De landelijke SP publiceerde begin november een onderzoek naar de hoge extra studiekosten die studenten moeten maken en de grote verschillen per opleiding. Een kleine rondgang op de TU bevestigt dat er aanzienlijke verschillen zijn, maar geeft ook enige nuancering.
Bij het SP-onderzoek springt in Delft vooral bouwkunde eruit als dure studie. Met name de kosten voor maquettes kunnen hoog oplopen. Jurgen Beliën, bestuurslid van studievereniging Stylos bevestigt dit: “Het materiaal voor maquettes moet je hier zelf betalen, terwijl je in Eindhoven alles gratis krijgt. Als je een maquette wilt bouwen, kun je materialen als hout of foam bestellen via de afdeling. Voor een beetje nette maquette van hout ben je toch snel zestig euro kwijt.” De suggestie van de SP dat een dure maquette zelfs een voorwaarde voor een hoge waardering is, gaat Beliën te ver: ”Een paar jaar geleden had een afstudeerder een maquette van alleen maar schroothout. De verfspetters zaten er nog op. Maar de student werd wel aangemeld voor Archiprix, de jaarlijkse prijs voor alle ontwerpopleidingen. Je kunt dus ook van goedkope materialen iets maken, maar het kost veel meer moeite. Van dozen van Albert Heijn maak je niet zo maar een goede maquette.”
Bij industrieel ontwerpen is de organisatie rond het maken van modellen geheel anders. “De afdeling heeft elk jaar een bedrag voor materiaalkosten op de begroting staan”, vertelt Siem Klapwijk, stafmedewerker onderwijs. “Bij de eerste- en tweedejaarsstudenten gaat het meestal om kleine bedragen, een paar tientjes. De prototypes van derdejaarsstudenten kunnen rustig honderd euro kosten, maar het is dan wel voor een groepje van vijf studenten. Het prototype blijft bovendien eigendom van de opleiding, onderdelen worden weer hergebruikt. Als studenten het willen houden, moeten ze het kopen. Bij masterprojecten wordt meestal een bedrijf gezocht om het prototype te sponsoren.” Klapwijk vindt het te verdedigen dat de afdeling de kosten op zich neemt: “Wij willen voorkomen dat studenten bij het bouwen van een model worden belemmerd door de kosten.”
Laptop
Een ander kritiekpunt uit het onderzoek van de SP is de computer die studenten moeten aanschaffen. Dit is binnen de TU een actuele ontwikkeling: sinds dit studiejaar doen vrijwel alle faculteiten mee aan het laptoproject voor eerstejaarsstudenten. De student koopt hierbij voor circa 950 euro een laptop met een uitgebreid software pakket. Op de afdeling zijn ‘tankstations’ waarop de laptops kunnen worden aangesloten. Bovendien is een draadloos netwerk aangelegd. Frans van der Meijden, projectleider laptopproject bij 3mE: ”Studenten zijn niet verplicht een laptop aan te schaffen, maar het wordt wel dringend geadviseerd. De deelname verschilt per afdeling, dit jaar deed 55 tot 70 procent van de studenten mee. We krijgen ook veel verzoeken van ouderejaars, maar daar is geen budget voor. De TU legt er namelijk veel geld bij, zowel op de laptop en de software, als op de hele infrastructuur.” Studenten die niet aan het project deelnemen, maar wel een laptop hebben, kunnen volgens Van der Meijden toch van de voordelen profiteren: “We compenseren ze, door te zorgen dat de software kan worden gedownload.”
Olivier Sprangers, penningmeester van studievereniging Gezelschap Leeghwater van Werktuigbouwkunde, is positief over het laptopproject: “De meeste studenten gaan op kamers wonen en hebben toch een computer nodig. Volgens mij is het een goede deal: je koopt een prima laptop voor een goede prijs.”
Buitenlandse reizen
De suggestie van de SP om creatief te zoeken naar mogelijkheden om de kosten te drukken, blijkt bij studiereizen al te worden toegepast. Zo organiseert de studievereniging van Werktuigbouwkunde jaarlijks een goedkope business tour. Sprangers: “Die reis wordt gesponsord door bedrijven. Dat regelen we zelf en de bedrijven staan er voor in de rij.” Ook bij het VSSD-fonds, waaruit iedere student een subsidie voor buitenlandse reizen kan krijgen, wordt gezocht naar extra inkomsten. Volgens Nan van den Bosch, die het fonds beheert, gaat dit moeilijker: “Bedrijven sponsoren liever een bepaalde afdeling of een reis, dan een fonds voor alle TU-studenten.” Ze wil wel voorkomen dat een student van twee walletjes eet: “Als een studievereniging veel sponsors voor een reis heeft, wordt de subsidie lager of vervalt helemaal.”
