Met twee vrienden won ze de prestigieuze Europan-prijs. De loopbaan van Nathalie de Vries raakte in een stroomversnelling. Samen richtten ze MVRDV op, dat uitgroeide tot een van de meest toonaangevende architectenbureaus ter wereld.
De World Expo 2000 in het Duitse Hannover was geen succes. Er kwamen veel minder bezoekers dan verwacht en maar weinig gebouwen sprongen in het oog. Het Nederlandse paviljoen was de grote uitzondering: het oogstte internationaal veel lof en werd druk bezocht. Het opzienbarende pand met de trappen aan de buitenkant leidde de bezoeker rond in Nederland-in-het-klein, van de duinen op de begane grond, langs kassen en een heus bos, tot windmolens op het dak. “Door te stapelden wilden we het meervoudig grondgebruik in Nederland laten zien”, zegt Nathalie de Vries, een van de oprichters van MVRDV, dat het gebouw ontwierp. “We wilden een icoon maken. Zonder achtergrondinformatie moesten mensen begrijpen wat we bedoelden. Zodat ze zelf konden nadenken. Dat is geslaagd. De bezoekersaantallen voor het paviljoen hebben we stevig gehaald. We waren de publiekstrekker op de Expo.” Het was niet de eerste keer dat De Vries met MVRDV een icoon neerzette.
In 1991 richtten drie jonge, talentvolle architecten een eigen architectenbureau op dat ze de eerste letters van hun achternaam meegaven: Winy Maas, Jacob van Rijs en Nathalie de Vries. Een droom kwam uit, want al bijna vijftien jaar lang is MVRDV internationaal toonaangevend. Samen met Rem Koolhaas wordt MVRDV super Dutch genoemd, vanwege de nieuwe, experimentele vorm van bouwen.
De Vries’ loopbaan, begon na haar studie bij Mecanoo. “Na mijn studie ging ik direct werken,” zegt De Vries. “Al snel kwam ik bij Mecanoo terecht in Delft. Een ideale plaats voor een jonge architect. Van de eerste schets tot en met de uitvoering liep je daar met het bouwproces mee. Dat was heel leerzaam. Ze stimuleerden me om zelfstandig te werken en er was . gelukkig . weinig hiërarchie. Je was bezig met bouwen, dat leek me tijdens mijn studie het walhalla.”
Terwijl ze voor Mecanoo werkte, besloot De Vries met twee vrienden mee te dingen naar de eerste prijs van de belangrijke Europan wedstrijd, een wedstrijd voor architecten onder de veertig. “Het bloed kruipt toch waar het niet gaan kan”, zegt ze. “Tijdens mijn studie was ik zes jaar bezig met mijn eigen ontwerpen. Dat wilde ik graag weer.”
Tot hun grote vreugde wonnen de drie de wedstrijd. “Hoe groot is de kans dat je wint? We deden niet mee om een eigen bureau te stichten. Iedereen dacht dat we al een bureau hadden, maar dat was helemaal niet zo”, zegt De Vries glimlachend. “Toen zijn we maar een bureau begonnen.”
Vernieuwend
MVRDV was geboren. De drie architecten kregen een startstipendium van het Fonds voor Beeldende Kunst, Architectuur en Vormgeving en begonnen aan hun grote avontuur. Eindelijk konden ze eigen ontwerpen maken. “De prijs opende deuren die anders gesloten waren gebleven”, zegt De Vries. Na twee jaar kwam de grote kans: een brief van de VPRO, die voor de definitieve doorbraak zou zorgen. “Van de ontwerpen die we maakten voor prijsvragen hadden we een boekje laten drukken”, legt De Vries uit. “Dat boekje was bij de VPRO terechtgekomen. Ze zochten architecten voor een nieuw pand. Hun medewerkers zaten verdeeld over tien villa’s en ze wilden een nieuw gebouw neerzetten op het Mediapark.”
