Ze wordt als een popster onthaald, in sommige lagen van de bevolking. ‘Een bezoek van Muriel: dat wordt een vette middag’, juichen de kleuters in haar testklasjes.
Muriel Leusink, spelletjesontwerpster, houdt op haar beurt ook van haar doelgroep: ,,Ze drukken zich zo lekker helder uit. Het is of helemaal niks, of te gek.”
Ze bestaan nog, gezelschapsspelletjes. Alle ronkende verhalen over de opmars van de computer ten spijt: het komt nog altijd relatief weinig voor dat het hele gezin op een regenachtige zondagmiddag gezellig op de studeerkamer gaat zitten doomen. ,,Volgens mij zullen bordspelletjes altijd blijven bestaan”, zegt Muriel Leusink. ,,Ze zijn tastbaar, meeneembaar, en er hangt een andere sfeer omheen: gezelligheid.”
Leusink studeerde anderhalf jaar geleden als industrieel ontwerpster af op een educatief spel voor kinderen. ,,Er zit een soort idealisme achter”, zegt ze. ,,Als je dingen wilt veranderen in de maatschappij, moet je bij de kinderen beginnen.” Ze ontwierp een houten bak waar kaarten ingeschoven kunnen worden, waarop een aantal vragen afgebeeld zijn. Die moeten beantwoord worden door een balletje in een gaatje bij de juiste oplossing te leggen. Wanneer de kleuter in kwestie alle vragen beantwoord heeft, kan hij of zij de antwoorden zelf controleren. De balletjes onder de goede antwoorden vallen naar beneden, de rest blijft liggen. ,,Die zelfstandige controle, dat is de achterliggende gedachte bij de spelletjes die ik verzin”, zegt de IO’er. ,,Daar is dan geen leerkracht of vader of moeder meer bij nodig.”
Na haar afstuderen besloot Leusink verder te gaan in de spelletjesbusiness. Ze zette een eigen bedrijfje op, en verzon voor een opdrachtgever onder meer het ‘maan-roos-vis-memo-spel’, een memory-variant, waarbij de spelers (van een jaar of zes) het juiste plaatje bij het juiste woord moeten zoeken. ,,Dat loopt best lekker”, aldus Leusink. ,,Ik krijg de royalty’s. Royalty’s zijn heel prettig, want je rekent er niet op. Het werk is gedaan, je hebt er geld voor gekregen, en dan blijft er toch nog wat binnendruppelen. Er zijn het afgelopen jaar tienduizend van die spellen verkocht % tot en met november, dus nog zonder Sinterklaas en Kerstmis. Ik weet het niet zeker, maar ik geloof dat ik een gulden per spel krijg.”
Krasnapolsky
Meloen, zo noemde ze haar bedrijf. ,,Een mooie, gewone naam”, vindt Leusink. ,,Niet zo’n pretentieuze lange Engelstalige naam vol afkortingen. Ik heb ook een hekel aan termen als ontwerper, of erger nog, designer. Ik ben gewoon een knutselaar.”
Meloen bestaat nog, maar nu zonder Leusink, die haar freelancebestaan opgegeven heeft en een baan geaccepteerd heeft bij haar vroegere opdrachtgever, Uitgeverij Zwijsen. ,,Gek genoeg heeft dat mijn vrijheid vergroot. Ik heb nu meer contacten, meer faciliteiten, meer financiële armslag. Ik werknu ook met andere media, zoals internet, cd-roms en tv. Dat zou voor mij in m’n eentje nooit haalbaar zijn geweest.”
,,Als freelancer heb je continu opdrachten nodig. Je moet alles aannemen, ook de minder leuke dingen. Nu kan ik die minder leuke dingen uitbesteden aan iemand zoals ik vroeger was, als het ware. Ik wil gewoon ideetjes bedenken en knutselen. Boekhouden is niet mijn sterkste kant, en bovendien ben ik commercieel niet echt geniaal. Als mensen me vroeger belden voor een opdracht, was ik al enthousiast voordat ik een redelijke prijs bedongen had. En dan sta je uiteindelijk met een kwartje in je hand. Nu zorgen andere mensen ervoor dat ik niet misbruikt word.”
