Education

Rebelse bacteriejager

Velen verklaarden chemisch technoloog Marc Strous in 1995 voor gek tijdens zijn zoektocht naar de anammox-bacterie. Ruim tien jaar later werd even argwanend gekeken toen hij in de Twentse modder stond, op zoek naar een nieuwe bacterie.

Maar Strous ging koppig door. Met succes. De toponderzoeker heeft inmiddels zes Nature publicaties op zijn naam staan.

Marc Strous beleefde vorig jaar zijn finest hour als wetenschapper. Zijn ontdekking was wereldnieuws. Een jaar lang deed hij uitgebreid onderzoek in het Twentekanaal en vond tot zijn grote opluchting een nieuwe bacterie. “We durfden het eerst nauwelijks te geloven”, zegt Strous.

Het Twentekanaal is omgeven door landbouwgrond, die wordt bemest. Die mest komt in het water terecht en dat levert veel nitraat op. “Als organismen dood gaan, zinken ze”, zegt Strous. “Dan liggen ze uiteindelijk in de modder en breken ze af. Daarbij ontstaat methaanmoerasgas. Dat gebeurt als je water ziet bubbelen. In het Twentekanaal is veel turbulentie, omdat het niet zo diep is en er toch veel schepen doorheen varen. Daardoor komen de nitraten in contact met het methaan. En daar kan deze bacterie goed gedijen.”

De bacterie die Strous ontdekte, kan gebruikt worden in de afvalwaterzuivering. “Nu blijft bij de zuivering nitraat achter en dat mag niet omdat het schadelijk is voor het milieu. Bedrijven betalen daar boetes voor. Om dat te voorkomen worden nu zandfilters met methanol gebruikt, maar die zijn duur. Met deze bacterie zou je het afvalwater op een natuurlijke manier goedkoop kunnen zuiveren.”

Het was de tweede keer dat Strous betrokken was bij de ontdekking van een bacterie die toegepast kan worden bij de afvalwaterzuivering. Het bevestigde zijn status van eigenwijze toponderzoeker. Veel collega’s geloofden niet in Strous’ zoektocht. “Maar daarom sprak het mij juist des te meer aan”, zegt hij lachend. “Als iemand mij vertelt dat het niet kan of iets er niet is, dan denk ik ‘dat zullen we nog wel eens zien’. Een van mijn grootste drijfveren is om niet alles te geloven wat anderen zeggen. Dat is mijn rebelse aard.”
Oersaai

Die rebelse aard was nog ver te zoeken toen Strous naar Delft kwam. “Ik wilde eigenlijk technische bedrijfskunde studeren in Eindhoven. Maar mijn vader wilde dat ik scheikunde ging doen. Achteraf een vreemde keuze, omdat ik relatief niet zo goed was in scheikunde op de middelbare school. Ik was veel beter in talen, maar die interesseerden me niet zo. Uiteindelijk volgde ik de raad van mijn vader op, maar ik wilde dan wel in Delft scheikunde doen, zodat ik ook meteen op kamers kon.”

In de grachtenstad vond Strous het maar niks. “Ik had enorme spijt dat ik voor scheikunde had gekozen. Ik vond de studie oersaai. Met het vak statistiek had ik grote problemen, ik kreeg geen grip op de stof. De meeste docenten vond ik niet inspirerend. Daarom was ik vooral bezig met de theatervereniging van de Delftsche Studentenbond (DSB). Daar regisseerde ik toneelstukken, voornamelijk absurdistisch theater. Omdat we niet zo goed konden acteren, was overacteren makkelijker dan heel realistisch spelen.”

Uiteindelijk was het een Siberische bacterie die zijn loopbaan drastisch beïnvloedde. “Voor mijn afstudeerstage kwam ik terecht bij microbiologie. Ik had het idee dat ik leraar zou worden, omdat ik dan net als bij het theater een soort show zou kunnen opvoeren. Als regisseur had ik bij DSB toneelspelers geholpen, dat wilde ik ook wel doen bij kinderen.”

