Opinion

Tussen kunst en kitsch

Wat-een-on-ge-lo-fe-lijk aardig mens, zeg. Potverdomme! Business woman pur sang en tóch als eerste aan haar gezin denken. Wíst u dat niet? Ja, er dreigde verkommering in huize Brink.

Dus moest mams even wat aandeeltjes verkopen. Met tweehonderd miljoen zou het net wel lukken: geen vleesloze dagen meer en zelfs af en toe nieuwe schoenen voor de kinderen. Hart-ver-war-mend! Wel een beetje jammer voor al die andere beleggertjes, die dachten dat ze van gebakken lucht rijk konden worden. Maar ja, Sammy Davis zong het al: ‘Don’t roll the dice if you can’t pay the price’. Net goed.

Toch zet dat gezeik over World Online je voor de zoveelste keer aan het denken. Wat bepaalt nu eigenlijk de ‘waarde’ van iets? Van een kilo goud. Van een Etruskische potscherf. Van het bedrijf Microsoft. Geen originele gedachte, toegegeven, beginnende economiestudenten geven zo het antwoord. Dan krijg je hele verhalen over marktwaarde, schaarste, intrinsieke waarde, waarde volgens de Marxistische leer, en wat al niet meer ‘ en ik wil dat allemaal best begrijpen, maar, calvinistisch als ik ben, er moet toch eigenlijk een soort voor-wat-hoort-wat gevoel optreden als je iets koopt.

Het is niet voor niks dat ik over het begrip ‘waarde’ zo aan het doorzeuren ben. Het is weer Monopoly-tijd bij ons in de afdeling, en dat betekent: hoe verdelen we het geld over de groepen? Overal in de TU gebeurt dat op een andere manier; bij ons wordt er ‘op groepsniveau op output gestuurd’. Voor wie niet weet wat ik daarmee bedoel, het werkt ongeveer zo: als ik een student laat slagen voor een twee-studiepuntenvak krijgt onze groep 350 gulden, een publicatie in een goed wetenschappelijk tijdschrift levert 16000 gulden op. Andere dingen zitten daar zo’n beetje tussenin. De salarissen moeten betaald worden, dus we moeten zoveel mogelijk geld binnenhalen. Welke strategie is het beste? Met gemiddeld 15 studenten per collegezaal is de keuze gauw gemaakt: onderzoek doen en publiceren tot de vellen erbij hangen. Dat proberen we dan ook.

Maar waar het mij om gaat is dit: is 16000 gulden een redelijk bedrag voor een publicatie? Ja, zegt mijn afdeling, daar moet je het maar mee doen. Maar de ene publicatie kost nu eenmaal meer onderzoekstijd dan de andere, dat zal niemand betwisten, dus wordt de waarde vergoed, een arbitrair bedrag, en niet de kosten. Publiceer dan slimmer, is dan altijd het antwoord ‘ doe sneller de eerste tussenresultaten de deur uit en wacht niet te lang. Zo ontstaan die artikelen die ik soms moet refereeen: nauwelijks massa, klein beetje richting.

Ik pleit voor een jury-systeem voor het waarderen van publicaties. Eens per jaar strijkt een team van experts neer in de hal van het gebouw. Belichting, camera’s, publiek. Onderzoeksleiders staan gespannen in de rij te wachten op hun beurt, manuscripten onder de arm geklemd, verpakt in supermarkttasjes of oude dekens. De expert leest, vraagt, houdt een artikel op voor de camera en wijst met zijn telescoopstokje op een detail in een grafiek. ,,Mag ik u vragen hoe u hier aan bent gekomen?”, glimlacht de Cees van Drongelen-van-dienst. De onderzoeker legt omstandig uit en stottert van alle aandacht. Cees grijpt tactvol in: ,,En nu bent u natuurlijk benieuwd naar de waarde.” De expert haakt zijn duimen in zijn vest. ,,Dit is een erg zeldzaam artikel. En van een buitengewoon gave kwaliteit.” Hij noemt een bedrag. ,,En?”, zegt Van Drongelen met joviale verbazing, want hij heeft geen idee waar het over gaat, ,,valt het u mee of tegen”?

Geinig om dan op dat gezicht te letten.

