De tweeduizend campusbewoners van de Universiteit Twente krijgen er binnen enkele maanden een unieke voorziening bij. Alle studentenkamers zijn dan aangesloten op het Campusnet van de universiteit.
Dit snelle computernetwerk gaat een centrale rol vervullen in de informatievoorziening van de UT en geeft daarnaast toegang tot het Internet. Het beheer ervan is deels in handen van Twentse studenten. Afgelopen maandag werd de eerste aansluiting gelegd.
Harry wordt wakker. ,,Shit, tien over half negen.” Te laat om nog naar college te gaan. Harry de Delftenaar draait zich in zo’n situatie nog eens om en droomt gezellig verder. Maar een Twentse Harry weet wel beter: hij zet gewoon zijn computer aan. Een paar toetsaanslagen en mouse-clicks verder is hij alsnog op tijd voor Krachtswerking deel twee. Hij volgt het college vanaf zijn computermonitor. En als de docent niet meer boeit, gaat hij gewoon Doom spelen met een vriend aan de andere kant van de campus. Of hij mailt een practicumverslag naar die lastige student-assistent.
Verre toekomst? Nee. ,,Het is in principe nu al mogelijk met het Campusnet”, beweert UT-student Gerrit Hiddink. Hiddink is secretaris van de studentenvereniging Studenten Net Twente (SNT). Deze pas opgerichte studentenvereniging speelt een belangrijke rol bij het beheer van het Campusnet. Het driekoppige bestuur is al vanaf de eerste projectvoorstellen bij het universiteitsnetwerk betrokken.
Het nieuwe netwerk steekt vooral door de snelheid met kop en schouders boven andere Nederlandse universiteitsnetwerken uit. Hiddink: ,,Iedere studentenkamer krijgt een Ethernet-aansluiting. Daarmee kunnen data worden verzonden met een snelheid van tien Megabit per seconde.” Een stukje information-highway in Nederland? ,,Nee, zo snel is het nu ook weer niet. Het is eerder een geasfalteerde B-weg. Maar dat is al een stuk beter dan het karrespoor dat hiervoor aanwezig was.”
Voor het gebruik van de infrastructuur wordt van de studenten het één en ander gevraagd. Hiddink: ,,Ze moeten natuurlijk wel al een PC hebben. Om aangesloten te worden is verder een Ethernet-kaart nodig (insteekkaart voor de PC, red.) en die moeten de studenten zelf kopen. Dat kost rond de honderd gulden. Verder bedraagt het tarief voor een aansluiting vijftien gulden per maand. Maar dan kan een campusbewoner ook onbeperkt op het net aanwezig zijn, als hij wil 24 uur per dag. Zonder bijkomende kosten.”
Een aantrekkelijk aanbod. ,,Een onderzoek heeft aangetoond dat vijftig procent van de campusbewoners geïnteresseerd is in zo’n aansluiting”, vertelt Hiddink. ,,Dat aandeel zal nog wel groeien. Veel studenten van niet-technische richtingen weten nog niet wat het precies inhoudt.”
Voorloper
Binnenkort moeten ook de studenten die buiten de campus in Enschede wonen op het netwerk worden aangesloten. Hiddink legt uit hoe dat wordt gerealiseerd: ,,Vroeger had je voor een telefoonaansluiting een vieraderige kabel nodig. Nu zijn dat er nog maar twee. De twee ongebruikte aders kunnen misschien worden gebruikt voor de aansluiting op het Campusnet. Dat is de UT samen met de PTT aan het onderzoeken.” Als deze plannen doorgaan, kan binnenkort iedere Twentse student – op de campus of daarbuiten – beschikken over een volwaardige, snelle Internetaansluiting.
Het Campusnet biedt alle aan de universiteit verbonden instellingen de mogelijkheid om op elekronische wijze informatie aan te bieden. ,,We zijn nu al de diverse campusverenigingen aan het optrommelen om informatie beschikbaar te maken”, vertelt Hiddink. Ook is er een overlegorgaan opgericht dat het Universiteit Twente Informatie Systeem moet voortbrengen. Daarmee komen onder andere studiegidsen, collegeroosters en het universiteitsblad elektronisch beschikbaar.
Hiddink weet wat de voordelen van een Campus Wide Information System kunnen zijn. Hij was enkele jaren geleden één van de initiatiefnemers van een lokaal computernetwerkje met de mooie naam Datanet Drienerlo. Tientallen studenten maakten hier gebruik van. ,,We hadden toen eigenlijk al een beetje onze eigen cyberspace. Zo werden er feesten op afgesproken en werd er vergaderd. Soms keken we met z’n allen naar een film en gaven daar commentaar op.”
Hoewel de inhoud van dit studentennetwerk niet van serieuze aard was, vormde het toch de voorloper van het huidige Campusnet. ,,Dat had ik nooit verwacht. Het bestaan van Datanet Drienerlo heeft veel bestuurders doen beseffen dat studenten geïnteresseerd zijn in een computernetwerk voor de campus”, weet de zesdejaars informatica. ,,Het is een soort droom die uitkomt.”
