"De TU Delft heeft een Janus-kop. Aan de ene kant algemeen gerespecteerd en aan de andere kant bureaucratisch, onduidelijk en ontoegankelijk." Dit is één van de belangrijkste observaties van het Amsterdamse marketingadviesbureau Brandsters, na onderzoek van het imago van de TU.
Brandsters sprak tussen 1 maart en 15 mei 2004 met vertegenwoordigers uit bedrijfsleven, onderwijs, journalistiek en met vwo-scholieren. Het beeld van de TU Delft dat daaruit naar voren komt, heeft positieve en negatieve kanten.
Zo vindt de onderwijswereld dat er ‘een zweem van autoriteit rondom [de] TU Delft’ hangt, ‘conservatief en weerbarstig’. In het rapport staat: “Iedereen verwacht dat een studie aan de TU Delft moeilijk is en alleen geschikt voor echte technische bollebozen. Weinigen kunnen benoemen waarom de TU Delft zo vooraanstaand is.”
Uit de gesprekken met vwo’ers blijkt dat wanneer zij ‘Delftenaren’ in hun omgeving hebben, zij ervan overtuigd zijn dat de TU Delft de beste technische universiteit van Nederland is. Waarom ze dat vinden, weten ze alleen nauwelijks.
Delftse wetenschappers worden in de onderwijswereld gezien als ‘corporaal, horkerig, verbaal vaardig en breed inzetbaar’. Veel scholieren denken dat ze na een studie in Delft ‘vooral technische, saaie en eenzame banen’ wacht.
Het bedrijfsleven kijkt anders aan tegen de TU. Het vindt dat Nederland behoefte heeft aan een topuniversiteit en dat de TU Delft die positie moet innemen. Maar dan moet er wel worden gewerkt aan de kloof die het bedrijfsleven ziet tussen zichzelf en ‘de technische universiteiten in het algemeen en de TU Delft in het bijzonder’.
Andere belangrijke observaties zijn volgens het rapport dat er ‘algemene bezorgdheid en twijfel [bestaat] over de bestuurbaarheid van de TU Delft’, dat de TU Delft nu vooral maatschappelijk relevant is, ‘maar niet persoonlijk relevant’. Verder vindt men dat de TU ‘in een dialoog met de samenleving dient aan te geven waar haar meerwaarde ligt op persoonlijk niveau’. En: “Alumni zijn uitgesproken negatief over hun ervaringen op de universiteit, maar uiterst positief over hun ervaringen in de studentenverenigingen.”
Brandsters voerde zijn onderzoek uit in opdracht van de TU. Voorzitter van het college van bestuur Hans van Luijk wil pas volgende week reageren op de uitkomsten ervan.
Uit het ‘Communicatieplan TU Delft’, dat eind 2004 verscheen, is wel op te maken wat de universiteit van plan is te doen aan het matige beeld dat de buitenwacht heeft van de TU Delft.
In het plan kiest de universiteit voor ‘maatschappelijke relevantie’ als uitgangspunt bij het profileren van de TU. Deze keuze heeft volgens de auteurs van het plan, de directie marketing en communicatie, ‘direct te maken met het behouden en vergroten van draagvlak vanuit de maatschappij’.
Brandsters sprak tussen 1 maart en 15 mei 2004 met vertegenwoordigers uit bedrijfsleven, onderwijs, journalistiek en met vwo-scholieren. Het beeld van de TU Delft dat daaruit naar voren komt, heeft positieve en negatieve kanten.
Zo vindt de onderwijswereld dat er ‘een zweem van autoriteit rondom [de] TU Delft’ hangt, ‘conservatief en weerbarstig’. In het rapport staat: “Iedereen verwacht dat een studie aan de TU Delft moeilijk is en alleen geschikt voor echte technische bollebozen. Weinigen kunnen benoemen waarom de TU Delft zo vooraanstaand is.”
Uit de gesprekken met vwo’ers blijkt dat wanneer zij ‘Delftenaren’ in hun omgeving hebben, zij ervan overtuigd zijn dat de TU Delft de beste technische universiteit van Nederland is. Waarom ze dat vinden, weten ze alleen nauwelijks.
Delftse wetenschappers worden in de onderwijswereld gezien als ‘corporaal, horkerig, verbaal vaardig en breed inzetbaar’. Veel scholieren denken dat ze na een studie in Delft ‘vooral technische, saaie en eenzame banen’ wacht.
Het bedrijfsleven kijkt anders aan tegen de TU. Het vindt dat Nederland behoefte heeft aan een topuniversiteit en dat de TU Delft die positie moet innemen. Maar dan moet er wel worden gewerkt aan de kloof die het bedrijfsleven ziet tussen zichzelf en ‘de technische universiteiten in het algemeen en de TU Delft in het bijzonder’.
Andere belangrijke observaties zijn volgens het rapport dat er ‘algemene bezorgdheid en twijfel [bestaat] over de bestuurbaarheid van de TU Delft’, dat de TU Delft nu vooral maatschappelijk relevant is, ‘maar niet persoonlijk relevant’. Verder vindt men dat de TU ‘in een dialoog met de samenleving dient aan te geven waar haar meerwaarde ligt op persoonlijk niveau’. En: “Alumni zijn uitgesproken negatief over hun ervaringen op de universiteit, maar uiterst positief over hun ervaringen in de studentenverenigingen.”
Brandsters voerde zijn onderzoek uit in opdracht van de TU. Voorzitter van het college van bestuur Hans van Luijk wil pas volgende week reageren op de uitkomsten ervan.
Uit het ‘Communicatieplan TU Delft’, dat eind 2004 verscheen, is wel op te maken wat de universiteit van plan is te doen aan het matige beeld dat de buitenwacht heeft van de TU Delft.
In het plan kiest de universiteit voor ‘maatschappelijke relevantie’ als uitgangspunt bij het profileren van de TU. Deze keuze heeft volgens de auteurs van het plan, de directie marketing en communicatie, ‘direct te maken met het behouden en vergroten van draagvlak vanuit de maatschappij’.
Comments are closed.