hun huis zelf laten ontwerpen. ,,Een goed begin”, vindt prof.ir. Carel Weeber, hoogleraar architectonisch ontwerpen bij Bouwkunde en voorzitter van de Bond van Nederlandse Architecten (BNA). ,,De vrijheid om zijn eigen huis te bouwen is de Nederlander deze eeuw ontnomen.”
Over het bouwen van moderne gebouwen in de oude binnenstad zijn de meningen altijd verdeeld geweest. En dat geldt voor de nieuwe huizen aan de Schutterstraat in het bijzonder. ,,Als je die huizen voor het eerst ziet, schrik je je te pletter”, is het commentaar van een nuchtere Delftenaar. Maar anderen zeggen onder de indruk te zijn en vinden dat de omgeving er op vooruit gegaan is.
,,Het gaat om het principe”, zegt Weeber, terwijl hij al wandelend de nieuwe huizen bekijkt. ,,Tot 1900 was het normaal dat je je eigen huis liet bouwen. En het wordt tijd dat er überhaupt meer vrijheid komt bij het tegen elkaar aanbouwen van huizen. De overheidsbemoeienis in de woningbouw is bij ons buitensporig. De Belg heeft daar veel minder last van; het ziet er daar toch veel leuker uit.”
De panden aan de Schutterstraat maken deel uit van veel grotere plannen van de gemeente om het hele Doelenkwartier, een wat ingeslapen gedeelte van de binnenstad, nieuw cachet te geven. ‘Eenheid in chaos’, was de slogan van de gemeente. Doordat iedere bewoner zijn eigen huis mocht ontwerpen, moest de structuur van de binnenstad nagebootst worden; maar dan wel op een eigentijdse manier. Ook aan de gracht is ieder pand immers verschillend. Om te voorkomen dat het een chaos zou worden, legde de gemeente echter strenge regels op. De gemeente stelde een lijst op van toegestane architecten en er werd een supervisor aangesteld om alles in de gaten te houden en in te grijpen waar nodig.
Surrealistisch
De huizen zijn nu zo goed als klaar. Twee rode woningen aan de uiteinden markeren een strook huizen waarin grijs de boventoon voert. De huizen verschillen duidelijk van vormgeving. Zo steekt het ene huis wat verder uit naar voren, is het andere gedecoreerd met Delftsblauwe tegeltjes en is er een groot verschil qua raamoppervlak tussen de huizen. Verschillende huizen, maar toch hebben ze onmiskenbaar veel van elkaar weg. Ook de Doelentuin, het park vóór de huizen, nadert zijn voltooiing. Met zijn scheve hekken en qua vorm opvallende perken, doet het park surrealistisch aan in de binnenstad.
,,Een positief punt is dat het gelukkig geen historische architectuur is”, zegt Weeber, berucht om zijn kritiek op ‘nieuwe truttigheid’ en overdreven overheidsbemoeienis in de architectuur. ,,Gewoon modern, geen gezeik. Het zou een zwaktebod zijn om de geschiedenis na te doen. Dat heeft menvroeger ook nooit gedaan. Maar ik vind wel dat deze huizen wat aanstellerig aandoen, opgefokt. Er zit geen normaal huis tussen.” Dit wijt Weeber aan het feit dat individuele architectuur nog zo nieuw is: ,,Als dit een normale zaak wordt, ga je je niet zo aanstellen.”
Geïnteresseerd blijft Weeber een tijd naar de achterzijde van de huizen kijken. ,,Het vreemde is dat het verschil tussen achter en voor zo klein is. Achter ziet het er in feite net zo aanstellerig uit als voor. Terwijl je traditioneel de achterkant van een huis niet ontwerpt; die moet informeel blijven.”
,,Op zich is dit een goed begin. Maar toch wordt hier meer de indruk van vrijheid gewekt dan dat er werkelijk sprake is van vrijheid. Het ontwerp van deze huizen is duidelijk centraal geredigeerd door regels. De scheiding tussen de huizen is onduidelijk en de verschillen tussen de huizen zijn ook niet zo groot. Veel van hetzelfde. Er is duidelijk geprobeerd de verschillende architecten op elkaar af te stemmen. Waarom moet dat nou?”
Maar wordt het geen rotzooi als je iedereen volledig vrijlaat? ,,Het wordt absoluut geen rotzooi. Vanuit het overheidsdenken is men altijd bang dat het uit de hand loopt. De overheid vertrouwt in feite haar eigen inwoner niet meer. En wie is nou eigenlijk de overheid? Een aantal ambtenaren die gewoon willen doorgaan zoals het altijd geweest is. Esthetische regels mogen door niemand opgelegd worden, en zeker niet door de overheid. Op geen enkel gebied gelden esthetische regels, niet in de muziek, niet op het toneel, niet in de literatuur; maar in de architectuur wel.”
