Volgens Oras-bestuurder Jeroen van de Laar en natuurkundig ingenieur Rik Rood is het mogelijk om studentenhuizen goedkoop op het Internet aan te sluiten.
Ze willen hiervoor gebruik maken van PTT-huurlijnen die worden aangesloten op Dunet, het netwerk van de universiteit. Via het Dunet kan vervolgens het hele Internet worden bereikt.
De TU-commissie Internet voor Studenten en Medewerkers (ISM) heeft positief gereageerd op dit initiatief en is in overleg met de plannenmakers. Volgens Van de laar kan als alles meezit een Delftse studentenhuisbewoner in september 1996 beschikken over een hoogwaardige, betaalbare Internet-verbinding.
De ISM-commissie is opgericht naar aanleiding van de Oras-motie ‘Iedereen op het net’, daterend uit 1993. De motie is destijds ingediend om meer TU-ers op een eenvoudiger manier toegang tot het Internet te verschaffen. Aan de ISM-commissie om dit doel te bereiken, maar ,,daarbij zijn ze een beetje klungelig te werk gegaan”, vindt Van de Laar. ,,Veel van het geld is naar de Bibliotheek gegaan om nieuwe informatiebronnen aan te kopen. Maar daarnaast moet je natuurlijk wel de toegang tot deze bronnen vergroten.”
Een thuiswerkende student kan momenteel zijn eigen pc met het Dunet verbinden via de zogenaamde PSTN-gateway. Deze oprit naar het netwerk bestaat uit een aantal modems in het Rekencentrum, die aan het Dunet zijn verbonden. De thuiswerker belt simpelweg op naar de gateway om via zijn PSTN-account toegang te krijgen tot het netwerk. De telefoonkosten zijn in de meeste gevallen voor rekening van de student, die met de PSTN-gateway beschikt over een prijzige verbinding met een beperkte snelheid. Bovendien is een PSTN-account niet bij iedere faculteit of vakgroep even gemakkelijk te verkrijgen.
Kale kabel
Het plan van Van de Laar en Rood gaat daarom uit van een totaal andere aanpak. Van de Laar: ,,In veel studentenhuizen vind je nu al kleine computernetwerken, die voornamelijk worden gebruikt om Doom te spelen. Als je die netwerken nu verbindt met het Dunet, dan beschikken studenten 24 uur per dag over een Internet-aansluiting met een hoge snelheid.”
Rik Rood, die enkele jaren in dienst was bij PTT Telecom, werkte het concept uit voor één concreet geval: de Krakeelhof. Dit studentencomplex ligt in hetzelfde telefooncentrale-gebied als de TU-Bibliotheek en dat maakt een verbinding met PTT-huurlijnen goedkoop. Omdat een huurlijn volgens Rood niet meer is dan een ,,kale, koperen kabel”, is aan de kant van de Krakeelhof bekabeling en apparatuur nodig die de bits van de verdiepingsnetwerken samenvoegt en vertaalt in signalen die over de huurlijnen naar de bibliotheek worden getransporteerd. Daar aangekomen, worden de gegevens weer omgezet in een voor Internet geschikte vorm, waarmee de verbinding een feit is. Met deze technische oplossing kan een maximale snelheid van 2 Mbit/s worden gehaald.
De financiering van de apparatuur is volgens het plan een taak van de TU. Daarnaast gaat het concept uit van de inzet van – reeds bestaande – universiteitscomputers om de gegevens van ennaar de studentenhuizen in goede banen te leiden.
Uitgaande van de huidige aanschafprijzen van de benodigde hardware, de huurprijs van PTT-lijnen en de samenwerking met de universiteit, komen Rood en Van de Laar uit op betaalbare bedragen. Een geïnteresseerde Krakeeelhofbewoner moet rekenen op eenmalige aansluitkosten van honderd gulden en een maandelijks abonnementstarief van 16,75. Verder moet de student een ethernetkaart voor de pc bezitten (prijs rond de 75 gulden), die de computer verbindt met het verdiepingsnetwerk. Met deze tarieven wordt het Internet-avontuur voor de universiteit zelfs winstgevend, menen de twee initiatiefnemers.
Rood en Van de Laar rekenen op een aanvankelijke deelname van tien procent van de bewoners (60) waarvoor een eenmalige investering van tienduizend gulden nodig is. Die kosten kunnen voor de universiteit een drempel vormen. ,,Maar het college van bestuur doet er goed aan om Internet-faciliteiten een hogere prioriteit te geven”, meent Van de Laar. ,,De technische en economische mogelijkheden zijn er. Waarom is het er dan nog niet?”
