Opinion

‘Iedereen op het net’, maar zonder virtueel geld

In Delta nummer 9 schrijft Ger-Jan te Dorsthorst: ‘Iedereen op het net gaat heel schoorvoetend’. Bij lezing moest ik denken aan het boekje ‘De koe die over de berg ging’, een verhaal over een koe die op zoek gaat naar het groenste en sappigste gras dat maar bestaat.

Te Dorsthorst lijkt op die koe. Ik wil hem graag bij zijn zoektocht helpen.

Een korte historische schets.

De noodkreet van de Oras (‘Iedereen op het net’) leidt ertoe dat de universiteitsraad vlak voor de zomer van 1993 een motie aanneemt waarin het college van bestuur wordt gevraagd om een voorstel over de mogelijkheden van het invoeren van Internetfaciliteiten voor studenten en medewerkers aan de raad voor te leggen, met daarbij een onderzoek naar de opzet van een Campus Wide Information System (CWIS). Over de uitvoering van deze motie vraagt het cvb advies aan het Rekencentrum. Samen met de voorlichtingsdienst DIEC buigt het RC zich hierover.

Een eerste (intern) concept-advies komt uit op een centraal investeringsbudget van ca f 1.550.000 Op 23 februari 1994 wijst de u-raad, op voorstel van het cvb uiteindelijk f 250.000 toe. Bij het aanbieden van het voorstel spreekt het cvb uit dat hiermee slechts een eerste stap kan worden gezet en dat vervolgstappen (met vervolgbedragen) nodig zullen zijn. Dit wordt door de u-raad onderschreven.

In mei starten het RC en de DIEC het ISM-project (Internetfaciliteiten voor studenten en medewerkers), ter uitvoering van het raadsbesluit. Van het toegewezen bedrag wordt kf 200 bestemd voor het stimuleren van faculteiten. De projectgroep stelde zichzelf bij de start de volgende doelen:

– stimuleren dat iedereen op de TU uiterlijk per september 1996 toegang heeft tot Internet;

– het zo spoedig mogelijk realiseren van een Delft University of Technology Campus Wide Information System, een DUTIS.

Onlangs heeft de projectgroep haar eindverslag uitgebracht. Het is mijn overtuiging dat mede door de activiteiten van de ISM projectgroep op beide gebieden een enorme stap voorwaarts is gemaakt. In ieder geval zijn de faculteiten en diensten van het belang van de elektronische snelweg overtuigd geraakt.

Bij het beoordelen van de situatie op dit moment moet het volgende worden bedacht:

-het realiseren van plannen kost tijd;

-met kf 250 kan niet alles worden gerealiseerd wat wenselijk/noodzakelijk is: wij kunnen nog steeds geld niet virtueel vermenigvuldigen.

De kritiek die uit het artikel van Te Dorsthorst doorklinkt onderschrijf ik in zoverre dat ook ik van mening ben dat de TU Delft er nog niet is. Maar we zijn op de goede weg. Faculteiten zijn druk bezig met het besteden van hun stimuleringspremie. Er wordt hard gewerkt aan het opzetten van een DUTIS-boomstructuur. Het aantal inbel-accounts bij het RC bedraagt op dit moment ruim 1700. Het cvb stelt in een knelpunten-nota voor om een bedrag van f 175.000 uit de aanbevelingen van de Taakgroep Internetfaciliteiten nu toe te wijzen.

Voor verdere besluitvorming over de aanbevelingen, waarmee uitgesmeerd over vier jaar een totaalbedrag van f 1.300.000 is gemoeid, wordt het eindverslag van de ISM-projectgroep afgewacht. Omdat dat eindverslag eerder is verschenen dan werd verwacht, kan de complete besluitvorming nu plaats hebben. Ik heb de overtuiging dat de u-raad de gevraagde aanvullende middelen beschikbaar zal stellen. Vooruitlopend op debesluitvorming hebben het RC en de DIEC, de beide partners in het ISM-project, inmiddels besloten om een project ISM-vervolg te starten, waarbij ook de bibliotheek wordt betrokken.

Er zijn voldoende redenen om te verwachten dat op korte termijn het Internet-gras bij de TU Delft op zijn minst even groen en sappig is als bij de universiteit van Washington in Seattle, in Twente, in Maastricht, in Nijmegen of in Rotterdam.