Leusink heeft contact met een aantal basisscholen, waar ze altijd langs kan komen om een nieuw spel uit te proberen. Maar ze gaat ook het land in, want ‘kinderen in Amsterdam zijn anders dan die in Zwolle’. Een paar weken terug deed ze onderzoek in het Krasnapolsky, waar ze een kamer huurde en een aantal kinderen observeerde terwijl die met haar verzinsels bezig waren. ,,Je zet die dingen gewoon neer, en kijkt wat die kinderen ermee doen. Als ze aan het einde van de dag vragen of ze iets mee naar huis mogen nemen, dan weet je dat het aanslaat.”
Sesamstraat
,,Het is niet genoeg om te weten wat je zelf vroeger leuk vond. Je moet je kunnen verplaatsen in de huidige belevingswereld van een kind van zes. Je moet concurreren met alles wat vrije tijd is, van skates tot Furbies. Het kost me trouwens helemaal geen moeite me daarin te verdiepen. Iedereen heeft zo zijn beroepsdeformaties. Ik loop dus kinderboekenwinkels binnen, kijk Sesamstraat, en ga zo nu en dan naar een pretpark om te kijken wat kinderen leuk vinden.” Bij Zwijsen kan ze haar ideeën goed kwijt, vindt Leusink. ,,Niet alle werkgevers zien de waarde in van de mensen die de ideeën leveren; er ligt vaak zoveel nadruk op degenen die de dingen in goede banen leiden. Hier is die waardering wel. Ik ben dus tevreden, ja. Ik zie mensen in mijn omgeving die dingen doen die ze niet zo leuk vinden, onder het mom van: over twee jaar wordt het beter. Zo zit ik niet in elkaar. Ik ben hier en nu tevreden. Over twee jaar zien we wel weer.”
Al aan kinderen gedacht? Leusink lacht. ,,Hmm. Ik voel nog geen aandrang. Kinderen zijn heel leuk, ik ga wel eens een dag met mijn neefje op pad, maar het is ook erg prettig om hem ‘s avonds weer aan zijn moeder terug te geven.”
Ze wordt als een popster onthaald, in sommige lagen van de bevolking. ‘Een bezoek van Muriel: dat wordt een vette middag’, juichen de kleuters in haar testklasjes. Muriel Leusink, spelletjesontwerpster, houdt op haar beurt ook van haar doelgroep: ,,Ze drukken zich zo lekker helder uit. Het is of helemaal niks, of te gek.”
Ze bestaan nog, gezelschapsspelletjes. Alle ronkende verhalen over de opmars van de computer ten spijt: het komt nog altijd relatief weinig voor dat het hele gezin op een regenachtige zondagmiddag gezellig op de studeerkamer gaat zitten doomen. ,,Volgens mij zullen bordspelletjes altijd blijven bestaan”, zegt Muriel Leusink. ,,Ze zijn tastbaar, meeneembaar, en er hangt een andere sfeer omheen: gezelligheid.”
Leusink studeerde anderhalf jaar geleden als industrieel ontwerpster af op een educatief spel voor kinderen. ,,Er zit een soort idealisme achter”, zegt ze. ,,Als je dingen wilt veranderen in de maatschappij, moet je bij de kinderen beginnen.” Ze ontwierp een houten bak waar kaarten ingeschoven kunnen worden, waarop een aantal vragen afgebeeld zijn. Die moeten beantwoord worden door een balletje in een gaatje bij de juiste oplossing te leggen. Wanneer de kleuter in kwestie alle vragen beantwoord heeft, kan hij of zij de antwoorden zelf controleren. De balletjes onder de goede antwoorden vallen naar beneden, de rest blijft liggen. ,,Die zelfstandige controle, dat is de achterliggende gedachte bij de spelletjes die ik verzin”, zegt de IO’er. ,,Daar is dan geen leerkracht of vader of moeder meer bij nodig.”