Een droom die hij van dichtbij zal meemaken als secretaris van SNT. Elke gebruiker van het Campusnet is automatisch lid van deze studentenvereniging. ,,We zijn meer dan alleen een klankbord voor de leden”, verklaart Hiddink. ,,We zijn ook verantwoordelijk voor de bemanning van de helpdesk en het geven van cursussen. Daarnaast hebben we wekelijks overleg met het Centrum van Informatie Voorziening (het Twentse Rekencentrum, red.), die samen met ons het netwerk beheren.”
Ouderwets
De invoering van Campusnet gaat gepaard met een investering van ruim twee miljoen gulden. Naast deze eenmalige uitgave bedragen de jaarlijkse exploitatiekosten zo’n vijf ton per jaar. Dat is een behoorlijke hap uit de portemonnee van de Twentse universiteit. Geen weggegooid geld, vindt Hiddink. ,,Het college van bestuur is er mee akkoord gegaan, omdat het de aantrekkelijkheid van de UT vergroot. ‘Als je in Twente gaat studeren, krijg je een Internetaansluiting.’ Zo’n kreet moet de instroom van studenten gaan vergroten.” Internet als marketinginstrument.
De TU Delft heeft het nakijken. Hiddink: ,,Voor de studenten daar is dat heel jammer. Goed, we hebben hier een campus, dus is het hier wat gemakkelijker te realiseren. Maar als straks alle studenten in Enschede ook zijn aangesloten, kan geen universiteit dat smoesje meer gebruiken. Ik vind persoonlijk dat een moderne universiteit niet meer zonder zo’n campusnetwerk kan, dat hoor je tegenwoordig gewoon te hebben.”
Drs. A.B.M. Koppen, directeur van het Centrum van Informatie Voorziening, is een zelfde mening toegedaan. Afgelopen maandag speelde hij tijdens de officiële opening in op de actualiteit en gaf tegelijkertijd een speldeprik aan Delft: ,,De nieuwe plannen van minister Ritzen zouden hier in Twente leiden tot verhitte debatten in een elektronische discussiegroep. Maar in Delft doen ze het nog ouderwets, daar bezetten ze gewoon een gebouw.”
Homepage van de World Wide Web-server van de Universiteit Twente
De tweeduizend campusbewoners van de Universiteit Twente krijgen er binnen enkele maanden een unieke voorziening bij. Alle studentenkamers zijn dan aangesloten op het Campusnet van de universiteit. Dit snelle computernetwerk gaat een centrale rol vervullen in de informatievoorziening van de UT en geeft daarnaast toegang tot het Internet. Het beheer ervan is deels in handen van Twentse studenten. Afgelopen maandag werd de eerste aansluiting gelegd.
Harry wordt wakker. ,,Shit, tien over half negen.” Te laat om nog naar college te gaan. Harry de Delftenaar draait zich in zo’n situatie nog eens om en droomt gezellig verder. Maar een Twentse Harry weet wel beter: hij zet gewoon zijn computer aan. Een paar toetsaanslagen en mouse-clicks verder is hij alsnog op tijd voor Krachtswerking deel twee. Hij volgt het college vanaf zijn computermonitor. En als de docent niet meer boeit, gaat hij gewoon Doom spelen met een vriend aan de andere kant van de campus. Of hij mailt een practicumverslag naar die lastige student-assistent.
Verre toekomst? Nee. ,,Het is in principe nu al mogelijk met het Campusnet”, beweert UT-student Gerrit Hiddink. Hiddink is secretaris van de studentenvereniging Studenten Net Twente (SNT). Deze pas opgerichte studentenvereniging speelt een belangrijke rol bij het beheer van het Campusnet. Het driekoppige bestuur is al vanaf de eerste projectvoorstellen bij het universiteitsnetwerk betrokken.
Het nieuwe netwerk steekt vooral door de snelheid met kop en schouders boven andere Nederlandse universiteitsnetwerken uit. Hiddink: ,,Iedere studentenkamer krijgt een Ethernet-aansluiting. Daarmee kunnen data worden verzonden met een snelheid van tien Megabit per seconde.” Een stukje information-highway in Nederland? ,,Nee, zo snel is het nu ook weer niet. Het is eerder een geasfalteerde B-weg. Maar dat is al een stuk beter dan het karrespoor dat hiervoor aanwezig was.”
Voor het gebruik van de infrastructuur wordt van de studenten het één en ander gevraagd. Hiddink: ,,Ze moeten natuurlijk wel al een PC hebben. Om aangesloten te worden is verder een Ethernet-kaart nodig (insteekkaart voor de PC, red.) en die moeten de studenten zelf kopen. Dat kost rond de honderd gulden. Verder bedraagt het tarief voor een aansluiting vijftien gulden per maand. Maar dan kan een campusbewoner ook onbeperkt op het net aanwezig zijn, als hij wil 24 uur per dag. Zonder bijkomende kosten.”
