Opinion

Visitatiecommissie was wel bij de les

Al 150 jaar bestaat het vakgebied industrieel ontwerpen. Een vakgebied dat zijn reden van bestaan vond en vindt in het spanningsveld tussen techniek en esthetiek, tussen constructie en vormgeving.

br />
Al 150 jaar is het normaal dat individuen, groepen, bureaus’s, stromingen of opleidingen nadrukkelijk het vakgebied sturen. Denk maar aan Rietveld, de Stijl, Ninaber, Peters en Krouwel, het postmodernisme of de ontwerpschool in Ulm. Alle opleidingen die óók een creatieve component hebben, kennen dat fenomeen. Het is ondenkbaar dat een student die het conservatorium volgt geen componisten zou kennen. Het is ondenkbaar dat een architectuurstudent geen Renzo Piano’s of Koolhazen zou kennen.

Met verbijstering lees ik dan ook in Delta nummer 37, de tweede publikatie met betrekking tot onze recente visitatie, dat onze IO-visitatiecommissie niet bij de les zou zijn omdat studenten gevraagd werd hun inzicht in het vak te onderstrepen door ‘bekende ontwerpers’ te noemen.

Afgezien van het feit dat er in het reguliere onderwijs vanzelfsprekend ook aandacht is voor het bovengeschetste fenomeen, is de mening van de geciteerde studenten vooral dom en aanmatigend, en wordt het beeld gewekt alsof het hier een ‘faculteitsmening’ zou betreffen. Dom, omdat de geciteerde studenten zich niet realiseren welke rol individuen spelen, en kunnen spelen, binnen de context van het vakgebied. Aanmatigend, omdat de uitspraken van de geciteerde studenten een waarde-oordeel vormen over leden van de visitatiecommissie.

Wat velen zo langzamerhand echt gaat irriteren is dat zowel groepen studenten als medewerkers zich bij voortduring blijven afzetten tegen ‘vormgeving’. Zelfs de oorspronkelijke naam wordt er weer bijgehaald. De opleiding, die eens ‘industriële vormgeving’ heette, verschilde maar op details van het huidige pakket aan vakken, en ik spreek daarbij uit eigen ervaring. Het valt dus wel mee met dat ,,langdurige en moeizame veranderingsproces” naar industrieel ontwerpen. En dat begrip industrieel ontwerpen is al sinds de jaren vijftig terug te vinden in de naam van onze oudste beroepsvereniging, de Kring Industrieel Ontwerpen, die door genoemde studenten wel allemaal als ‘vormgevers’ gezien dienen te worden.
Ongetalenteerd

Onze faculteit is een prima opleiding binnen het vakgebied industrieel ontwerpen, met een nadrukkelijke, meer dan gebruikelijke, technische component, maar dat is logisch aan een Technische Universiteit. Ondanks een uiterst werkzame inbreng van ergonomie en innovatie-management, ligt de spanning van het vak onveranderd tussen construeren en vormgeven.

Het zich bij voortduring afzetten tegen ‘vormgeving’, misschien een gevolg van het feit dat helaas veel ongetalenteerde studentenonze opleiding volgen, is het uiting geven aan onbegrip over het vak en de opleiding. Een goed produkt van een industrieel ontwerper is slim geconstrueerd, ergonomisch verantwoord, heeft goede marktkansen, maar is vooral, buiten discussie, ‘mooi’.

We hadden een slimme visitatiecommissie, die vanuit het vakgebied kritisch keek naar ons technische accent, en dat waardeerde binnen de context. Zij waren uitstekend bij de les.

Al 150 jaar bestaat het vakgebied industrieel ontwerpen. Een vakgebied dat zijn reden van bestaan vond en vindt in het spanningsveld tussen techniek en esthetiek, tussen constructie en vormgeving.

Al 150 jaar is het normaal dat individuen, groepen, bureaus’s, stromingen of opleidingen nadrukkelijk het vakgebied sturen. Denk maar aan Rietveld, de Stijl, Ninaber, Peters en Krouwel, het postmodernisme of de ontwerpschool in Ulm. Alle opleidingen die óók een creatieve component hebben, kennen dat fenomeen. Het is ondenkbaar dat een student die het conservatorium volgt geen componisten zou kennen. Het is ondenkbaar dat een architectuurstudent geen Renzo Piano’s of Koolhazen zou kennen.

Met verbijstering lees ik dan ook in Delta nummer 37, de tweede publikatie met betrekking tot onze recente visitatie, dat onze IO-visitatiecommissie niet bij de les zou zijn omdat studenten gevraagd werd hun inzicht in het vak te onderstrepen door ‘bekende ontwerpers’ te noemen.

Afgezien van het feit dat er in het reguliere onderwijs vanzelfsprekend ook aandacht is voor het bovengeschetste fenomeen, is de mening van de geciteerde studenten vooral dom en aanmatigend, en wordt het beeld gewekt alsof het hier een ‘faculteitsmening’ zou betreffen. Dom, omdat de geciteerde studenten zich niet realiseren welke rol individuen spelen, en kunnen spelen, binnen de context van het vakgebied. Aanmatigend, omdat de uitspraken van de geciteerde studenten een waarde-oordeel vormen over leden van de visitatiecommissie.

Wat velen zo langzamerhand echt gaat irriteren is dat zowel groepen studenten als medewerkers zich bij voortduring blijven afzetten tegen ‘vormgeving’. Zelfs de oorspronkelijke naam wordt er weer bijgehaald. De opleiding, die eens ‘industriële vormgeving’ heette, verschilde maar op details van het huidige pakket aan vakken, en ik spreek daarbij uit eigen ervaring. Het valt dus wel mee met dat ,,langdurige en moeizame veranderingsproces” naar industrieel ontwerpen. En dat begrip industrieel ontwerpen is al sinds de jaren vijftig terug te vinden in de naam van onze oudste beroepsvereniging, de Kring Industrieel Ontwerpen, die door genoemde studenten wel allemaal als ‘vormgevers’ gezien dienen te worden.
Ongetalenteerd

Onze faculteit is een prima opleiding binnen het vakgebied industrieel ontwerpen, met een nadrukkelijke, meer dan gebruikelijke, technische component, maar dat is logisch aan een Technische Universiteit. Ondanks een uiterst werkzame inbreng van ergonomie en innovatie-management, ligt de spanning van het vak onveranderd tussen construeren en vormgeven.

Het zich bij voortduring afzetten tegen ‘vormgeving’, misschien een gevolg van het feit dat helaas veel ongetalenteerde studentenonze opleiding volgen, is het uiting geven aan onbegrip over het vak en de opleiding. Een goed produkt van een industrieel ontwerper is slim geconstrueerd, ergonomisch verantwoord, heeft goede marktkansen, maar is vooral, buiten discussie, ‘mooi’.

We hadden een slimme visitatiecommissie, die vanuit het vakgebied kritisch keek naar ons technische accent, en dat waardeerde binnen de context. Zij waren uitstekend bij de les.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.