Naam: Drs. Maura Houtenbos (26)Nationaliteit: NederlandseOnderwerp: Modelling interaction between car driversPromotor: prof.d
r. Andrew Hale van de sectie veiligheidskunde(TBM) en prof.dr.ir. Peter Wieringa van de sectie mens-machinesystemen (OCP)
Tussenstand: Houtenbos verwacht in september 2006 te promoveren
(Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)
“Oei, dat ging nog maar net goed. Elke autobestuurder komt tijdens een rit één keer zo’n moment tegen. Dat ‘ojee-moment’ hoeft niet per se dramatisch te zijn, want al met al gebeuren er toch weinig ongelukken. Hoe kan het dat het zo vaak goed gaat? Dat is wat ik onderzoek. Daarvoor richt ik me op interacties in het verkeer.
Ik heb me beperkt tot interacties op kruispunten, want deze zijn makkelijker te observeren dan snelwegen. Verwachtingen van bestuurders spelen hierbij een belangrijke rol. Een bestuurder moet van tevoren een idee hebben van wat de ander gaat doen om op tijd te kunnen anticiperen.
Om inzicht te krijgen in de verwachtingen die mensen hebben in situaties op kruispunten, rotondes en T-splitsingen, ben ik bezig met een onderzoek met foto’s. Een aantal mensen krijgt ongeveer tien foto’s van een bepaalde situatie op een kruispunt te zien. Vervolgens moeten ze aangeven wat er in die situatie gaat gebeuren. Wie krijgt of neemt voorrang? Zal de ander remmen? Verder ben ik van plan gebruik te maken van filmpjes, een interactieve rijdsimulator en ga ik interacties op kruispunten observeren met camera’s. Als het goed is, heb ik daarna een goed idee van de sterke en zwakke punten van de mens in verkeerssituaties.
Het uiteindelijke doel is een model te maken. Daarmee kan een advies worden gemaakt voor het invoeren van toekomstige technische snufjes, bijvoorbeeld een beeldscherm waarmee de bestuurder om een hoek kan kijken. Mijn model beschrijft vervolgens of dat speciale beeldscherm de verkeersveiligheid ten goede komt.
Voordat je gaat promoveren moet je je afvragen of je vier jaar lang bezig wilt zijn met één onderwerp. Ik vind het leuk om een onderwerp uit te spitten. Omdat ik toegepast onderzoek doe, ben ik niet bang dat het saai wordt, tenslotte rijdt bijna iedereen auto. In het begin van mijn promotie moest ik veel lezen. Dat vond ik erg saai. Nu bereid ik het experimentele werk voor, dat is veel leuker.
Ik doe mijn onderzoek op twee plaatsen: bij de TU Delft en bij Swov, een instituut dat onderzoek doet naar verkeersveiligheid. Daardoor heb ik meer mensen die me kunnen helpen bij problemen. Maar er zijn ook nadelen. Zo ben ik veel tijd kwijt aan vergaderingen en colloquia en ik kan niet alles op één plek laten liggen. Zoals het computerprogramma Spss, dat ik gebruik om vragenlijsten in te voeren. In Delft heb ik een onderdeel van dat programma niet, bij Swov in Leidschendam wel.” (IL)
Naam: Drs. Maura Houtenbos (26)
Nationaliteit: Nederlandse
Onderwerp: Modelling interaction between car drivers
Promotor: prof.dr. Andrew Hale van de sectie veiligheidskunde(TBM) en prof.dr.ir. Peter Wieringa van de sectie mens-machinesystemen (OCP)
Tussenstand: Houtenbos verwacht in september 2006 te promoveren
(Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)
“Oei, dat ging nog maar net goed. Elke autobestuurder komt tijdens een rit één keer zo’n moment tegen. Dat ‘ojee-moment’ hoeft niet per se dramatisch te zijn, want al met al gebeuren er toch weinig ongelukken. Hoe kan het dat het zo vaak goed gaat? Dat is wat ik onderzoek. Daarvoor richt ik me op interacties in het verkeer.
Ik heb me beperkt tot interacties op kruispunten, want deze zijn makkelijker te observeren dan snelwegen. Verwachtingen van bestuurders spelen hierbij een belangrijke rol. Een bestuurder moet van tevoren een idee hebben van wat de ander gaat doen om op tijd te kunnen anticiperen.
Om inzicht te krijgen in de verwachtingen die mensen hebben in situaties op kruispunten, rotondes en T-splitsingen, ben ik bezig met een onderzoek met foto’s. Een aantal mensen krijgt ongeveer tien foto’s van een bepaalde situatie op een kruispunt te zien. Vervolgens moeten ze aangeven wat er in die situatie gaat gebeuren. Wie krijgt of neemt voorrang? Zal de ander remmen? Verder ben ik van plan gebruik te maken van filmpjes, een interactieve rijdsimulator en ga ik interacties op kruispunten observeren met camera’s. Als het goed is, heb ik daarna een goed idee van de sterke en zwakke punten van de mens in verkeerssituaties.
Het uiteindelijke doel is een model te maken. Daarmee kan een advies worden gemaakt voor het invoeren van toekomstige technische snufjes, bijvoorbeeld een beeldscherm waarmee de bestuurder om een hoek kan kijken. Mijn model beschrijft vervolgens of dat speciale beeldscherm de verkeersveiligheid ten goede komt.
Voordat je gaat promoveren moet je je afvragen of je vier jaar lang bezig wilt zijn met één onderwerp. Ik vind het leuk om een onderwerp uit te spitten. Omdat ik toegepast onderzoek doe, ben ik niet bang dat het saai wordt, tenslotte rijdt bijna iedereen auto. In het begin van mijn promotie moest ik veel lezen. Dat vond ik erg saai. Nu bereid ik het experimentele werk voor, dat is veel leuker.
Ik doe mijn onderzoek op twee plaatsen: bij de TU Delft en bij Swov, een instituut dat onderzoek doet naar verkeersveiligheid. Daardoor heb ik meer mensen die me kunnen helpen bij problemen. Maar er zijn ook nadelen. Zo ben ik veel tijd kwijt aan vergaderingen en colloquia en ik kan niet alles op één plek laten liggen. Zoals het computerprogramma Spss, dat ik gebruik om vragenlijsten in te voeren. In Delft heb ik een onderdeel van dat programma niet, bij Swov in Leidschendam wel.” (IL)
Comments are closed.