Education

Rekenkamer handhaaft kritiek op wachtgeldbeleid

Bij de oplossing van het wachtgeldprobleem heeft minister Ritzen zich alleen laten leiden door de uit de hand gelopen uitgaven. Aan de terugdringing van het aantal wachtgelders heeft hij veel te weinig aandacht besteed.

br />
Dit schrijft de Rekenkamer in een rapport over de wachtgelden (uitkeringen) bij de universiteiten, academische ziekenhuizen en onderzoekinstellingen tussen 1991 en 1994. In deze periode is het aantal ontslagen gestegen van acht- naar tienduizend, terwijl het had moeten dalen.

In het rapport handhaaft de Rekenkamer de kritiek uit een concept-rapport dat in maart uitlekte. Daarin schreef de Rekenkamer dat minister Ritzen de overheidsbijdrage aan de wachtgelduitgaven van de universiteiten zonder inhoudelijke onderbouwing heeft vastgesteld. De bijdrage was louter gebaseerd op een bezuiniging die niet met aantallen uitkeringen was onderbouwd, schrijft de Rekenkamer. Evenmin was nagegaan of de bezuiniging realistisch was.

Tot 1991 vergoedde de overheid alle uitkeringen. Sinds 1991 krijgen de universiteiten van Onderwijs een door de overheid vastgesteld budget. De universiteiten gingen daarmee akkoord. Inmiddels verwachten zij dat zij in 1996 zo’n 75 miljoen gulden tekort komen.

Volgens de Rekenkamer hadden de tekorten op de wachtgelden niet zo hoog hoeven oplopen. De minister had de universiteiten eerder op de vingers moeten tikken. Dit gebeurde pas in 1994, aldus de Rekenkamer. In 1993 was echter al duidelijk dat de uitgaven uit de hand liepen.

De universiteiten hebben zich op hun beurt onvoldoende ingespannen om ontslagen te voorkomen en om ontslagen personeel weer aan het werk te krijgen, vindt de Rekenkamer. Zowel de minister als de universiteiten weerspraken destijds de kritiek. De Rekenkamer heeft die in het definitieve rapport juist aangescherpt. Ritzen wordt verweten dat de bekostiging van de universiteiten de problemen verergert.
Promoties

Een belangrijk deel van de overheidsbijdrage bestaat uit vergoedingen voor promoties. Per promotie ontvangt een universiteit 60 tot 120.000 gulden. De universiteiten nemen daarom veel aio’s in dienst. Deze jonge promovendi zijn goedkoop omdat ze weinig verdienen. Ze kosten echter vaak extra geld omdat ze na hun vierjarige aanstelling òf nog niet zijn gepromoveerd en met een uitkering hun onderzoek afronden, òf werkloos worden. De uitkering van een aio duurt ongeveer anderhalf jaar.

De bekostiging van promoties hoeft geen probleem te vormen, vindt minister Ritzen. Aio’s en oio’s zijn volgens hem jonge, hoogbegaafde mensen die makkelijk een baan moeten kunnen vinden. Dat aio’s en oio’s met een uitkering hun promotie afmaken noemt Ritzen in strijd met de regels.

Het ministerie van onderwijs overlegt al enige tijd met de universiteiten over de wachtgelduitgaven. De universiteitenwillen daar meer geld voor krijgen. De Tweede Kamer debatteert vandaag met minister Ritzen over de wachtgelduitgaven in het hoger onderwijs. Het CDA beschuldigt minister Ritzen van ‘natte vingerwerk’ en meent dat hij de ernst van de situatie schromelijk heeft onderschat. (HOP/P.E.)

Pieter Evelein

Bij de oplossing van het wachtgeldprobleem heeft minister Ritzen zich alleen laten leiden door de uit de hand gelopen uitgaven. Aan de terugdringing van het aantal wachtgelders heeft hij veel te weinig aandacht besteed.

Dit schrijft de Rekenkamer in een rapport over de wachtgelden (uitkeringen) bij de universiteiten, academische ziekenhuizen en onderzoekinstellingen tussen 1991 en 1994. In deze periode is het aantal ontslagen gestegen van acht- naar tienduizend, terwijl het had moeten dalen.

In het rapport handhaaft de Rekenkamer de kritiek uit een concept-rapport dat in maart uitlekte. Daarin schreef de Rekenkamer dat minister Ritzen de overheidsbijdrage aan de wachtgelduitgaven van de universiteiten zonder inhoudelijke onderbouwing heeft vastgesteld. De bijdrage was louter gebaseerd op een bezuiniging die niet met aantallen uitkeringen was onderbouwd, schrijft de Rekenkamer. Evenmin was nagegaan of de bezuiniging realistisch was.

Tot 1991 vergoedde de overheid alle uitkeringen. Sinds 1991 krijgen de universiteiten van Onderwijs een door de overheid vastgesteld budget. De universiteiten gingen daarmee akkoord. Inmiddels verwachten zij dat zij in 1996 zo’n 75 miljoen gulden tekort komen.

Volgens de Rekenkamer hadden de tekorten op de wachtgelden niet zo hoog hoeven oplopen. De minister had de universiteiten eerder op de vingers moeten tikken. Dit gebeurde pas in 1994, aldus de Rekenkamer. In 1993 was echter al duidelijk dat de uitgaven uit de hand liepen.

De universiteiten hebben zich op hun beurt onvoldoende ingespannen om ontslagen te voorkomen en om ontslagen personeel weer aan het werk te krijgen, vindt de Rekenkamer. Zowel de minister als de universiteiten weerspraken destijds de kritiek. De Rekenkamer heeft die in het definitieve rapport juist aangescherpt. Ritzen wordt verweten dat de bekostiging van de universiteiten de problemen verergert.
Promoties

Een belangrijk deel van de overheidsbijdrage bestaat uit vergoedingen voor promoties. Per promotie ontvangt een universiteit 60 tot 120.000 gulden. De universiteiten nemen daarom veel aio’s in dienst. Deze jonge promovendi zijn goedkoop omdat ze weinig verdienen. Ze kosten echter vaak extra geld omdat ze na hun vierjarige aanstelling òf nog niet zijn gepromoveerd en met een uitkering hun onderzoek afronden, òf werkloos worden. De uitkering van een aio duurt ongeveer anderhalf jaar.

De bekostiging van promoties hoeft geen probleem te vormen, vindt minister Ritzen. Aio’s en oio’s zijn volgens hem jonge, hoogbegaafde mensen die makkelijk een baan moeten kunnen vinden. Dat aio’s en oio’s met een uitkering hun promotie afmaken noemt Ritzen in strijd met de regels.

Het ministerie van onderwijs overlegt al enige tijd met de universiteiten over de wachtgelduitgaven. De universiteitenwillen daar meer geld voor krijgen. De Tweede Kamer debatteert vandaag met minister Ritzen over de wachtgelduitgaven in het hoger onderwijs. Het CDA beschuldigt minister Ritzen van ‘natte vingerwerk’ en meent dat hij de ernst van de situatie schromelijk heeft onderschat. (HOP/P.E.)

Pieter Evelein

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.