De TU Delft heeft negen medewerkers ontslag aangezegd, nu voor hen geen andere functie is gevonden na de reorganisatie van de ondersteunende diensten. De vakbonden hebben bezwaar aangetekend.
De interne toetsingscommissie, die de herplaatsing van medewerkers moest begeleiden, heeft verdeeld over de kwestie geadviseerd. Een meerderheid van vier heeft ingestemd met de ontslagen, de drie vakbondsvertegenwoordigers hebben tegengestemd.
Het streven was om vóór 2007 iedereen binnen de universiteit te herplaatsen of via outplacement aan een baan buiten de TU te helpen. Tot 1 januari was behoud van salaris gegarandeerd. Twaalf van de 44 medewerkers die begin 2006 nog niet waren geplaatst, hadden in september nog geen nieuwe functie gevonden. Negen van hen is nu ontslag aangezegd.
Paul Rullmann, lid van het college van bestuur, betreurt de uitkomst voor de individuele gevallen, maar vindt dat de TU met negen gedwongen ontslagen over het geheel geen slecht figuur slaat: “Voor zo’n grote operatie, waarbij zoveel functies in het geding waren, is dat kleine aantal een heel goed resultaat.” Hij vindt het jammer dat de toetsingscommissie niet unaniem heeft geadviseerd.
De bonden vinden het niet terecht dat het mislukken van de plaatsing nu op de negen wordt afgewenteld, omdat volgens hen de TU steken heeft laten vallen. Per brief klagen zij bij het college van bestuur dat de procedures van herplaatsing en outplacement niet zorgvuldig zijn gevolgd. Op elf onderdelen tekenen zij bezwaar aan tegen de gang van zaken. Zo zou er te gemakkelijk voor outplacement zijn gekozen, terwijl de mogelijkheden van herplaatsing niet goed onderzocht zijn. De interne toetsingscommissie zou haar werk niet goed hebben gedaan. Volgens de bonden is de begeleiding verwaarloosd en werden in strijd met de afspraken dossiers van medewerkers slechts achteraf en dan nog selectief beoordeeld.
Rullmann vindt de kritiek niet terecht: “De TU heeft zich zeer ingespannen om passende oplossingen te vinden voor de boventallige medewerkers. In het herplaatsingproces is naar de geest van het sociaal plan gehandeld. Maar daar zit meteen ook de kern van de discussie met de bonden. Die discussie lijkt op die van de rekkelijken en de preciezen: handel je in de geest van het sociaal plan of voer je alle voorschriften stipt naar de letter uit?”
De ondernemingsraad (or) is er tot het laatst van uitgegaan dat de reorganisatie zonder gedwongen ontslagen zou worden afgerond. Nu dat niet is gebeurd, wil or-voorzitter Kees Daleboudt door het college overtuigd worden, ‘dat de TU zich tot het uiterste heeft ingespannen mensen aan een andere functie te helpen’. Voorlopig is hij daar niet van overtuigd.
De onvrede van de bonden kan hij best begrijpen. “Op P&O-gebied is de regie al maandenlang zoek.” Daarbij verwijst hij naar het vertrek van P&O-directeur op 1 augustis 2006. Sindsdien is zijn functie vacant. Onlangs is een interim-directeur aangetrokken.
De interne toetsingscommissie, die de herplaatsing van medewerkers moest begeleiden, heeft verdeeld over de kwestie geadviseerd. Een meerderheid van vier heeft ingestemd met de ontslagen, de drie vakbondsvertegenwoordigers hebben tegengestemd.
Het streven was om vóór 2007 iedereen binnen de universiteit te herplaatsen of via outplacement aan een baan buiten de TU te helpen. Tot 1 januari was behoud van salaris gegarandeerd. Twaalf van de 44 medewerkers die begin 2006 nog niet waren geplaatst, hadden in september nog geen nieuwe functie gevonden. Negen van hen is nu ontslag aangezegd.
Paul Rullmann, lid van het college van bestuur, betreurt de uitkomst voor de individuele gevallen, maar vindt dat de TU met negen gedwongen ontslagen over het geheel geen slecht figuur slaat: “Voor zo’n grote operatie, waarbij zoveel functies in het geding waren, is dat kleine aantal een heel goed resultaat.” Hij vindt het jammer dat de toetsingscommissie niet unaniem heeft geadviseerd.
De bonden vinden het niet terecht dat het mislukken van de plaatsing nu op de negen wordt afgewenteld, omdat volgens hen de TU steken heeft laten vallen. Per brief klagen zij bij het college van bestuur dat de procedures van herplaatsing en outplacement niet zorgvuldig zijn gevolgd. Op elf onderdelen tekenen zij bezwaar aan tegen de gang van zaken. Zo zou er te gemakkelijk voor outplacement zijn gekozen, terwijl de mogelijkheden van herplaatsing niet goed onderzocht zijn. De interne toetsingscommissie zou haar werk niet goed hebben gedaan. Volgens de bonden is de begeleiding verwaarloosd en werden in strijd met de afspraken dossiers van medewerkers slechts achteraf en dan nog selectief beoordeeld.
Rullmann vindt de kritiek niet terecht: “De TU heeft zich zeer ingespannen om passende oplossingen te vinden voor de boventallige medewerkers. In het herplaatsingproces is naar de geest van het sociaal plan gehandeld. Maar daar zit meteen ook de kern van de discussie met de bonden. Die discussie lijkt op die van de rekkelijken en de preciezen: handel je in de geest van het sociaal plan of voer je alle voorschriften stipt naar de letter uit?”
De ondernemingsraad (or) is er tot het laatst van uitgegaan dat de reorganisatie zonder gedwongen ontslagen zou worden afgerond. Nu dat niet is gebeurd, wil or-voorzitter Kees Daleboudt door het college overtuigd worden, ‘dat de TU zich tot het uiterste heeft ingespannen mensen aan een andere functie te helpen’. Voorlopig is hij daar niet van overtuigd.
De onvrede van de bonden kan hij best begrijpen. “Op P&O-gebied is de regie al maandenlang zoek.” Daarbij verwijst hij naar het vertrek van P&O-directeur op 1 augustis 2006. Sindsdien is zijn functie vacant. Onlangs is een interim-directeur aangetrokken.
Comments are closed.