De droomopdracht voor MVRDV was een feit. De VPRO wilde geen standaard kantoorgebouw, en dat lag helemaal in het straatje van De Vries. “De meeste kantoorgebouwen in Nederland hebben een lange gang en dan rechts en links kamers. Ongelooflijk saai”, zegt ze vol afgrijzen. “Wij maakten een vernieuwend ontwerp. De VPRO wilde een unieke werkomgeving. Het verschil tussen thuis en op kantoor werken werd begin jaren negentig steeds vager. Daar sprongen wij op in. We wilden minder in hokjes denken.” MVRDV zet de theorie om in de praktijk: Villa VPRO kreeg veel open ruimten, met schuine vloeren en verdiepingen die in elkaar over lopen.
De eigenwijze omroep had zijn zin gekregen: een eigenzinnig pand. De Vries: “Het pand geeft de VPRO een identiteit. Het is de representatie van de omroep op het Mediapark.”
En met de Villa had ook MVRDV zijn stempel gezet op het terrein. Het bureau begon bekendheid te krijgen als iconenmaker. MVRDV ontwierp steeds meer eigenzinnige gebouwen. Zoals de WoZoCo-flat, voor ouderen, in Amsterdam, waarbij extra verdiepingen aan het hoofdgebouw werden ‘opgehangen’.
Een MVRDV-gebouw is al van een afstand te herkennen. Diversiteit is het sleutelwoord en dat laat het bureau zien ook. Zoals de Opera in Oslo, met ver uitstekende verdiepingen, die verschillende kanten op schieten en met bovenop een bos van dennenbomen. Voor de Brabant-bibliotheek in Eindhoven maakte MVRDV een nog opzienbarender ontwerp: de 230 meter hoge toren bestaat uit zeventien kilometer alfabetisch geordende, verschuivende boekenkasten. Ook van binnen zijn de ‘blokkendozen’ complex: geen verdieping is hetzelfde, volgens MVRDV’s theorie van een eindeloos interieur. Vloeren lopen niet recht en er zijn open ruimten met balustrades. De bestaande bouwwetten lappen ze bewust aan hun laars.
Kritiek
Zulke nieuwe, eigenzinnige gebouwen moesten wel op kritiek stuiten. Andere architecten verwijten MVRDV te frivool te bouwen. Hun gebouwen zijn niets meer dan architectonische grapjes. Onzin, benadrukt De Vries. Ze wil vernieuwen, maar niet zonder reden. “Je moet je grenzen verkennen, anders kom je niet verder. Wij zijn niet hetzelfde als onze ouders. We leven op een andere manier, daar horen andere gebouwen bij.” Vooral vanzelfsprekendheid wantrouwt ze. “Is het wel zo vanzelfsprekend dat iets bestaat? Die vraag is de culturele taak van de architect.” Een architect moet daarom inspringen op de steeds veranderende maatschappij, vindt ze. “We leven nu in een tijd dat mensen gewend zijn eigen keuzes te maken. Voor architecten staan steeds meer middelen ter beschikking. Daarmee kun je andere, nieuwe dingen maken. Het geeft je de mogelijkheid te variëren met ruimte bijvoorbeeld.”
Ze noemt de Silodam-flat in Amsterdam als voorbeeld. “Daarin combineerden we woningtypes met verschillende afmetingen. We wilden niet dat als mensen een grotere woning wilden ze een extra kamer erbij konden kopen. Dat was te simpel. We hebben de verschillen uitgebuit; iedere woning is anders. Dat is echt ruimtelijk verschil.”
Spoorbouwmeester
Naast het leiden van een succesvol architectenbureau is De Vries sinds augustus aangesteld als spoorbouwmeester voor de Nederlandse Spoorwegen en Prorail. Haar nieuwe rol bevalt haar goed. “Nu zit ik aan de andere kant van de onderhandeltafel”, zegt ze enthousiast. “Een architect komt normaal pas bij het einde van het proces in beeld als besloten is te bouwen. Ik zit nu bij de bron.”