Eenheid
,,Het is jammer dat al deze huizen tegelijk gebouwd zijn”, vervolgt Weeber. Wanneer de huizen qua periode totaal uit elkaar liggen, is de diversiteit veel groter. Dat is bij de grachtenpanden ook het geval.” Is die diversiteit wel zo groot? Iedereen heeft toch het idee dat de binnenstad architectonisch heel sterk een eenheid vormt. Weeber: ,,Het idee van eenheid berust op gewenning. Wanneer iets nieuw is, lijken de verschillen veel groter. Bij oude gebouwen vallen die verschillen niet meer op. Over tien jaar al vormen ook deze huizen een eenheid met de rest van de binnenstad.”
De conclusie van Weeber is dat het initiatief heel positief is, maar dat de gemeente bewoners nog veel vrijer moet laten. Dat het project ‘een beetje overdreven’ is uitgevallen, ligt aan het feit dat het de eerste keer is. Wat Weeber verder erg jammer vindt is dat deze huizen allemaal zo duur zijn. ,,Uit marktonderzoek blijkt dat de behoefte om een eigen huis te bouwen enorm groeit. Ook kleine huisjes moeten via dit principe gebouwd kunnen worden. Dat hoeft helemaal niet zo veel duurder te zijn.”
Volgens Chris de Kruyf, bewoner van één van de nieuwe huizen, valt het met de onderlinge uniformiteit wel mee. Volgens hem is het voornamelijk het grijze stucwerk dat deze indruk wekt. ,,Wij hebben onze eigen architect uitgezocht. De architect inventariseerde alle wensen. Wij gaven aan wat voor vertrekken we wilden hebben en dat licht voor ons heel belangrijk is. De architect was verder vrij.” De Kruyf geeft toe dat dearchitect inderdaad wel aan een aantal gemeentevoorwaarden gebonden was. Zo waren er beperkingen op het gebied van de hoogte, diepte, kleurstellingen, en was er een beperkte keuze aan voorgevels. Ook moest het ontwerp hier en daar wat aangepast worden vanwege kritiekpuntjes van de supervisor.
De prijzen van de huizen zijn volgens De Kruyf helemaal niet zo hoog, al moet hij bekennen dat hij zijn pand niet voor minder dan zes ton van de hand zou doen. (K.V.)
Woningen aan de Schutterstraat: ,,Gewoon modern, geen gezeik”
Modern en opvallend, dat zijn de nieuwe, aaneengesloten panden aan de Schutterstraat in het Doelenkwartier absoluut. Onlangs namen de laatste bewoners er hun intrek. Wat de esthetica betreft zijn de meningen verdeeld, maar uniek is het project zeker. De bewoners mochten hun huis zelf laten ontwerpen. ,,Een goed begin”, vindt prof.ir. Carel Weeber, hoogleraar architectonisch ontwerpen bij Bouwkunde en voorzitter van de Bond van Nederlandse Architecten (BNA). ,,De vrijheid om zijn eigen huis te bouwen is de Nederlander deze eeuw ontnomen.”
Over het bouwen van moderne gebouwen in de oude binnenstad zijn de meningen altijd verdeeld geweest. En dat geldt voor de nieuwe huizen aan de Schutterstraat in het bijzonder. ,,Als je die huizen voor het eerst ziet, schrik je je te pletter”, is het commentaar van een nuchtere Delftenaar. Maar anderen zeggen onder de indruk te zijn en vinden dat de omgeving er op vooruit gegaan is.
,,Het gaat om het principe”, zegt Weeber, terwijl hij al wandelend de nieuwe huizen bekijkt. ,,Tot 1900 was het normaal dat je je eigen huis liet bouwen. En het wordt tijd dat er überhaupt meer vrijheid komt bij het tegen elkaar aanbouwen van huizen. De overheidsbemoeienis in de woningbouw is bij ons buitensporig. De Belg heeft daar veel minder last van; het ziet er daar toch veel leuker uit.”
De panden aan de Schutterstraat maken deel uit van veel grotere plannen van de gemeente om het hele Doelenkwartier, een wat ingeslapen gedeelte van de binnenstad, nieuw cachet te geven. ‘Eenheid in chaos’, was de slogan van de gemeente. Doordat iedere bewoner zijn eigen huis mocht ontwerpen, moest de structuur van de binnenstad nagebootst worden; maar dan wel op een eigentijdse manier. Ook aan de gracht is ieder pand immers verschillend. Om te voorkomen dat het een chaos zou worden, legde de gemeente echter strenge regels op. De gemeente stelde een lijst op van toegestane architecten en er werd een supervisor aangesteld om alles in de gaten te houden en in te grijpen waar nodig.