Na haar afstuderen besloot Leusink verder te gaan in de spelletjesbusiness. Ze zette een eigen bedrijfje op, en verzon voor een opdrachtgever onder meer het ‘maan-roos-vis-memo-spel’, een memory-variant, waarbij de spelers (van een jaar of zes) het juiste plaatje bij het juiste woord moeten zoeken. ,,Dat loopt best lekker”, aldus Leusink. ,,Ik krijg de royalty’s. Royalty’s zijn heel prettig, want je rekent er niet op. Het werk is gedaan, je hebt er geld voor gekregen, en dan blijft er toch nog wat binnendruppelen. Er zijn het afgelopen jaar tienduizend van die spellen verkocht % tot en met november, dus nog zonder Sinterklaas en Kerstmis. Ik weet het niet zeker, maar ik geloof dat ik een gulden per spel krijg.”
Krasnapolsky
Meloen, zo noemde ze haar bedrijf. ,,Een mooie, gewone naam”, vindt Leusink. ,,Niet zo’n pretentieuze lange Engelstalige naam vol afkortingen. Ik heb ook een hekel aan termen als ontwerper, of erger nog, designer. Ik ben gewoon een knutselaar.”
Meloen bestaat nog, maar nu zonder Leusink, die haar freelancebestaan opgegeven heeft en een baan geaccepteerd heeft bij haar vroegere opdrachtgever, Uitgeverij Zwijsen. ,,Gek genoeg heeft dat mijn vrijheid vergroot. Ik heb nu meer contacten, meer faciliteiten, meer financiële armslag. Ik werknu ook met andere media, zoals internet, cd-roms en tv. Dat zou voor mij in m’n eentje nooit haalbaar zijn geweest.”
,,Als freelancer heb je continu opdrachten nodig. Je moet alles aannemen, ook de minder leuke dingen. Nu kan ik die minder leuke dingen uitbesteden aan iemand zoals ik vroeger was, als het ware. Ik wil gewoon ideetjes bedenken en knutselen. Boekhouden is niet mijn sterkste kant, en bovendien ben ik commercieel niet echt geniaal. Als mensen me vroeger belden voor een opdracht, was ik al enthousiast voordat ik een redelijke prijs bedongen had. En dan sta je uiteindelijk met een kwartje in je hand. Nu zorgen andere mensen ervoor dat ik niet misbruikt word.”
Leusink heeft contact met een aantal basisscholen, waar ze altijd langs kan komen om een nieuw spel uit te proberen. Maar ze gaat ook het land in, want ‘kinderen in Amsterdam zijn anders dan die in Zwolle’. Een paar weken terug deed ze onderzoek in het Krasnapolsky, waar ze een kamer huurde en een aantal kinderen observeerde terwijl die met haar verzinsels bezig waren. ,,Je zet die dingen gewoon neer, en kijkt wat die kinderen ermee doen. Als ze aan het einde van de dag vragen of ze iets mee naar huis mogen nemen, dan weet je dat het aanslaat.”
Sesamstraat
,,Het is niet genoeg om te weten wat je zelf vroeger leuk vond. Je moet je kunnen verplaatsen in de huidige belevingswereld van een kind van zes. Je moet concurreren met alles wat vrije tijd is, van skates tot Furbies. Het kost me trouwens helemaal geen moeite me daarin te verdiepen. Iedereen heeft zo zijn beroepsdeformaties. Ik loop dus kinderboekenwinkels binnen, kijk Sesamstraat, en ga zo nu en dan naar een pretpark om te kijken wat kinderen leuk vinden.” Bij Zwijsen kan ze haar ideeën goed kwijt, vindt Leusink. ,,Niet alle werkgevers zien de waarde in van de mensen die de ideeën leveren; er ligt vaak zoveel nadruk op degenen die de dingen in goede banen leiden. Hier is die waardering wel. Ik ben dus tevreden, ja. Ik zie mensen in mijn omgeving die dingen doen die ze niet zo leuk vinden, onder het mom van: over twee jaar wordt het beter. Zo zit ik niet in elkaar. Ik ben hier en nu tevreden. Over twee jaar zien we wel weer.”
Al aan kinderen gedacht? Leusink lacht. ,,Hmm. Ik voel nog geen aandrang. Kinderen zijn heel leuk, ik ga wel eens een dag met mijn neefje op pad, maar het is ook erg prettig om hem ‘s avonds weer aan zijn moeder terug te geven.”
Comments are closed.