Er verandert veel bij de stations, en daar zit De Vries nu bovenop. “De zes grote stations in Nederland worden ingrijpend gewijzigd. Die projecten lopen al een tijd, dus daar kan ik niet veel invloed meer op uitoefenen. Maar ik heb natuurlijk wel supervisie. Ik houd in de gaten of er een goede kwaliteit is. Het Bureau Spoorbouwmeester, waar ik officieel directeur van ben, doet nog veel meer: van typografie, materialen, industrieel ontwerpen tot en met het begeleiden van architecten.”
Met MVRDV benadrukte ze in haar ontwerpen steeds de diversiteit in gebouwen, maar voor de Nederlandse Spoorwegen moet ze juist de uniformiteit in de verschillende stations bewaken. De omgekeerde wereld voor de rebelse architect? Ze antwoord met een slimme tegenvraag: “Je kunt je afvragen waar uniformiteit begint en waar het eindigt.”
Als jong architect zette ze de architectenwereld op zijn kop. Nu er een nieuwe generatie voor de deur staat, luistert ze gefascineerd. “De jonge architecten hebben nieuwe thema’s. Wij zochten de grenzen op van de architectuur. Nu is the sky the limit. Er zijn maar weinig dingen die de architectuur niet tot onderwerp durft te maken. Heb je nog steeds instrumenten nodig voor vormgeven bij de ontwerpen die worden gemaakt. Daarom vraag ik me als begeleider af: wat is nog architectuur, wat maakt architectuur? Ik sta open voor alles, maar die vraag zal ik blijven stellen.”
Naam: Nathalie de Vries
Leeftijd: 40
Afstudeeronderwerp: de grens van Nederland
Afstudeerjaar: 1990
Verliefd/verloofd/getrouwd: samenwonend, twee kinderen
Loopbaan: na haar studie bouwkunde ging De Vries aan de slag voor Mecanoo. Nadat ze met Winy Maas en Jacob van Rijs, de Europan-wedstrijd had gewonnen, zetten ze in 1991 gedrieën MVRDV op. De Vries was onder meer gastdocent aan de TU Delft, TU Berlijn en ITT in Chicago.
(Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
De World Expo 2000 in het Duitse Hannover was geen succes. Er kwamen veel minder bezoekers dan verwacht en maar weinig gebouwen sprongen in het oog. Het Nederlandse paviljoen was de grote uitzondering: het oogstte internationaal veel lof en werd druk bezocht. Het opzienbarende pand met de trappen aan de buitenkant leidde de bezoeker rond in Nederland-in-het-klein, van de duinen op de begane grond, langs kassen en een heus bos, tot windmolens op het dak. “Door te stapelden wilden we het meervoudig grondgebruik in Nederland laten zien”, zegt Nathalie de Vries, een van de oprichters van MVRDV, dat het gebouw ontwierp. “We wilden een icoon maken. Zonder achtergrondinformatie moesten mensen begrijpen wat we bedoelden. Zodat ze zelf konden nadenken. Dat is geslaagd. De bezoekersaantallen voor het paviljoen hebben we stevig gehaald. We waren de publiekstrekker op de Expo.” Het was niet de eerste keer dat De Vries met MVRDV een icoon neerzette.
In 1991 richtten drie jonge, talentvolle architecten een eigen architectenbureau op dat ze de eerste letters van hun achternaam meegaven: Winy Maas, Jacob van Rijs en Nathalie de Vries. Een droom kwam uit, want al bijna vijftien jaar lang is MVRDV internationaal toonaangevend. Samen met Rem Koolhaas wordt MVRDV super Dutch genoemd, vanwege de nieuwe, experimentele vorm van bouwen.
De Vries’ loopbaan, begon na haar studie bij Mecanoo. “Na mijn studie ging ik direct werken,” zegt De Vries. “Al snel kwam ik bij Mecanoo terecht in Delft. Een ideale plaats voor een jonge architect. Van de eerste schets tot en met de uitvoering liep je daar met het bouwproces mee. Dat was heel leerzaam. Ze stimuleerden me om zelfstandig te werken en er was . gelukkig . weinig hiërarchie. Je was bezig met bouwen, dat leek me tijdens mijn studie het walhalla.”