Surrealistisch
De huizen zijn nu zo goed als klaar. Twee rode woningen aan de uiteinden markeren een strook huizen waarin grijs de boventoon voert. De huizen verschillen duidelijk van vormgeving. Zo steekt het ene huis wat verder uit naar voren, is het andere gedecoreerd met Delftsblauwe tegeltjes en is er een groot verschil qua raamoppervlak tussen de huizen. Verschillende huizen, maar toch hebben ze onmiskenbaar veel van elkaar weg. Ook de Doelentuin, het park vóór de huizen, nadert zijn voltooiing. Met zijn scheve hekken en qua vorm opvallende perken, doet het park surrealistisch aan in de binnenstad.
,,Een positief punt is dat het gelukkig geen historische architectuur is”, zegt Weeber, berucht om zijn kritiek op ‘nieuwe truttigheid’ en overdreven overheidsbemoeienis in de architectuur. ,,Gewoon modern, geen gezeik. Het zou een zwaktebod zijn om de geschiedenis na te doen. Dat heeft menvroeger ook nooit gedaan. Maar ik vind wel dat deze huizen wat aanstellerig aandoen, opgefokt. Er zit geen normaal huis tussen.” Dit wijt Weeber aan het feit dat individuele architectuur nog zo nieuw is: ,,Als dit een normale zaak wordt, ga je je niet zo aanstellen.”
Geïnteresseerd blijft Weeber een tijd naar de achterzijde van de huizen kijken. ,,Het vreemde is dat het verschil tussen achter en voor zo klein is. Achter ziet het er in feite net zo aanstellerig uit als voor. Terwijl je traditioneel de achterkant van een huis niet ontwerpt; die moet informeel blijven.”
,,Op zich is dit een goed begin. Maar toch wordt hier meer de indruk van vrijheid gewekt dan dat er werkelijk sprake is van vrijheid. Het ontwerp van deze huizen is duidelijk centraal geredigeerd door regels. De scheiding tussen de huizen is onduidelijk en de verschillen tussen de huizen zijn ook niet zo groot. Veel van hetzelfde. Er is duidelijk geprobeerd de verschillende architecten op elkaar af te stemmen. Waarom moet dat nou?”
Maar wordt het geen rotzooi als je iedereen volledig vrijlaat? ,,Het wordt absoluut geen rotzooi. Vanuit het overheidsdenken is men altijd bang dat het uit de hand loopt. De overheid vertrouwt in feite haar eigen inwoner niet meer. En wie is nou eigenlijk de overheid? Een aantal ambtenaren die gewoon willen doorgaan zoals het altijd geweest is. Esthetische regels mogen door niemand opgelegd worden, en zeker niet door de overheid. Op geen enkel gebied gelden esthetische regels, niet in de muziek, niet op het toneel, niet in de literatuur; maar in de architectuur wel.”
Eenheid
,,Het is jammer dat al deze huizen tegelijk gebouwd zijn”, vervolgt Weeber. Wanneer de huizen qua periode totaal uit elkaar liggen, is de diversiteit veel groter. Dat is bij de grachtenpanden ook het geval.” Is die diversiteit wel zo groot? Iedereen heeft toch het idee dat de binnenstad architectonisch heel sterk een eenheid vormt. Weeber: ,,Het idee van eenheid berust op gewenning. Wanneer iets nieuw is, lijken de verschillen veel groter. Bij oude gebouwen vallen die verschillen niet meer op. Over tien jaar al vormen ook deze huizen een eenheid met de rest van de binnenstad.”
De conclusie van Weeber is dat het initiatief heel positief is, maar dat de gemeente bewoners nog veel vrijer moet laten. Dat het project ‘een beetje overdreven’ is uitgevallen, ligt aan het feit dat het de eerste keer is. Wat Weeber verder erg jammer vindt is dat deze huizen allemaal zo duur zijn. ,,Uit marktonderzoek blijkt dat de behoefte om een eigen huis te bouwen enorm groeit. Ook kleine huisjes moeten via dit principe gebouwd kunnen worden. Dat hoeft helemaal niet zo veel duurder te zijn.”
Volgens Chris de Kruyf, bewoner van één van de nieuwe huizen, valt het met de onderlinge uniformiteit wel mee. Volgens hem is het voornamelijk het grijze stucwerk dat deze indruk wekt. ,,Wij hebben onze eigen architect uitgezocht. De architect inventariseerde alle wensen. Wij gaven aan wat voor vertrekken we wilden hebben en dat licht voor ons heel belangrijk is. De architect was verder vrij.” De Kruyf geeft toe dat dearchitect inderdaad wel aan een aantal gemeentevoorwaarden gebonden was. Zo waren er beperkingen op het gebied van de hoogte, diepte, kleurstellingen, en was er een beperkte keuze aan voorgevels. Ook moest het ontwerp hier en daar wat aangepast worden vanwege kritiekpuntjes van de supervisor.
De prijzen van de huizen zijn volgens De Kruyf helemaal niet zo hoog, al moet hij bekennen dat hij zijn pand niet voor minder dan zes ton van de hand zou doen. (K.V.)
Woningen aan de Schutterstraat: ,,Gewoon modern, geen gezeik”
Comments are closed.