Een nieuwe ontwerp-minor moet bachelorstudenten leren samenwerken met verschillende disciplines en tegelijkertijd de TU Delft meer naamsbekendheid geven.
Het college van bestuur besloot vorige week tot de invoering van een interfacultaire minor multidisciplinair ontwerpen (Immo), die in 2010 moet zijn uitgegroeid tot een internationaal bekende ontwerp-minor.
De TU-brede minor zal voor de helft bestaan uit reguliere colleges, workshops, een literatuurstudie en een zelfreflectieverslag en voor de andere helft uit een ontwerpwedstrijd. Teams met zes studenten van minimaal drie verschillende studies krijgen daarvoor als ontwerpopdracht een complex probleem dat wordt geformuleerd door een bedrijf, overheid of onderzoeker van de TU. Tijdens een eindsymposium presenteren de interdisciplinaire teams een prototype of model van hun ontwerp aan een vakjury.
Ir. Norbert Roozenburg van de faculteit Industrieel Ontwerpen en coördinator van Immo, denkt dat samenwerken met verschillende disciplines een noodzaak is. “In de praktijk worden tegenwoordig alle ontwerpproblemen vanuit diverse disciplines opgelost.”
De Erasmusbrug zou volgens hem een goede ontwerpopgave zijn geweest. “De opdracht luidt dan: ontwerp een verbinding tussen de Kop van Zuid en de rest van Rotterdam. De vakjury zou bestaan uit bijvoorbeeld een wethouder, een stedenbouwkundige, een architect, een civiel ingenieur en iemand van een constructiebedrijf of een bouwbedrijf.”
De ontwerpwedstrijd en het eindsymposium bieden de TU goede kansen op extra publiciteit. Roozenburg: “We laten zien dat de TU niet alleen maar wiskunde en natuurkunde is, maar dat je hier ook concrete oplossingen leert ontwerpen. Dat spreekt studenten aan.”
Roozenburg weet nog niet hoe de octrooirechten op geniale ontwerpen geregeld worden. “Wanneer bij een afstudeeropdracht een bedrijf betrokken is, is de praktijk bij IO nu vaak dat de student in het patent als uitvinder wordt genoemd, maar dat de exploitatierechten naar het bedrijf gaan.” Roozenburg ziet de patentrechten niet als een groot probleem, en gaat ervan uit dat de juristen van de TU daar uitkomen.
In september 2006 start een pilot in de vorm van een groot keuzevak, en vanaf 2008 kunnen alle derdejaars studenten kiezen voor de ontwerp-minor als verbreding van hun bachelor. De totale studiebelasting wordt dan dertig Ects, een half studiejaar.
De invoering van de Immo kost tijdens de aanloopfase van drie jaar in totaal honderdvijftigduizend euro. Daarna moet de nieuwe minor zichzelf financieren met minstens zestig studenten per jaar. (IdB)
Het college van bestuur besloot vorige week tot de invoering van een interfacultaire minor multidisciplinair ontwerpen (Immo), die in 2010 moet zijn uitgegroeid tot een internationaal bekende ontwerp-minor.
De TU-brede minor zal voor de helft bestaan uit reguliere colleges, workshops, een literatuurstudie en een zelfreflectieverslag en voor de andere helft uit een ontwerpwedstrijd. Teams met zes studenten van minimaal drie verschillende studies krijgen daarvoor als ontwerpopdracht een complex probleem dat wordt geformuleerd door een bedrijf, overheid of onderzoeker van de TU. Tijdens een eindsymposium presenteren de interdisciplinaire teams een prototype of model van hun ontwerp aan een vakjury.
Ir. Norbert Roozenburg van de faculteit Industrieel Ontwerpen en coördinator van Immo, denkt dat samenwerken met verschillende disciplines een noodzaak is. “In de praktijk worden tegenwoordig alle ontwerpproblemen vanuit diverse disciplines opgelost.”
De Erasmusbrug zou volgens hem een goede ontwerpopgave zijn geweest. “De opdracht luidt dan: ontwerp een verbinding tussen de Kop van Zuid en de rest van Rotterdam. De vakjury zou bestaan uit bijvoorbeeld een wethouder, een stedenbouwkundige, een architect, een civiel ingenieur en iemand van een constructiebedrijf of een bouwbedrijf.”
De ontwerpwedstrijd en het eindsymposium bieden de TU goede kansen op extra publiciteit. Roozenburg: “We laten zien dat de TU niet alleen maar wiskunde en natuurkunde is, maar dat je hier ook concrete oplossingen leert ontwerpen. Dat spreekt studenten aan.”
Roozenburg weet nog niet hoe de octrooirechten op geniale ontwerpen geregeld worden. “Wanneer bij een afstudeeropdracht een bedrijf betrokken is, is de praktijk bij IO nu vaak dat de student in het patent als uitvinder wordt genoemd, maar dat de exploitatierechten naar het bedrijf gaan.” Roozenburg ziet de patentrechten niet als een groot probleem, en gaat ervan uit dat de juristen van de TU daar uitkomen.
In september 2006 start een pilot in de vorm van een groot keuzevak, en vanaf 2008 kunnen alle derdejaars studenten kiezen voor de ontwerp-minor als verbreding van hun bachelor. De totale studiebelasting wordt dan dertig Ects, een half studiejaar.
De invoering van de Immo kost tijdens de aanloopfase van drie jaar in totaal honderdvijftigduizend euro. Daarna moet de nieuwe minor zichzelf financieren met minstens zestig studenten per jaar. (IdB)
Comments are closed.