Terwijl ze voor Mecanoo werkte, besloot De Vries met twee vrienden mee te dingen naar de eerste prijs van de belangrijke Europan wedstrijd, een wedstrijd voor architecten onder de veertig. “Het bloed kruipt toch waar het niet gaan kan”, zegt ze. “Tijdens mijn studie was ik zes jaar bezig met mijn eigen ontwerpen. Dat wilde ik graag weer.”
Tot hun grote vreugde wonnen de drie de wedstrijd. “Hoe groot is de kans dat je wint? We deden niet mee om een eigen bureau te stichten. Iedereen dacht dat we al een bureau hadden, maar dat was helemaal niet zo”, zegt De Vries glimlachend. “Toen zijn we maar een bureau begonnen.”
Vernieuwend
MVRDV was geboren. De drie architecten kregen een startstipendium van het Fonds voor Beeldende Kunst, Architectuur en Vormgeving en begonnen aan hun grote avontuur. Eindelijk konden ze eigen ontwerpen maken. “De prijs opende deuren die anders gesloten waren gebleven”, zegt De Vries. Na twee jaar kwam de grote kans: een brief van de VPRO, die voor de definitieve doorbraak zou zorgen. “Van de ontwerpen die we maakten voor prijsvragen hadden we een boekje laten drukken”, legt De Vries uit. “Dat boekje was bij de VPRO terechtgekomen. Ze zochten architecten voor een nieuw pand. Hun medewerkers zaten verdeeld over tien villa’s en ze wilden een nieuw gebouw neerzetten op het Mediapark.”
De droomopdracht voor MVRDV was een feit. De VPRO wilde geen standaard kantoorgebouw, en dat lag helemaal in het straatje van De Vries. “De meeste kantoorgebouwen in Nederland hebben een lange gang en dan rechts en links kamers. Ongelooflijk saai”, zegt ze vol afgrijzen. “Wij maakten een vernieuwend ontwerp. De VPRO wilde een unieke werkomgeving. Het verschil tussen thuis en op kantoor werken werd begin jaren negentig steeds vager. Daar sprongen wij op in. We wilden minder in hokjes denken.” MVRDV zet de theorie om in de praktijk: Villa VPRO kreeg veel open ruimten, met schuine vloeren en verdiepingen die in elkaar over lopen.
De eigenwijze omroep had zijn zin gekregen: een eigenzinnig pand. De Vries: “Het pand geeft de VPRO een identiteit. Het is de representatie van de omroep op het Mediapark.”
En met de Villa had ook MVRDV zijn stempel gezet op het terrein. Het bureau begon bekendheid te krijgen als iconenmaker. MVRDV ontwierp steeds meer eigenzinnige gebouwen. Zoals de WoZoCo-flat, voor ouderen, in Amsterdam, waarbij extra verdiepingen aan het hoofdgebouw werden ‘opgehangen’.
Een MVRDV-gebouw is al van een afstand te herkennen. Diversiteit is het sleutelwoord en dat laat het bureau zien ook. Zoals de Opera in Oslo, met ver uitstekende verdiepingen, die verschillende kanten op schieten en met bovenop een bos van dennenbomen. Voor de Brabant-bibliotheek in Eindhoven maakte MVRDV een nog opzienbarender ontwerp: de 230 meter hoge toren bestaat uit zeventien kilometer alfabetisch geordende, verschuivende boekenkasten. Ook van binnen zijn de ‘blokkendozen’ complex: geen verdieping is hetzelfde, volgens MVRDV’s theorie van een eindeloos interieur. Vloeren lopen niet recht en er zijn open ruimten met balustrades. De bestaande bouwwetten lappen ze bewust aan hun laars.