Maar het liep anders. “Een Russische wetenschapper had een bacterie ontdekt in Siberië en wilde daar in Delft onderzoek naar doen. Ik begon met een vooronderzoek, voordat hij kwam. Ik was erg begaan met het milieu. Deze bacterie zou zwavelwaterstof kunnen verwijderen uit raffinagegassen, dat sprak me daarom aan. Als beginneling maakte ik fout na fout bij het onderzoek”, zegt hij. “Maar dat had ik niet door. Dus vond ik voortdurend de meest opmerkelijke dingen. Mijn begeleider mailde mijn resultaten door naar die Rus. Die man begreep er niets van. Toen hij na een paar maanden in Delft aankwam, kwam er stoom uit zijn oren toen hij mijn resultaten zag. Daar kon niets van kloppen! Ik heb lang gediscussieerd met hem over mijn resultaten en mijn fouten. Ik zag het niet als falen. Ik was steeds op zoek naar wat niet kon. En dit vond ik zo interessant dat ik door wilde gaan met onderzoeken.”

Strous kreeg een promotieplaats aangeboden in de vakgroep van de markante hoogleraar prof.dr.ir. Gijs Kuenen om de anammox-bacterie te onderzoeken. Kuenen en Strous geloofden dat die bacterie bestond en werden voor gek verklaard door de wetenschappelijke wereld. “Omdat mijn afstudeeronderzoek niet zo goed liep, wilde ik graag verder met onderzoeken. Ik wilde het onder de knie krijgen. Ik wist dat het lastig zou zijn om de anammox-bacterie te ontmaskeren, daarom leek het onderzoek me juist interessant. Ik heb dit onderzoek niet gedaan omdat het goed op mijn cv zou staan. Loopbaanplanning was mij volkomen vreemd.”
Vlaggenschip

De bacterie werd uiteindelijk ook in de natuur aangetroffen – in de Zwarte Zee. Honderd meter onder het wateroppervlak neemt daar het nitraatgehalte af. Tot negentig meter diepte is het nitraatgehalte goed te meten, maar daar onder niet meer. Tien meter daaronder zit een hoog gehalte ammonium, maar waar ammonium nitraat ontmoet zit geen ammonium. Daar leeft anammox. Dit micro-organisme wordt momenteel gebruikt als goedkope en milieuvriendelijke zuiveraar van afvalwater.

“Na mijn onderzoek naar anammox wilde ik wat anders gaan doen”, zegt Strous. “Ik wilde naar het buitenland, maar mijn toenmalige vriendin voelde daar weinig voor. Toen besloot ik een half jaar in Delft te werken bij de afdeling life science en technology om nieuw onderzoek te ontwikkelen. Maar ik voelde me daar helemaal niet op mijn plek. Ik miste de bacteriën. De hele dag achter mijn bureau verveelde ik me dood. Ik wilde onderzoeken.”

Na een jaar, en een korte uitstap naar de Universiteit van New South Wales in Sydney, hield Strous het voor gezien. “Ik wilde weer aan de slag met de anammox.” Maar het onderzoek naar de belangrijke bacterie werd niet meer in Delft voortgezet. “De TU wilde er niet meer in investeren, ze koos voor een ander onderzoek als speerpunt. Dat vond ik heel gek. Je zet toch een vlaggenschip aan de kant.”

De Radboud Universiteit in Nijmegen nam het onderzoek over en Strous verhuisde mee. Daar deed hij ook zijn ontdekking naar de Twente bacterie. “Ondanks dat ik vroeger niet aan loopbaanplanning heb gedaan, ben ik blij dat ik hier terecht ben gekomen. Ik begeleid promovendi, dat ik in het begin moeilijk vond omdat ik hun onderzoek graag zelf wilde doen. Maar nu kan ik me vinden in de rol van coach. Ik voel me vaak weer een regisseur, net als in Delft. Omdat ik al zoveel ontdekkingen heb gedaan, kan ik hier mijn gang gaan. Als ik besluit om iets geks te onderzoeken, dan kan dat. Ik ben er niet bang voor dat dit verandert als ik een tijd niets vind. Ik ben nu zo druk met lezingen, dat ik het eerlijk gezegd wel fijn zal vinden als het wat rustiger is. Aan de andere kant weet je natuurlijk nooit wat je nog kan vinden.”

(Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX)

Naam: Dr.ir. Marc Strous (35)

Woonplaats: Nijmegen

Verliefd/verloofd/getrouwd: Getrouwd

Studie: Scheikundige technologie

Afstudeerrichting: Microbiologie

Afgestudeerd: 1995

Loopbaan: Strous promoveerde bij microbiologie op de anammox-bacterie. Nog tijdens zijn promotie publiceerde hij in het gezaghebbende tijdschrift Nature. Vijf publicaties volgden, onder meer over de methaankringloop in venen en de Twentekanaalbacterie. In 2000 ging Strous aan de slag bij life science and technology. Hij werkte ook een half jaar bij de Universiteit van New South Wales (Australië). Vanaf 2001 werkt Strous bij de Radboud Universiteit in Nijmegen.