Een aantrekkelijk aanbod. ,,Een onderzoek heeft aangetoond dat vijftig procent van de campusbewoners geïnteresseerd is in zo’n aansluiting”, vertelt Hiddink. ,,Dat aandeel zal nog wel groeien. Veel studenten van niet-technische richtingen weten nog niet wat het precies inhoudt.”
Voorloper
Binnenkort moeten ook de studenten die buiten de campus in Enschede wonen op het netwerk worden aangesloten. Hiddink legt uit hoe dat wordt gerealiseerd: ,,Vroeger had je voor een telefoonaansluiting een vieraderige kabel nodig. Nu zijn dat er nog maar twee. De twee ongebruikte aders kunnen misschien worden gebruikt voor de aansluiting op het Campusnet. Dat is de UT samen met de PTT aan het onderzoeken.” Als deze plannen doorgaan, kan binnenkort iedere Twentse student – op de campus of daarbuiten – beschikken over een volwaardige, snelle Internetaansluiting.
Het Campusnet biedt alle aan de universiteit verbonden instellingen de mogelijkheid om op elekronische wijze informatie aan te bieden. ,,We zijn nu al de diverse campusverenigingen aan het optrommelen om informatie beschikbaar te maken”, vertelt Hiddink. Ook is er een overlegorgaan opgericht dat het Universiteit Twente Informatie Systeem moet voortbrengen. Daarmee komen onder andere studiegidsen, collegeroosters en het universiteitsblad elektronisch beschikbaar.
Hiddink weet wat de voordelen van een Campus Wide Information System kunnen zijn. Hij was enkele jaren geleden één van de initiatiefnemers van een lokaal computernetwerkje met de mooie naam Datanet Drienerlo. Tientallen studenten maakten hier gebruik van. ,,We hadden toen eigenlijk al een beetje onze eigen cyberspace. Zo werden er feesten op afgesproken en werd er vergaderd. Soms keken we met z’n allen naar een film en gaven daar commentaar op.”
Hoewel de inhoud van dit studentennetwerk niet van serieuze aard was, vormde het toch de voorloper van het huidige Campusnet. ,,Dat had ik nooit verwacht. Het bestaan van Datanet Drienerlo heeft veel bestuurders doen beseffen dat studenten geïnteresseerd zijn in een computernetwerk voor de campus”, weet de zesdejaars informatica. ,,Het is een soort droom die uitkomt.”
Een droom die hij van dichtbij zal meemaken als secretaris van SNT. Elke gebruiker van het Campusnet is automatisch lid van deze studentenvereniging. ,,We zijn meer dan alleen een klankbord voor de leden”, verklaart Hiddink. ,,We zijn ook verantwoordelijk voor de bemanning van de helpdesk en het geven van cursussen. Daarnaast hebben we wekelijks overleg met het Centrum van Informatie Voorziening (het Twentse Rekencentrum, red.), die samen met ons het netwerk beheren.”
Ouderwets
De invoering van Campusnet gaat gepaard met een investering van ruim twee miljoen gulden. Naast deze eenmalige uitgave bedragen de jaarlijkse exploitatiekosten zo’n vijf ton per jaar. Dat is een behoorlijke hap uit de portemonnee van de Twentse universiteit. Geen weggegooid geld, vindt Hiddink. ,,Het college van bestuur is er mee akkoord gegaan, omdat het de aantrekkelijkheid van de UT vergroot. ‘Als je in Twente gaat studeren, krijg je een Internetaansluiting.’ Zo’n kreet moet de instroom van studenten gaan vergroten.” Internet als marketinginstrument.
De TU Delft heeft het nakijken. Hiddink: ,,Voor de studenten daar is dat heel jammer. Goed, we hebben hier een campus, dus is het hier wat gemakkelijker te realiseren. Maar als straks alle studenten in Enschede ook zijn aangesloten, kan geen universiteit dat smoesje meer gebruiken. Ik vind persoonlijk dat een moderne universiteit niet meer zonder zo’n campusnetwerk kan, dat hoor je tegenwoordig gewoon te hebben.”
Drs. A.B.M. Koppen, directeur van het Centrum van Informatie Voorziening, is een zelfde mening toegedaan. Afgelopen maandag speelde hij tijdens de officiële opening in op de actualiteit en gaf tegelijkertijd een speldeprik aan Delft: ,,De nieuwe plannen van minister Ritzen zouden hier in Twente leiden tot verhitte debatten in een elektronische discussiegroep. Maar in Delft doen ze het nog ouderwets, daar bezetten ze gewoon een gebouw.”
Homepage van de World Wide Web-server van de Universiteit Twente
Comments are closed.