Kritiek
Zulke nieuwe, eigenzinnige gebouwen moesten wel op kritiek stuiten. Andere architecten verwijten MVRDV te frivool te bouwen. Hun gebouwen zijn niets meer dan architectonische grapjes. Onzin, benadrukt De Vries. Ze wil vernieuwen, maar niet zonder reden. “Je moet je grenzen verkennen, anders kom je niet verder. Wij zijn niet hetzelfde als onze ouders. We leven op een andere manier, daar horen andere gebouwen bij.” Vooral vanzelfsprekendheid wantrouwt ze. “Is het wel zo vanzelfsprekend dat iets bestaat? Die vraag is de culturele taak van de architect.” Een architect moet daarom inspringen op de steeds veranderende maatschappij, vindt ze. “We leven nu in een tijd dat mensen gewend zijn eigen keuzes te maken. Voor architecten staan steeds meer middelen ter beschikking. Daarmee kun je andere, nieuwe dingen maken. Het geeft je de mogelijkheid te variëren met ruimte bijvoorbeeld.”
Ze noemt de Silodam-flat in Amsterdam als voorbeeld. “Daarin combineerden we woningtypes met verschillende afmetingen. We wilden niet dat als mensen een grotere woning wilden ze een extra kamer erbij konden kopen. Dat was te simpel. We hebben de verschillen uitgebuit; iedere woning is anders. Dat is echt ruimtelijk verschil.”
Spoorbouwmeester
Naast het leiden van een succesvol architectenbureau is De Vries sinds augustus aangesteld als spoorbouwmeester voor de Nederlandse Spoorwegen en Prorail. Haar nieuwe rol bevalt haar goed. “Nu zit ik aan de andere kant van de onderhandeltafel”, zegt ze enthousiast. “Een architect komt normaal pas bij het einde van het proces in beeld als besloten is te bouwen. Ik zit nu bij de bron.”
Er verandert veel bij de stations, en daar zit De Vries nu bovenop. “De zes grote stations in Nederland worden ingrijpend gewijzigd. Die projecten lopen al een tijd, dus daar kan ik niet veel invloed meer op uitoefenen. Maar ik heb natuurlijk wel supervisie. Ik houd in de gaten of er een goede kwaliteit is. Het Bureau Spoorbouwmeester, waar ik officieel directeur van ben, doet nog veel meer: van typografie, materialen, industrieel ontwerpen tot en met het begeleiden van architecten.”
Met MVRDV benadrukte ze in haar ontwerpen steeds de diversiteit in gebouwen, maar voor de Nederlandse Spoorwegen moet ze juist de uniformiteit in de verschillende stations bewaken. De omgekeerde wereld voor de rebelse architect? Ze antwoord met een slimme tegenvraag: “Je kunt je afvragen waar uniformiteit begint en waar het eindigt.”
Als jong architect zette ze de architectenwereld op zijn kop. Nu er een nieuwe generatie voor de deur staat, luistert ze gefascineerd. “De jonge architecten hebben nieuwe thema’s. Wij zochten de grenzen op van de architectuur. Nu is the sky the limit. Er zijn maar weinig dingen die de architectuur niet tot onderwerp durft te maken. Heb je nog steeds instrumenten nodig voor vormgeven bij de ontwerpen die worden gemaakt. Daarom vraag ik me als begeleider af: wat is nog architectuur, wat maakt architectuur? Ik sta open voor alles, maar die vraag zal ik blijven stellen.”
Naam: Nathalie de Vries
Leeftijd: 40
Afstudeeronderwerp: de grens van Nederland
Afstudeerjaar: 1990
Verliefd/verloofd/getrouwd: samenwonend, twee kinderen
Loopbaan: na haar studie bouwkunde ging De Vries aan de slag voor Mecanoo. Nadat ze met Winy Maas en Jacob van Rijs, de Europan-wedstrijd had gewonnen, zetten ze in 1991 gedrieën MVRDV op. De Vries was onder meer gastdocent aan de TU Delft, TU Berlijn en ITT in Chicago.
(Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
Comments are closed.