Science

Het is net Lego

Voor de een is een abstract schilderij niet meer ‘dan geklieder van een driejarige’, voor een ander is het een ‘non-figuratieve weergave van de persoonlijke belevingswereld van de kunstenaar’.

Eén kunstwerk, twee beelden.
Informatica

door: Martijn Leenders


(Klik voor grotere foto)

Zo is het ook met producten en ontwerpers: er wordt bijna geen product meer ontwikkeld zonder dat verschillende ontwerpers zich ermee bezighouden. En ontwerpers met een productie, vormgeef of constructie-achtergrond kijken ieder heel anders tegen hetzelfde product aan.

Vroeger was dat geen probleem. Maar opgejaagd door klanten en concurrentie, moeten bedrijven steeds sneller en beter nieuwe producten ontwikkelen. Daardoor worden de traditioneel gescheiden productontwikkelingsfasen samengevoegd tot wat nu concurrent engineering heet. Bij deze methode wordt vanaf een vroeg stadium al gekeken naar bijvoorbeeld productie en assemblage-eigenschappen van een ontwerp. De verschillende ontwerpers zijn dan dus gelijktijdig met hetzelfde ontwerp bezig.

,,Iedere ontwerpdiscipline spreekt zijn eigen taal, men kijkt naar verschillende aspecten van hetzelfde product. Daarom ben ik op zoek gegaan naar een methode om die communicatie-problemen op te lossen”, vertelt de afgelopen dinsdag gepromoveerde ir. Klaas Jan De Kraker.

,,Tijdens mijn afstuderen had ik het naar m’n zin bij de CAD/CAM-vakgroep van Informatica. Ik voelde me nog niet klaar om bijvoorbeeld het bedrijfsleven in te duiken, en wist dat er een onderzoeksaanvraag gedaan was. Er lag eigenlijk al een opdracht klaar, dus toen ben ik nog eens vier jaar op de TU gebleven.” Overigens is het oorspronkelijk onderzoek in tweeën gedeeld. De Kraker werkte wel nauw samen met Maurice Dohmen, die ook dinsdag promoveerde.


Vaag

Op dit moment worden producten ontworpen met twee- of driedimensionale modellen. Maar deze weergave van een ontwerp is te beperkt, vindt De Kraker: ,,Dat zijn lijnen en vlakken zonder verdere betekenis. Door aan die objecten een extra betekenis toe te voegen, is het bijvoorbeeld mogelijk om duidelijk te maken waarvoor de ontwerper voor een bepaalde oplossing kiest. We praten dan over features.”

Met zo’n feature kunnen bijvoorbeeld onderlinge relaties of de functie van onderdelen worden aangegeven. ,,Je zou kunnen zeggen dat het een soort Lego-steentjes zijn. Die hebben ook een voorgedefinieerde vorm en zijn onder andere op elkaar te zetten. Kortom, een Lego-steentje kent bepaalde eigenschappen met een heel duidelijke functie. Met een feature stop je een stukje semantiek, of betekenis in een model.”

Toch blijft de feature een abstract begrip. De Kraker had ook zeker in het begin van zijn onderzoek moeite met die vaagheid en is ruim een maand bezig geweest een goede definitie van het begrip op te stellen. ,,Daar gaat erg veel tijd in zitten. Maar je kunt een feature dan ook zo vaag en onduidelijk maken als je zelf wilt.”


(Klik voor grotere foto)

Als goede Delftenaar heeft de wetenschapper geprobeerd met een praktische oplossing te komen: ,,Wat mij aantrok in dit onderzoek was het modelleren van driedimensionale objecten. Het is een soort technische toepassing van de informatica. Je kunt altijd wel mooie schema’s en theorieën opstellen, maar het moet toch bruikbaar zijn. Dus wilde ik niet te ver van de praktijk afdwalen. Aan de andere kant heb ik me toch ook weer vrij fundamenteel beziggehouden. Maar altijd zonder de vorm van objecten uit het oog te verliezen.”


Kofferbak

Die vorm van objecten kan na het ontwerpen nog wel eens problemen opleveren. Zo vertelt De Kraker over een autofabrikant die het sluitmechanisme van de kofferbak nog eens ging nakijken: ,,Die sluiting was heel erg moeilijk te maken en daardoor erg duur. Toen is men gaan kijken waarom die sluiting op die ingewikkelde manier was vormgegeven en bleek niemand dat meer te weten. De oorspronkelijke kennis was verloren gegaan en men moest opnieuw beginnen. Met features had men dat wel geweten, dan was de functie meteen gedefinieerd.”