Wat-een-on-ge-lo-fe-lijk aardig mens, zeg. Potverdomme! Business woman pur sang en tóch als eerste aan haar gezin denken. Wíst u dat niet? Ja, er dreigde verkommering in huize Brink. Dus moest mams even wat aandeeltjes verkopen. Met tweehonderd miljoen zou het net wel lukken: geen vleesloze dagen meer en zelfs af en toe nieuwe schoenen voor de kinderen. Hart-ver-war-mend! Wel een beetje jammer voor al die andere beleggertjes, die dachten dat ze van gebakken lucht rijk konden worden. Maar ja, Sammy Davis zong het al: ‘Don’t roll the dice if you can’t pay the price’. Net goed.

Toch zet dat gezeik over World Online je voor de zoveelste keer aan het denken. Wat bepaalt nu eigenlijk de ‘waarde’ van iets? Van een kilo goud. Van een Etruskische potscherf. Van het bedrijf Microsoft. Geen originele gedachte, toegegeven, beginnende economiestudenten geven zo het antwoord. Dan krijg je hele verhalen over marktwaarde, schaarste, intrinsieke waarde, waarde volgens de Marxistische leer, en wat al niet meer ‘ en ik wil dat allemaal best begrijpen, maar, calvinistisch als ik ben, er moet toch eigenlijk een soort voor-wat-hoort-wat gevoel optreden als je iets koopt.

Het is niet voor niks dat ik over het begrip ‘waarde’ zo aan het doorzeuren ben. Het is weer Monopoly-tijd bij ons in de afdeling, en dat betekent: hoe verdelen we het geld over de groepen? Overal in de TU gebeurt dat op een andere manier; bij ons wordt er ‘op groepsniveau op output gestuurd’. Voor wie niet weet wat ik daarmee bedoel, het werkt ongeveer zo: als ik een student laat slagen voor een twee-studiepuntenvak krijgt onze groep 350 gulden, een publicatie in een goed wetenschappelijk tijdschrift levert 16000 gulden op. Andere dingen zitten daar zo’n beetje tussenin. De salarissen moeten betaald worden, dus we moeten zoveel mogelijk geld binnenhalen. Welke strategie is het beste? Met gemiddeld 15 studenten per collegezaal is de keuze gauw gemaakt: onderzoek doen en publiceren tot de vellen erbij hangen. Dat proberen we dan ook.

Maar waar het mij om gaat is dit: is 16000 gulden een redelijk bedrag voor een publicatie? Ja, zegt mijn afdeling, daar moet je het maar mee doen. Maar de ene publicatie kost nu eenmaal meer onderzoekstijd dan de andere, dat zal niemand betwisten, dus wordt de waarde vergoed, een arbitrair bedrag, en niet de kosten. Publiceer dan slimmer, is dan altijd het antwoord ‘ doe sneller de eerste tussenresultaten de deur uit en wacht niet te lang. Zo ontstaan die artikelen die ik soms moet refereeen: nauwelijks massa, klein beetje richting.

Ik pleit voor een jury-systeem voor het waarderen van publicaties. Eens per jaar strijkt een team van experts neer in de hal van het gebouw. Belichting, camera’s, publiek. Onderzoeksleiders staan gespannen in de rij te wachten op hun beurt, manuscripten onder de arm geklemd, verpakt in supermarkttasjes of oude dekens. De expert leest, vraagt, houdt een artikel op voor de camera en wijst met zijn telescoopstokje op een detail in een grafiek. ,,Mag ik u vragen hoe u hier aan bent gekomen?”, glimlacht de Cees van Drongelen-van-dienst. De onderzoeker legt omstandig uit en stottert van alle aandacht. Cees grijpt tactvol in: ,,En nu bent u natuurlijk benieuwd naar de waarde.” De expert haakt zijn duimen in zijn vest. ,,Dit is een erg zeldzaam artikel. En van een buitengewoon gave kwaliteit.” Hij noemt een bedrag. ,,En?”, zegt Van Drongelen met joviale verbazing, want hij heeft geen idee waar het over gaat, ,,valt het u mee of tegen”?

Geinig om dan op dat gezicht te letten.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.