Volgens Oras-bestuurder Jeroen van de Laar en natuurkundig ingenieur Rik Rood is het mogelijk om studentenhuizen goedkoop op het Internet aan te sluiten. Ze willen hiervoor gebruik maken van PTT-huurlijnen die worden aangesloten op Dunet, het netwerk van de universiteit. Via het Dunet kan vervolgens het hele Internet worden bereikt.
De TU-commissie Internet voor Studenten en Medewerkers (ISM) heeft positief gereageerd op dit initiatief en is in overleg met de plannenmakers. Volgens Van de laar kan als alles meezit een Delftse studentenhuisbewoner in september 1996 beschikken over een hoogwaardige, betaalbare Internet-verbinding.
De ISM-commissie is opgericht naar aanleiding van de Oras-motie ‘Iedereen op het net’, daterend uit 1993. De motie is destijds ingediend om meer TU-ers op een eenvoudiger manier toegang tot het Internet te verschaffen. Aan de ISM-commissie om dit doel te bereiken, maar ,,daarbij zijn ze een beetje klungelig te werk gegaan”, vindt Van de Laar. ,,Veel van het geld is naar de Bibliotheek gegaan om nieuwe informatiebronnen aan te kopen. Maar daarnaast moet je natuurlijk wel de toegang tot deze bronnen vergroten.”
Een thuiswerkende student kan momenteel zijn eigen pc met het Dunet verbinden via de zogenaamde PSTN-gateway. Deze oprit naar het netwerk bestaat uit een aantal modems in het Rekencentrum, die aan het Dunet zijn verbonden. De thuiswerker belt simpelweg op naar de gateway om via zijn PSTN-account toegang te krijgen tot het netwerk. De telefoonkosten zijn in de meeste gevallen voor rekening van de student, die met de PSTN-gateway beschikt over een prijzige verbinding met een beperkte snelheid. Bovendien is een PSTN-account niet bij iedere faculteit of vakgroep even gemakkelijk te verkrijgen.
Kale kabel
Het plan van Van de Laar en Rood gaat daarom uit van een totaal andere aanpak. Van de Laar: ,,In veel studentenhuizen vind je nu al kleine computernetwerken, die voornamelijk worden gebruikt om Doom te spelen. Als je die netwerken nu verbindt met het Dunet, dan beschikken studenten 24 uur per dag over een Internet-aansluiting met een hoge snelheid.”
Rik Rood, die enkele jaren in dienst was bij PTT Telecom, werkte het concept uit voor één concreet geval: de Krakeelhof. Dit studentencomplex ligt in hetzelfde telefooncentrale-gebied als de TU-Bibliotheek en dat maakt een verbinding met PTT-huurlijnen goedkoop. Omdat een huurlijn volgens Rood niet meer is dan een ,,kale, koperen kabel”, is aan de kant van de Krakeelhof bekabeling en apparatuur nodig die de bits van de verdiepingsnetwerken samenvoegt en vertaalt in signalen die over de huurlijnen naar de bibliotheek worden getransporteerd. Daar aangekomen, worden de gegevens weer omgezet in een voor Internet geschikte vorm, waarmee de verbinding een feit is. Met deze technische oplossing kan een maximale snelheid van 2 Mbit/s worden gehaald.
De financiering van de apparatuur is volgens het plan een taak van de TU. Daarnaast gaat het concept uit van de inzet van – reeds bestaande – universiteitscomputers om de gegevens van ennaar de studentenhuizen in goede banen te leiden.
Uitgaande van de huidige aanschafprijzen van de benodigde hardware, de huurprijs van PTT-lijnen en de samenwerking met de universiteit, komen Rood en Van de Laar uit op betaalbare bedragen. Een geïnteresseerde Krakeeelhofbewoner moet rekenen op eenmalige aansluitkosten van honderd gulden en een maandelijks abonnementstarief van 16,75. Verder moet de student een ethernetkaart voor de pc bezitten (prijs rond de 75 gulden), die de computer verbindt met het verdiepingsnetwerk. Met deze tarieven wordt het Internet-avontuur voor de universiteit zelfs winstgevend, menen de twee initiatiefnemers.
Rood en Van de Laar rekenen op een aanvankelijke deelname van tien procent van de bewoners (60) waarvoor een eenmalige investering van tienduizend gulden nodig is. Die kosten kunnen voor de universiteit een drempel vormen. ,,Maar het college van bestuur doet er goed aan om Internet-faciliteiten een hogere prioriteit te geven”, meent Van de Laar. ,,De technische en economische mogelijkheden zijn er. Waarom is het er dan nog niet?”
Comments are closed.