(Klik voor grotere foto)

Met de rol en het belang van features is nog niet duidelijk hoe de communicatie tussen verschillende ontwerpers daarmee geoptimaliseerd kan worden. De Kraker legt uit: ,,Het gebruik van features maakt het mogelijk verschillende views voor verschillende ontwerpers te genereren.”

In feite valt dit te vergelijken met een computernetwerk, waar de gebruikers afhankelijk van hun functie de centrale gegevens op een andere manier gepresenteerd krijgen. De systeembeheerder ziet en mag bijvoorbeeld meer dan een bezoeker op het netwerk. En zo verschijnt er in de ontwerppraktijk voor de vormgever een andere weergave van het ontwerp dan voor degene die zich met de fabricage bezighoudt. Terwijl ze allebei aan hetzelfde product kunnen werken.

,,Dat was waar mijn onderzoek zich uiteindelijk op richtte: op de conversiemethode om de verschillende views voor verschillende gebruikers naar elkaar te vertalen. Ik ben erg trots op mijn oplossing. Het is namelijk een heel erg algemene methode, die goed in andere situaties bruikbaar is.”

De moeilijkheid van het overzetten van de ene weergave naar de andere zit hem in de kleine afwijkingen die met andere methoden optreden bij het omzetten van de gegevens. Maar De Kraker’s uniforme conversiemethode heeft hier geen moeite mee. Wel kwam tijdens het onderzoek een ander knelpunt naar voren. Bij concurrent engineering bestaat namelijk het gevaar dat de ene ontwerper het werk van de andere onherstelbaar veranderd, of dat een ontwerper standaard-onderdelen gaat veranderen diehelemaal niet veranderd kunnen worden.


(Klik voor grotere foto)
Trots

,,In praktijk wil je eigenlijk dat sommige handelingen voor sommige gebruikers geblokkeerd worden.” De informaticus heeft deze conflictsituaties voorlopig opgelost door alle gebruikers een bepaalde prioriteit te geven. ,,Maar ik denk dat dit een onderdeel is waar nog zeker verder naar gekeken moet worden. Ik moet zeggen dat ik zelf niet heel erg trots ben op deze oplossing. We hebben iets gemaakt omdat we het nodig hadden, maar het is niet goed uitgewerkt. Overigens heeft het wel een publikatie opgeleverd.”


(Klik voor grotere foto)

Nu, een half jaar nadat zijn onderzoek, houdt De Kraker zich nauwelijks meer met features bezig. Toch heeft hij de wetenschap niet helemaal achter zich gelaten. Op de research-afdeling van automatiseerder Baan is de promovendus nog steeds met onderzoek bezig: ,,Maar natuurlijk niet zo fundamenteel als op de TU, want ik werk nu voor een commerciële onderneming.”


(Klik voor grotere foto)

,,,,,,,,

Voor de een is een abstract schilderij niet meer ‘dan geklieder van een driejarige’, voor een ander is het een ‘non-figuratieve weergave van de persoonlijke belevingswereld van de kunstenaar’. Eén kunstwerk, twee beelden.
Informatica

door: Martijn Leenders


(Klik voor grotere foto)

Zo is het ook met producten en ontwerpers: er wordt bijna geen product meer ontwikkeld zonder dat verschillende ontwerpers zich ermee bezighouden. En ontwerpers met een productie, vormgeef of constructie-achtergrond kijken ieder heel anders tegen hetzelfde product aan.

Vroeger was dat geen probleem. Maar opgejaagd door klanten en concurrentie, moeten bedrijven steeds sneller en beter nieuwe producten ontwikkelen. Daardoor worden de traditioneel gescheiden productontwikkelingsfasen samengevoegd tot wat nu concurrent engineering heet. Bij deze methode wordt vanaf een vroeg stadium al gekeken naar bijvoorbeeld productie en assemblage-eigenschappen van een ontwerp. De verschillende ontwerpers zijn dan dus gelijktijdig met hetzelfde ontwerp bezig.

,,Iedere ontwerpdiscipline spreekt zijn eigen taal, men kijkt naar verschillende aspecten van hetzelfde product. Daarom ben ik op zoek gegaan naar een methode om die communicatie-problemen op te lossen”, vertelt de afgelopen dinsdag gepromoveerde ir. Klaas Jan De Kraker.