Marc Strous beleefde vorig jaar zijn finest hour als wetenschapper. Zijn ontdekking was wereldnieuws. Een jaar lang deed hij uitgebreid onderzoek in het Twentekanaal en vond tot zijn grote opluchting een nieuwe bacterie. “We durfden het eerst nauwelijks te geloven”, zegt Strous.

Het Twentekanaal is omgeven door landbouwgrond, die wordt bemest. Die mest komt in het water terecht en dat levert veel nitraat op. “Als organismen dood gaan, zinken ze”, zegt Strous. “Dan liggen ze uiteindelijk in de modder en breken ze af. Daarbij ontstaat methaanmoerasgas. Dat gebeurt als je water ziet bubbelen. In het Twentekanaal is veel turbulentie, omdat het niet zo diep is en er toch veel schepen doorheen varen. Daardoor komen de nitraten in contact met het methaan. En daar kan deze bacterie goed gedijen.”

De bacterie die Strous ontdekte, kan gebruikt worden in de afvalwaterzuivering. “Nu blijft bij de zuivering nitraat achter en dat mag niet omdat het schadelijk is voor het milieu. Bedrijven betalen daar boetes voor. Om dat te voorkomen worden nu zandfilters met methanol gebruikt, maar die zijn duur. Met deze bacterie zou je het afvalwater op een natuurlijke manier goedkoop kunnen zuiveren.”

Het was de tweede keer dat Strous betrokken was bij de ontdekking van een bacterie die toegepast kan worden bij de afvalwaterzuivering. Het bevestigde zijn status van eigenwijze toponderzoeker. Veel collega’s geloofden niet in Strous’ zoektocht. “Maar daarom sprak het mij juist des te meer aan”, zegt hij lachend. “Als iemand mij vertelt dat het niet kan of iets er niet is, dan denk ik ‘dat zullen we nog wel eens zien’. Een van mijn grootste drijfveren is om niet alles te geloven wat anderen zeggen. Dat is mijn rebelse aard.”
Oersaai

Die rebelse aard was nog ver te zoeken toen Strous naar Delft kwam. “Ik wilde eigenlijk technische bedrijfskunde studeren in Eindhoven. Maar mijn vader wilde dat ik scheikunde ging doen. Achteraf een vreemde keuze, omdat ik relatief niet zo goed was in scheikunde op de middelbare school. Ik was veel beter in talen, maar die interesseerden me niet zo. Uiteindelijk volgde ik de raad van mijn vader op, maar ik wilde dan wel in Delft scheikunde doen, zodat ik ook meteen op kamers kon.”

In de grachtenstad vond Strous het maar niks. “Ik had enorme spijt dat ik voor scheikunde had gekozen. Ik vond de studie oersaai. Met het vak statistiek had ik grote problemen, ik kreeg geen grip op de stof. De meeste docenten vond ik niet inspirerend. Daarom was ik vooral bezig met de theatervereniging van de Delftsche Studentenbond (DSB). Daar regisseerde ik toneelstukken, voornamelijk absurdistisch theater. Omdat we niet zo goed konden acteren, was overacteren makkelijker dan heel realistisch spelen.”

Uiteindelijk was het een Siberische bacterie die zijn loopbaan drastisch beïnvloedde. “Voor mijn afstudeerstage kwam ik terecht bij microbiologie. Ik had het idee dat ik leraar zou worden, omdat ik dan net als bij het theater een soort show zou kunnen opvoeren. Als regisseur had ik bij DSB toneelspelers geholpen, dat wilde ik ook wel doen bij kinderen.”

Maar het liep anders. “Een Russische wetenschapper had een bacterie ontdekt in Siberië en wilde daar in Delft onderzoek naar doen. Ik begon met een vooronderzoek, voordat hij kwam. Ik was erg begaan met het milieu. Deze bacterie zou zwavelwaterstof kunnen verwijderen uit raffinagegassen, dat sprak me daarom aan. Als beginneling maakte ik fout na fout bij het onderzoek”, zegt hij. “Maar dat had ik niet door. Dus vond ik voortdurend de meest opmerkelijke dingen. Mijn begeleider mailde mijn resultaten door naar die Rus. Die man begreep er niets van. Toen hij na een paar maanden in Delft aankwam, kwam er stoom uit zijn oren toen hij mijn resultaten zag. Daar kon niets van kloppen! Ik heb lang gediscussieerd met hem over mijn resultaten en mijn fouten. Ik zag het niet als falen. Ik was steeds op zoek naar wat niet kon. En dit vond ik zo interessant dat ik door wilde gaan met onderzoeken.”

