Prof.ir. Cor van Kruijsdijk gaat in Canada als onderzoeksleider werken bij een researchlab van Shell. Afgelopen donderdag nam de TU Delft met een symposium afscheid van de hoogleraar reservoir engineering.
Van Kruijsdijk werkte voor zijn aanstelling als hoogleraar in 1993 negen jaar als onderzoeker bij Shell Research, waarvan vijf jaar bij het Calgary Research Lab. Nu blijft hij twee jaar of langer in Canada.
De nadruk zal liggen op nieuwe technieken voor het winnen van zware olie. “Alleen al in Canada investeert de olie-industrie de komende vijf jaar honderd miljard dollar in het winnen van nu nog ontoegankelijke reserves zware olie”, zegt Van Kruijsdijk. “Als dat lukt, hebben we weer genoeg olie voor de komende vijftig jaar. Maar technisch is het een zeer moeilijke opgave.”
Die uitdaging vormde voor de in smart wells gespecialiseerde hoogleraar de doorslag om in te gaan op het aanbod van zijn oude werkgever. Ook het feit dat hij in zijn nieuwe baan verlost is van alle administratieve rompslomp speelde een rol. “En ik vind Canada een schitterend land.”
Via een zogeheten ‘nulaanstelling’ blijft Van Kruijsdijk op afstand nog wel als hoogleraar bij de TU Delft betrokken, vooral als het gaat om het begeleiden van promovendi. “Promovendi kunnen naar Calgary komen voor onderzoek en ik zal regelmatig in Nederland zijn.”
Van Kruijsdijk was onderzoeksleider van de Isapp, een vorig jaar opgerichte onderzoeksschool van Shell, TNO en de TU Delft. “Isapp ontwikkelt ook voor het winnen van zware olie nieuwe technieken, dus ook met die onderzoeksschool zal ik me nog wel bemoeien.” Zijn opvolger bij Isapp is prof.dr. Jan Dirk Jansen, parttime hoogleraar bij de sectie reservoir engineering. Wie Van Kruijsdijk opvolgt als directeur van het Centre for Technical Geosciences (CTG) wordt binnenkort bekend. (JP)
Afgelopen donderdag nam de TU Delft met een symposium afscheid van de hoogleraar reservoir engineering. Van Kruijsdijk werkte voor zijn aanstelling als hoogleraar in 1993 negen jaar als onderzoeker bij Shell Research, waarvan vijf jaar bij het Calgary Research Lab. Nu blijft hij twee jaar of langer in Canada.
De nadruk zal liggen op nieuwe technieken voor het winnen van zware olie. “Alleen al in Canada investeert de olie-industrie de komende vijf jaar honderd miljard dollar in het winnen van nu nog ontoegankelijke reserves zware olie”, zegt Van Kruijsdijk. “Als dat lukt, hebben we weer genoeg olie voor de komende vijftig jaar. Maar technisch is het een zeer moeilijke opgave.”
Die uitdaging vormde voor de in smart wells gespecialiseerde hoogleraar de doorslag om in te gaan op het aanbod van zijn oude werkgever. Ook het feit dat hij in zijn nieuwe baan verlost is van alle administratieve rompslomp speelde een rol. “En ik vind Canada een schitterend land.”
Via een zogeheten ‘nulaanstelling’ blijft Van Kruijsdijk op afstand nog wel als hoogleraar bij de TU Delft betrokken, vooral als het gaat om het begeleiden van promovendi. “Promovendi kunnen naar Calgary komen voor onderzoek en ik zal regelmatig in Nederland zijn.”
Van Kruijsdijk was onderzoeksleider van de Isapp, een vorig jaar opgerichte onderzoeksschool van Shell, TNO en de TU Delft. “Isapp ontwikkelt ook voor het winnen van zware olie nieuwe technieken, dus ook met die onderzoeksschool zal ik me nog wel bemoeien.” Zijn opvolger bij Isapp is prof.dr. Jan Dirk Jansen, parttime hoogleraar bij de sectie reservoir engineering. Wie Van Kruijsdijk opvolgt als directeur van het Centre for Technical Geosciences (CTG) wordt binnenkort bekend. (JP)
Comments are closed.