,,Tijdens mijn afstuderen had ik het naar m’n zin bij de CAD/CAM-vakgroep van Informatica. Ik voelde me nog niet klaar om bijvoorbeeld het bedrijfsleven in te duiken, en wist dat er een onderzoeksaanvraag gedaan was. Er lag eigenlijk al een opdracht klaar, dus toen ben ik nog eens vier jaar op de TU gebleven.” Overigens is het oorspronkelijk onderzoek in tweeën gedeeld. De Kraker werkte wel nauw samen met Maurice Dohmen, die ook dinsdag promoveerde.


Vaag

Op dit moment worden producten ontworpen met twee- of driedimensionale modellen. Maar deze weergave van een ontwerp is te beperkt, vindt De Kraker: ,,Dat zijn lijnen en vlakken zonder verdere betekenis. Door aan die objecten een extra betekenis toe te voegen, is het bijvoorbeeld mogelijk om duidelijk te maken waarvoor de ontwerper voor een bepaalde oplossing kiest. We praten dan over features.”

Met zo’n feature kunnen bijvoorbeeld onderlinge relaties of de functie van onderdelen worden aangegeven. ,,Je zou kunnen zeggen dat het een soort Lego-steentjes zijn. Die hebben ook een voorgedefinieerde vorm en zijn onder andere op elkaar te zetten. Kortom, een Lego-steentje kent bepaalde eigenschappen met een heel duidelijke functie. Met een feature stop je een stukje semantiek, of betekenis in een model.”

Toch blijft de feature een abstract begrip. De Kraker had ook zeker in het begin van zijn onderzoek moeite met die vaagheid en is ruim een maand bezig geweest een goede definitie van het begrip op te stellen. ,,Daar gaat erg veel tijd in zitten. Maar je kunt een feature dan ook zo vaag en onduidelijk maken als je zelf wilt.”


(Klik voor grotere foto)

Als goede Delftenaar heeft de wetenschapper geprobeerd met een praktische oplossing te komen: ,,Wat mij aantrok in dit onderzoek was het modelleren van driedimensionale objecten. Het is een soort technische toepassing van de informatica. Je kunt altijd wel mooie schema’s en theorieën opstellen, maar het moet toch bruikbaar zijn. Dus wilde ik niet te ver van de praktijk afdwalen. Aan de andere kant heb ik me toch ook weer vrij fundamenteel beziggehouden. Maar altijd zonder de vorm van objecten uit het oog te verliezen.”


Kofferbak

Die vorm van objecten kan na het ontwerpen nog wel eens problemen opleveren. Zo vertelt De Kraker over een autofabrikant die het sluitmechanisme van de kofferbak nog eens ging nakijken: ,,Die sluiting was heel erg moeilijk te maken en daardoor erg duur. Toen is men gaan kijken waarom die sluiting op die ingewikkelde manier was vormgegeven en bleek niemand dat meer te weten. De oorspronkelijke kennis was verloren gegaan en men moest opnieuw beginnen. Met features had men dat wel geweten, dan was de functie meteen gedefinieerd.”


(Klik voor grotere foto)

Met de rol en het belang van features is nog niet duidelijk hoe de communicatie tussen verschillende ontwerpers daarmee geoptimaliseerd kan worden. De Kraker legt uit: ,,Het gebruik van features maakt het mogelijk verschillende views voor verschillende ontwerpers te genereren.”

In feite valt dit te vergelijken met een computernetwerk, waar de gebruikers afhankelijk van hun functie de centrale gegevens op een andere manier gepresenteerd krijgen. De systeembeheerder ziet en mag bijvoorbeeld meer dan een bezoeker op het netwerk. En zo verschijnt er in de ontwerppraktijk voor de vormgever een andere weergave van het ontwerp dan voor degene die zich met de fabricage bezighoudt. Terwijl ze allebei aan hetzelfde product kunnen werken.

,,Dat was waar mijn onderzoek zich uiteindelijk op richtte: op de conversiemethode om de verschillende views voor verschillende gebruikers naar elkaar te vertalen. Ik ben erg trots op mijn oplossing. Het is namelijk een heel erg algemene methode, die goed in andere situaties bruikbaar is.”

