Groot was de opkomst, vorige week donderdag bij de ‘Franse middag’. De verwachtingen waren hoog: studie- en carrièremogelijkheden voor Delftse techneuten in Frankrijk, was de bezoekers beloofd.
Wie heeft daar stiekem niet eens aan gedacht, weg uit het bekrompen Nederland, een nieuw leven opbouwen in het land van haute-cuisine en elegante schonen. Optredens van de Franse ambassadeur en een aantal vertegenwoordigers uit het Franse bedrijfsleven stonden op het programma.
Maar eerst mocht cvb-voorzitter De Voogd het evenement openen. Hij hield het publiek voor dat Delft maar liefst 14.062 studenten telt, waarvan 2491 vrouwen, welke voornamelijk kunnen worden aangetroffen bij IO en Bouwkunde. Aan de TU lopen volgens De Voogd 1165 buitenlandse studenten rond, doet een student gemiddeld 1,8 jaar over zijn propaedeuse en 6,3 jaar over zijn gehele studie.
Al gauw werd duidelijk waar De Voogd heen wilde: zijn Franse gasten duidelijk maken dat de TU meetelt. Het belangrijkste obstakel dat uit de weg geruimd moest worden, was het gegeven dat hier iedereen zomaar wordt toegelaten. Met wat cijfers waaruit bleek dat de eindexamencijfers voor wiskunde van Delftenaren boven het landelijk gemiddelde liggen, probeerde De Voogd aan te tonen dat er wel degelijk een grote drempel is om in Delft te gaan studeren. ,,Delfste ingenieurs kunnen worden gekarakteriseerd als hard and focussed”, aldus De Voogd.
Maar daar was hij dan, de Franse ambassadeur. De zaal rechtte de rug en spitste de aandacht: zegt u het maar waar we ons kunnen inschrijven. Maar de ambassadeur repte met geen woord over de carrièremogelijkheden van Delftse ingenieurs in zijn land. Slechts cijfertjes, veel cijfertjes over de Franse wetenschappelijke en economische prestaties. De TGV, de Ariane-raket, de Tigre-helikopter, Frankrijks nucleaire activiteiten, de bloeidende ecologische industrie (dat vinden ze in Holland erg belangrijk, zal hem door zijn adviseurs zijn ingefluisterd), en ga zo maar door. De ambassadeur raakte zelf zichtbaar verveeld bij het uitspreken van dit overvloedig feitenmateriaal.
Nadat iemand van Renault ook zijn cijfertjes had kunnen spuien, was het tijd geworden voor een forum-dicussie, voorgezeten door rector Wakker. Hij voelde zich zeer in zijn schik en nam de rol van grapjas op zich, af en toe ondeugende dingetjes fluisterend in het oor van de Franse dame die naast hem was gezeten.
Het publiek kon nu eindelijk zijn vragen kwijt aan het panel van Franse zakenlieden. ,,Stelt het Franse bedrijfsleven studiebeurzen ter beschikking voor Nederlandse studenten?” ,,Waarom zou Frankrijk mij kunnen gebruiken?”
De antwoorden waren voorzichtig. Voor de allerbesten zijn er altijd kansen, daarnaast hebben Nederlanders een groot voordeel omdat ze zich zo snel weten aan te passen en de Franse taal over het algemeen vlot onder de knie hebben. En natuurlijk is ook de goede naam van de TU een prae bij sollicitaties. Daar moesten de ruim driehonderd man en de enkele vrouw in de zaal het mee doen. (K.V.)
Zoals beloofd, na afloop kaas en – Duitse – wijn
Groot was de opkomst, vorige week donderdag bij de ‘Franse middag’. De verwachtingen waren hoog: studie- en carrièremogelijkheden voor Delftse techneuten in Frankrijk, was de bezoekers beloofd. Wie heeft daar stiekem niet eens aan gedacht, weg uit het bekrompen Nederland, een nieuw leven opbouwen in het land van haute-cuisine en elegante schonen. Optredens van de Franse ambassadeur en een aantal vertegenwoordigers uit het Franse bedrijfsleven stonden op het programma.
Maar eerst mocht cvb-voorzitter De Voogd het evenement openen. Hij hield het publiek voor dat Delft maar liefst 14.062 studenten telt, waarvan 2491 vrouwen, welke voornamelijk kunnen worden aangetroffen bij IO en Bouwkunde. Aan de TU lopen volgens De Voogd 1165 buitenlandse studenten rond, doet een student gemiddeld 1,8 jaar over zijn propaedeuse en 6,3 jaar over zijn gehele studie.
Al gauw werd duidelijk waar De Voogd heen wilde: zijn Franse gasten duidelijk maken dat de TU meetelt. Het belangrijkste obstakel dat uit de weg geruimd moest worden, was het gegeven dat hier iedereen zomaar wordt toegelaten. Met wat cijfers waaruit bleek dat de eindexamencijfers voor wiskunde van Delftenaren boven het landelijk gemiddelde liggen, probeerde De Voogd aan te tonen dat er wel degelijk een grote drempel is om in Delft te gaan studeren. ,,Delfste ingenieurs kunnen worden gekarakteriseerd als hard and focussed”, aldus De Voogd.
Maar daar was hij dan, de Franse ambassadeur. De zaal rechtte de rug en spitste de aandacht: zegt u het maar waar we ons kunnen inschrijven. Maar de ambassadeur repte met geen woord over de carrièremogelijkheden van Delftse ingenieurs in zijn land. Slechts cijfertjes, veel cijfertjes over de Franse wetenschappelijke en economische prestaties. De TGV, de Ariane-raket, de Tigre-helikopter, Frankrijks nucleaire activiteiten, de bloeidende ecologische industrie (dat vinden ze in Holland erg belangrijk, zal hem door zijn adviseurs zijn ingefluisterd), en ga zo maar door. De ambassadeur raakte zelf zichtbaar verveeld bij het uitspreken van dit overvloedig feitenmateriaal.
Nadat iemand van Renault ook zijn cijfertjes had kunnen spuien, was het tijd geworden voor een forum-dicussie, voorgezeten door rector Wakker. Hij voelde zich zeer in zijn schik en nam de rol van grapjas op zich, af en toe ondeugende dingetjes fluisterend in het oor van de Franse dame die naast hem was gezeten.
Het publiek kon nu eindelijk zijn vragen kwijt aan het panel van Franse zakenlieden. ,,Stelt het Franse bedrijfsleven studiebeurzen ter beschikking voor Nederlandse studenten?” ,,Waarom zou Frankrijk mij kunnen gebruiken?”
De antwoorden waren voorzichtig. Voor de allerbesten zijn er altijd kansen, daarnaast hebben Nederlanders een groot voordeel omdat ze zich zo snel weten aan te passen en de Franse taal over het algemeen vlot onder de knie hebben. En natuurlijk is ook de goede naam van de TU een prae bij sollicitaties. Daar moesten de ruim driehonderd man en de enkele vrouw in de zaal het mee doen. (K.V.)
Zoals beloofd, na afloop kaas en – Duitse – wijn
Comments are closed.