Opinion

Opera

Waarom opera opera wordt genoemd was me altijd een weinig in nevelen gehuld. Sinds enige tijd houdt de muziekvereniging waar ik lid van ben zich echter bezig met het op poten zetten van een opera, en middels onderstaande, persoonlijke impressie hoop ik u de betekenis glashelder te maken.

br />
Allereerst zijn we begonnen met het instuderen van noten en tekst, net als altijd. De eerste schrik bevangt je dan als je beseft dat een opera nooit uit een boek gezongen wordt. Het geheel moet dus van buiten geleerd, alvorens de gloedvolle vertolking neergezet kan worden.

Daarnaast moet er natuurlijk ook bewogen worden, per slot van rekening is opera een combinatie van zang en acteren. Ook dit bewegen valt, zoals overigens in een vorige aflevering van dit weekblad ook al is gememoreerd, voor de meeste leden in het geheel niet mee. Persoonlijk voel ik me, als ik iets en plein public mag gaan uitbeelden, onmiddelijk tot een zoutpilaar verstarren, en dat is nooit datgene wat van mij verlangd wordt om uit te beelden.

Inmiddels worden ook scènes in elkaar gezet. Noten en tekst zitten nog niet allemaal even goed, maar door de regisseur worden de groepjes spelers reeds op diverse, van te voren bedachte plaatsen op het geïmproviseerde toneel geplaatst. Eenmaal met een bezemsteel (lees: hellebaard) op een puntje van het podium geplaatst, voelde ik me overigens een ware solist met een glanzende hoofdrol in deze produktie, hoewel mijn positie meer die van rekwisiet dan van hoofdrolspeler is.

Vervuld van het gevoel een Fischer-Dieskau te zijn, kon ik het natuurlijk ook niet laten om luid en duidelijk mijn partij mee te zingen. Jammer dat dit prettige gevoel sterk afkalfde toen ik begon te vermoeden dat de overige koorleden, die een eindje bij me vandaan stonden, een geheel andere tekst zongen dan ik. Welk vermoeden vaster vorm kreeg toen ik vanachter de piano de wenkbrauwen van de dirigent zich eerst in opwaartse, later in neerwaartse richting zag bewegen.

Ook het bewegen vormt, zoals eerder gezegd, een probleem. Hoewel de regisseur haast per persoon per minuut muziekaanwijzingen geeft, lukt het me maar met moeite te onthouden wat ik ook nog maar weer geacht wordt te gaan doen op welk moment. In grote lijnen lukt dat wel, maar de details gaan wel eens niet zo goed, zodat ik in een andere scène plotsklaps, na een rondwandeling met m’n deksel bekertjes (lees: blad bierpullen), op de verkeerde plaats sta, terwijl me dan eindelijk (en dus te laat) de tekst die ik geacht wordt te zingen weer te binnen schiet.

Gelukkig ben ik, geloof ik, niet de enige die met bovenstaande problemen kampt, maar we hebben nog een aantal maanden te gaan. Minimaal twee keer per week wordt enthousiast, lang en intensief gerepeteerd, zodat er duidelijk progressie in de zaak zit.

De betekenis van het woord opera is mij inmiddels, als niet-latinist, geheel duidelijk: werken!

Waarom opera opera wordt genoemd was me altijd een weinig in nevelen gehuld. Sinds enige tijd houdt de muziekvereniging waar ik lid van ben zich echter bezig met het op poten zetten van een opera, en middels onderstaande, persoonlijke impressie hoop ik u de betekenis glashelder te maken.

Allereerst zijn we begonnen met het instuderen van noten en tekst, net als altijd. De eerste schrik bevangt je dan als je beseft dat een opera nooit uit een boek gezongen wordt. Het geheel moet dus van buiten geleerd, alvorens de gloedvolle vertolking neergezet kan worden.

Daarnaast moet er natuurlijk ook bewogen worden, per slot van rekening is opera een combinatie van zang en acteren. Ook dit bewegen valt, zoals overigens in een vorige aflevering van dit weekblad ook al is gememoreerd, voor de meeste leden in het geheel niet mee. Persoonlijk voel ik me, als ik iets en plein public mag gaan uitbeelden, onmiddelijk tot een zoutpilaar verstarren, en dat is nooit datgene wat van mij verlangd wordt om uit te beelden.

Inmiddels worden ook scènes in elkaar gezet. Noten en tekst zitten nog niet allemaal even goed, maar door de regisseur worden de groepjes spelers reeds op diverse, van te voren bedachte plaatsen op het geïmproviseerde toneel geplaatst. Eenmaal met een bezemsteel (lees: hellebaard) op een puntje van het podium geplaatst, voelde ik me overigens een ware solist met een glanzende hoofdrol in deze produktie, hoewel mijn positie meer die van rekwisiet dan van hoofdrolspeler is.

Vervuld van het gevoel een Fischer-Dieskau te zijn, kon ik het natuurlijk ook niet laten om luid en duidelijk mijn partij mee te zingen. Jammer dat dit prettige gevoel sterk afkalfde toen ik begon te vermoeden dat de overige koorleden, die een eindje bij me vandaan stonden, een geheel andere tekst zongen dan ik. Welk vermoeden vaster vorm kreeg toen ik vanachter de piano de wenkbrauwen van de dirigent zich eerst in opwaartse, later in neerwaartse richting zag bewegen.

Ook het bewegen vormt, zoals eerder gezegd, een probleem. Hoewel de regisseur haast per persoon per minuut muziekaanwijzingen geeft, lukt het me maar met moeite te onthouden wat ik ook nog maar weer geacht wordt te gaan doen op welk moment. In grote lijnen lukt dat wel, maar de details gaan wel eens niet zo goed, zodat ik in een andere scène plotsklaps, na een rondwandeling met m’n deksel bekertjes (lees: blad bierpullen), op de verkeerde plaats sta, terwijl me dan eindelijk (en dus te laat) de tekst die ik geacht wordt te zingen weer te binnen schiet.

Gelukkig ben ik, geloof ik, niet de enige die met bovenstaande problemen kampt, maar we hebben nog een aantal maanden te gaan. Minimaal twee keer per week wordt enthousiast, lang en intensief gerepeteerd, zodat er duidelijk progressie in de zaak zit.

De betekenis van het woord opera is mij inmiddels, als niet-latinist, geheel duidelijk: werken!

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.