De moeilijkheid van het overzetten van de ene weergave naar de andere zit hem in de kleine afwijkingen die met andere methoden optreden bij het omzetten van de gegevens. Maar De Kraker’s uniforme conversiemethode heeft hier geen moeite mee. Wel kwam tijdens het onderzoek een ander knelpunt naar voren. Bij concurrent engineering bestaat namelijk het gevaar dat de ene ontwerper het werk van de andere onherstelbaar veranderd, of dat een ontwerper standaard-onderdelen gaat veranderen diehelemaal niet veranderd kunnen worden.


(Klik voor grotere foto)
Trots

,,In praktijk wil je eigenlijk dat sommige handelingen voor sommige gebruikers geblokkeerd worden.” De informaticus heeft deze conflictsituaties voorlopig opgelost door alle gebruikers een bepaalde prioriteit te geven. ,,Maar ik denk dat dit een onderdeel is waar nog zeker verder naar gekeken moet worden. Ik moet zeggen dat ik zelf niet heel erg trots ben op deze oplossing. We hebben iets gemaakt omdat we het nodig hadden, maar het is niet goed uitgewerkt. Overigens heeft het wel een publikatie opgeleverd.”


(Klik voor grotere foto)

Nu, een half jaar nadat zijn onderzoek, houdt De Kraker zich nauwelijks meer met features bezig. Toch heeft hij de wetenschap niet helemaal achter zich gelaten. Op de research-afdeling van automatiseerder Baan is de promovendus nog steeds met onderzoek bezig: ,,Maar natuurlijk niet zo fundamenteel als op de TU, want ik werk nu voor een commerciële onderneming.”


(Klik voor grotere foto)

Voor de een is een abstract schilderij niet meer ‘dan geklieder van een driejarige’, voor een ander is het een ‘non-figuratieve weergave van de persoonlijke belevingswereld van de kunstenaar’. Eén kunstwerk, twee beelden.
Informatica

door: Martijn Leenders


(Klik voor grotere foto)

Zo is het ook met producten en ontwerpers: er wordt bijna geen product meer ontwikkeld zonder dat verschillende ontwerpers zich ermee bezighouden. En ontwerpers met een productie, vormgeef of constructie-achtergrond kijken ieder heel anders tegen hetzelfde product aan.

Vroeger was dat geen probleem. Maar opgejaagd door klanten en concurrentie, moeten bedrijven steeds sneller en beter nieuwe producten ontwikkelen. Daardoor worden de traditioneel gescheiden productontwikkelingsfasen samengevoegd tot wat nu concurrent engineering heet. Bij deze methode wordt vanaf een vroeg stadium al gekeken naar bijvoorbeeld productie en assemblage-eigenschappen van een ontwerp. De verschillende ontwerpers zijn dan dus gelijktijdig met hetzelfde ontwerp bezig.

,,Iedere ontwerpdiscipline spreekt zijn eigen taal, men kijkt naar verschillende aspecten van hetzelfde product. Daarom ben ik op zoek gegaan naar een methode om die communicatie-problemen op te lossen”, vertelt de afgelopen dinsdag gepromoveerde ir. Klaas Jan De Kraker.

,,Tijdens mijn afstuderen had ik het naar m’n zin bij de CAD/CAM-vakgroep van Informatica. Ik voelde me nog niet klaar om bijvoorbeeld het bedrijfsleven in te duiken, en wist dat er een onderzoeksaanvraag gedaan was. Er lag eigenlijk al een opdracht klaar, dus toen ben ik nog eens vier jaar op de TU gebleven.” Overigens is het oorspronkelijk onderzoek in tweeën gedeeld. De Kraker werkte wel nauw samen met Maurice Dohmen, die ook dinsdag promoveerde.


Vaag

Op dit moment worden producten ontworpen met twee- of driedimensionale modellen. Maar deze weergave van een ontwerp is te beperkt, vindt De Kraker: ,,Dat zijn lijnen en vlakken zonder verdere betekenis. Door aan die objecten een extra betekenis toe te voegen, is het bijvoorbeeld mogelijk om duidelijk te maken waarvoor de ontwerper voor een bepaalde oplossing kiest. We praten dan over features.”

Met zo’n feature kunnen bijvoorbeeld onderlinge relaties of de functie van onderdelen worden aangegeven. ,,Je zou kunnen zeggen dat het een soort Lego-steentjes zijn. Die hebben ook een voorgedefinieerde vorm en zijn onder andere op elkaar te zetten. Kortom, een Lego-steentje kent bepaalde eigenschappen met een heel duidelijke functie. Met een feature stop je een stukje semantiek, of betekenis in een model.”