Strous kreeg een promotieplaats aangeboden in de vakgroep van de markante hoogleraar prof.dr.ir. Gijs Kuenen om de anammox-bacterie te onderzoeken. Kuenen en Strous geloofden dat die bacterie bestond en werden voor gek verklaard door de wetenschappelijke wereld. “Omdat mijn afstudeeronderzoek niet zo goed liep, wilde ik graag verder met onderzoeken. Ik wilde het onder de knie krijgen. Ik wist dat het lastig zou zijn om de anammox-bacterie te ontmaskeren, daarom leek het onderzoek me juist interessant. Ik heb dit onderzoek niet gedaan omdat het goed op mijn cv zou staan. Loopbaanplanning was mij volkomen vreemd.”
Vlaggenschip

De bacterie werd uiteindelijk ook in de natuur aangetroffen – in de Zwarte Zee. Honderd meter onder het wateroppervlak neemt daar het nitraatgehalte af. Tot negentig meter diepte is het nitraatgehalte goed te meten, maar daar onder niet meer. Tien meter daaronder zit een hoog gehalte ammonium, maar waar ammonium nitraat ontmoet zit geen ammonium. Daar leeft anammox. Dit micro-organisme wordt momenteel gebruikt als goedkope en milieuvriendelijke zuiveraar van afvalwater.

“Na mijn onderzoek naar anammox wilde ik wat anders gaan doen”, zegt Strous. “Ik wilde naar het buitenland, maar mijn toenmalige vriendin voelde daar weinig voor. Toen besloot ik een half jaar in Delft te werken bij de afdeling life science en technology om nieuw onderzoek te ontwikkelen. Maar ik voelde me daar helemaal niet op mijn plek. Ik miste de bacteriën. De hele dag achter mijn bureau verveelde ik me dood. Ik wilde onderzoeken.”

Na een jaar, en een korte uitstap naar de Universiteit van New South Wales in Sydney, hield Strous het voor gezien. “Ik wilde weer aan de slag met de anammox.” Maar het onderzoek naar de belangrijke bacterie werd niet meer in Delft voortgezet. “De TU wilde er niet meer in investeren, ze koos voor een ander onderzoek als speerpunt. Dat vond ik heel gek. Je zet toch een vlaggenschip aan de kant.”

De Radboud Universiteit in Nijmegen nam het onderzoek over en Strous verhuisde mee. Daar deed hij ook zijn ontdekking naar de Twente bacterie. “Ondanks dat ik vroeger niet aan loopbaanplanning heb gedaan, ben ik blij dat ik hier terecht ben gekomen. Ik begeleid promovendi, dat ik in het begin moeilijk vond omdat ik hun onderzoek graag zelf wilde doen. Maar nu kan ik me vinden in de rol van coach. Ik voel me vaak weer een regisseur, net als in Delft. Omdat ik al zoveel ontdekkingen heb gedaan, kan ik hier mijn gang gaan. Als ik besluit om iets geks te onderzoeken, dan kan dat. Ik ben er niet bang voor dat dit verandert als ik een tijd niets vind. Ik ben nu zo druk met lezingen, dat ik het eerlijk gezegd wel fijn zal vinden als het wat rustiger is. Aan de andere kant weet je natuurlijk nooit wat je nog kan vinden.”

(Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX)

Naam: Dr.ir. Marc Strous (35)

Woonplaats: Nijmegen

Verliefd/verloofd/getrouwd: Getrouwd

Studie: Scheikundige technologie

Afstudeerrichting: Microbiologie

Afgestudeerd: 1995

Loopbaan: Strous promoveerde bij microbiologie op de anammox-bacterie. Nog tijdens zijn promotie publiceerde hij in het gezaghebbende tijdschrift Nature. Vijf publicaties volgden, onder meer over de methaankringloop in venen en de Twentekanaalbacterie. In 2000 ging Strous aan de slag bij life science and technology. Hij werkte ook een half jaar bij de Universiteit van New South Wales (Australië). Vanaf 2001 werkt Strous bij de Radboud Universiteit in Nijmegen.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.