Frits Hospers, projectcoördinator ISM

In Delta nummer 9 schrijft Ger-Jan te Dorsthorst: ‘Iedereen op het net gaat heel schoorvoetend’. Bij lezing moest ik denken aan het boekje ‘De koe die over de berg ging’, een verhaal over een koe die op zoek gaat naar het groenste en sappigste gras dat maar bestaat. Te Dorsthorst lijkt op die koe. Ik wil hem graag bij zijn zoektocht helpen.

Een korte historische schets.

De noodkreet van de Oras (‘Iedereen op het net’) leidt ertoe dat de universiteitsraad vlak voor de zomer van 1993 een motie aanneemt waarin het college van bestuur wordt gevraagd om een voorstel over de mogelijkheden van het invoeren van Internetfaciliteiten voor studenten en medewerkers aan de raad voor te leggen, met daarbij een onderzoek naar de opzet van een Campus Wide Information System (CWIS). Over de uitvoering van deze motie vraagt het cvb advies aan het Rekencentrum. Samen met de voorlichtingsdienst DIEC buigt het RC zich hierover.

Een eerste (intern) concept-advies komt uit op een centraal investeringsbudget van ca f 1.550.000 Op 23 februari 1994 wijst de u-raad, op voorstel van het cvb uiteindelijk f 250.000 toe. Bij het aanbieden van het voorstel spreekt het cvb uit dat hiermee slechts een eerste stap kan worden gezet en dat vervolgstappen (met vervolgbedragen) nodig zullen zijn. Dit wordt door de u-raad onderschreven.

In mei starten het RC en de DIEC het ISM-project (Internetfaciliteiten voor studenten en medewerkers), ter uitvoering van het raadsbesluit. Van het toegewezen bedrag wordt kf 200 bestemd voor het stimuleren van faculteiten. De projectgroep stelde zichzelf bij de start de volgende doelen:

– stimuleren dat iedereen op de TU uiterlijk per september 1996 toegang heeft tot Internet;

– het zo spoedig mogelijk realiseren van een Delft University of Technology Campus Wide Information System, een DUTIS.

Onlangs heeft de projectgroep haar eindverslag uitgebracht. Het is mijn overtuiging dat mede door de activiteiten van de ISM projectgroep op beide gebieden een enorme stap voorwaarts is gemaakt. In ieder geval zijn de faculteiten en diensten van het belang van de elektronische snelweg overtuigd geraakt.

Bij het beoordelen van de situatie op dit moment moet het volgende worden bedacht:

-het realiseren van plannen kost tijd;

-met kf 250 kan niet alles worden gerealiseerd wat wenselijk/noodzakelijk is: wij kunnen nog steeds geld niet virtueel vermenigvuldigen.

De kritiek die uit het artikel van Te Dorsthorst doorklinkt onderschrijf ik in zoverre dat ook ik van mening ben dat de TU Delft er nog niet is. Maar we zijn op de goede weg. Faculteiten zijn druk bezig met het besteden van hun stimuleringspremie. Er wordt hard gewerkt aan het opzetten van een DUTIS-boomstructuur. Het aantal inbel-accounts bij het RC bedraagt op dit moment ruim 1700. Het cvb stelt in een knelpunten-nota voor om een bedrag van f 175.000 uit de aanbevelingen van de Taakgroep Internetfaciliteiten nu toe te wijzen.

Voor verdere besluitvorming over de aanbevelingen, waarmee uitgesmeerd over vier jaar een totaalbedrag van f 1.300.000 is gemoeid, wordt het eindverslag van de ISM-projectgroep afgewacht. Omdat dat eindverslag eerder is verschenen dan werd verwacht, kan de complete besluitvorming nu plaats hebben. Ik heb de overtuiging dat de u-raad de gevraagde aanvullende middelen beschikbaar zal stellen. Vooruitlopend op debesluitvorming hebben het RC en de DIEC, de beide partners in het ISM-project, inmiddels besloten om een project ISM-vervolg te starten, waarbij ook de bibliotheek wordt betrokken.

Er zijn voldoende redenen om te verwachten dat op korte termijn het Internet-gras bij de TU Delft op zijn minst even groen en sappig is als bij de universiteit van Washington in Seattle, in Twente, in Maastricht, in Nijmegen of in Rotterdam.

Frits Hospers, projectcoördinator ISM

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.