Toch blijft de feature een abstract begrip. De Kraker had ook zeker in het begin van zijn onderzoek moeite met die vaagheid en is ruim een maand bezig geweest een goede definitie van het begrip op te stellen. ,,Daar gaat erg veel tijd in zitten. Maar je kunt een feature dan ook zo vaag en onduidelijk maken als je zelf wilt.”


(Klik voor grotere foto)

Als goede Delftenaar heeft de wetenschapper geprobeerd met een praktische oplossing te komen: ,,Wat mij aantrok in dit onderzoek was het modelleren van driedimensionale objecten. Het is een soort technische toepassing van de informatica. Je kunt altijd wel mooie schema’s en theorieën opstellen, maar het moet toch bruikbaar zijn. Dus wilde ik niet te ver van de praktijk afdwalen. Aan de andere kant heb ik me toch ook weer vrij fundamenteel beziggehouden. Maar altijd zonder de vorm van objecten uit het oog te verliezen.”


Kofferbak

Die vorm van objecten kan na het ontwerpen nog wel eens problemen opleveren. Zo vertelt De Kraker over een autofabrikant die het sluitmechanisme van de kofferbak nog eens ging nakijken: ,,Die sluiting was heel erg moeilijk te maken en daardoor erg duur. Toen is men gaan kijken waarom die sluiting op die ingewikkelde manier was vormgegeven en bleek niemand dat meer te weten. De oorspronkelijke kennis was verloren gegaan en men moest opnieuw beginnen. Met features had men dat wel geweten, dan was de functie meteen gedefinieerd.”


(Klik voor grotere foto)

Met de rol en het belang van features is nog niet duidelijk hoe de communicatie tussen verschillende ontwerpers daarmee geoptimaliseerd kan worden. De Kraker legt uit: ,,Het gebruik van features maakt het mogelijk verschillende views voor verschillende ontwerpers te genereren.”

In feite valt dit te vergelijken met een computernetwerk, waar de gebruikers afhankelijk van hun functie de centrale gegevens op een andere manier gepresenteerd krijgen. De systeembeheerder ziet en mag bijvoorbeeld meer dan een bezoeker op het netwerk. En zo verschijnt er in de ontwerppraktijk voor de vormgever een andere weergave van het ontwerp dan voor degene die zich met de fabricage bezighoudt. Terwijl ze allebei aan hetzelfde product kunnen werken.

,,Dat was waar mijn onderzoek zich uiteindelijk op richtte: op de conversiemethode om de verschillende views voor verschillende gebruikers naar elkaar te vertalen. Ik ben erg trots op mijn oplossing. Het is namelijk een heel erg algemene methode, die goed in andere situaties bruikbaar is.”

De moeilijkheid van het overzetten van de ene weergave naar de andere zit hem in de kleine afwijkingen die met andere methoden optreden bij het omzetten van de gegevens. Maar De Kraker’s uniforme conversiemethode heeft hier geen moeite mee. Wel kwam tijdens het onderzoek een ander knelpunt naar voren. Bij concurrent engineering bestaat namelijk het gevaar dat de ene ontwerper het werk van de andere onherstelbaar veranderd, of dat een ontwerper standaard-onderdelen gaat veranderen diehelemaal niet veranderd kunnen worden.


(Klik voor grotere foto)
Trots

,,In praktijk wil je eigenlijk dat sommige handelingen voor sommige gebruikers geblokkeerd worden.” De informaticus heeft deze conflictsituaties voorlopig opgelost door alle gebruikers een bepaalde prioriteit te geven. ,,Maar ik denk dat dit een onderdeel is waar nog zeker verder naar gekeken moet worden. Ik moet zeggen dat ik zelf niet heel erg trots ben op deze oplossing. We hebben iets gemaakt omdat we het nodig hadden, maar het is niet goed uitgewerkt. Overigens heeft het wel een publikatie opgeleverd.”


(Klik voor grotere foto)

Nu, een half jaar nadat zijn onderzoek, houdt De Kraker zich nauwelijks meer met features bezig. Toch heeft hij de wetenschap niet helemaal achter zich gelaten. Op de research-afdeling van automatiseerder Baan is de promovendus nog steeds met onderzoek bezig: ,,Maar natuurlijk niet zo fundamenteel als op de TU, want ik werk nu voor een commerciële onderneming.”


(Klik voor grotere foto)