Bij Technische Bestuurskunde werken de studievereniging en de faculteit samen aan het betaalbaar houden van buitenlandse studiereizen. Robbert Weijers, bestuurslid van studievereniging Curius: “Afgelopen jaar was er een studiereis van 2,5 week naar Hong Kong, Maleisië en Singapore. De deelnemers konden een deel van de reiskosten terugverdienen door het maken van case-studies. Deze studies konden zowel binnen de faculteit als bij bedrijven zijn. De studievereniging heeft dit allemaal geregeld.”
En wat doet de SP verder met het onderzoek? Renske Leijten, Tweede Kamerlid voor de SP: “We overwegen om schriftelijke kamervragen te stellen aan minister Plasterk, of we nemen het punt mee bij de behandeling van zijn Strategische Agenda op 3 december. Verder vinden we dat de opleidingen veel meer met studenten over de kosten moeten praten. Studenten hebben best wel goede ideeën om de kosten omlaag te brengen. En als dingen echt nodig zijn, willen studenten ze ook wel betalen.”
Bij het SP-onderzoek springt in Delft vooral bouwkunde eruit als dure studie. Met name de kosten voor maquettes kunnen hoog oplopen. Jurgen Beliën, bestuurslid van studievereniging Stylos bevestigt dit: “Het materiaal voor maquettes moet je hier zelf betalen, terwijl je in Eindhoven alles gratis krijgt. Als je een maquette wilt bouwen, kun je materialen als hout of foam bestellen via de afdeling. Voor een beetje nette maquette van hout ben je toch snel zestig euro kwijt.” De suggestie van de SP dat een dure maquette zelfs een voorwaarde voor een hoge waardering is, gaat Beliën te ver: ”Een paar jaar geleden had een afstudeerder een maquette van alleen maar schroothout. De verfspetters zaten er nog op. Maar de student werd wel aangemeld voor Archiprix, de jaarlijkse prijs voor alle ontwerpopleidingen. Je kunt dus ook van goedkope materialen iets maken, maar het kost veel meer moeite. Van dozen van Albert Heijn maak je niet zo maar een goede maquette.”
Bij industrieel ontwerpen is de organisatie rond het maken van modellen geheel anders. “De afdeling heeft elk jaar een bedrag voor materiaalkosten op de begroting staan”, vertelt Siem Klapwijk, stafmedewerker onderwijs. “Bij de eerste- en tweedejaarsstudenten gaat het meestal om kleine bedragen, een paar tientjes. De prototypes van derdejaarsstudenten kunnen rustig honderd euro kosten, maar het is dan wel voor een groepje van vijf studenten. Het prototype blijft bovendien eigendom van de opleiding, onderdelen worden weer hergebruikt. Als studenten het willen houden, moeten ze het kopen. Bij masterprojecten wordt meestal een bedrijf gezocht om het prototype te sponsoren.” Klapwijk vindt het te verdedigen dat de afdeling de kosten op zich neemt: “Wij willen voorkomen dat studenten bij het bouwen van een model worden belemmerd door de kosten.”
Laptop
Een ander kritiekpunt uit het onderzoek van de SP is de computer die studenten moeten aanschaffen. Dit is binnen de TU een actuele ontwikkeling: sinds dit studiejaar doen vrijwel alle faculteiten mee aan het laptoproject voor eerstejaarsstudenten. De student koopt hierbij voor circa 950 euro een laptop met een uitgebreid software pakket. Op de afdeling zijn ‘tankstations’ waarop de laptops kunnen worden aangesloten. Bovendien is een draadloos netwerk aangelegd. Frans van der Meijden, projectleider laptopproject bij 3mE: ”Studenten zijn niet verplicht een laptop aan te schaffen, maar het wordt wel dringend geadviseerd. De deelname verschilt per afdeling, dit jaar deed 55 tot 70 procent van de studenten mee. We krijgen ook veel verzoeken van ouderejaars, maar daar is geen budget voor. De TU legt er namelijk veel geld bij, zowel op de laptop en de software, als op de hele infrastructuur.” Studenten die niet aan het project deelnemen, maar wel een laptop hebben, kunnen volgens Van der Meijden toch van de voordelen profiteren: “We compenseren ze, door te zorgen dat de software kan worden gedownload.”
Olivier Sprangers, penningmeester van studievereniging Gezelschap Leeghwater van Werktuigbouwkunde, is positief over het laptopproject: “De meeste studenten gaan op kamers wonen en hebben toch een computer nodig. Volgens mij is het een goede deal: je koopt een prima laptop voor een goede prijs.”
Buitenlandse reizen
De suggestie van de SP om creatief te zoeken naar mogelijkheden om de kosten te drukken, blijkt bij studiereizen al te worden toegepast. Zo organiseert de studievereniging van Werktuigbouwkunde jaarlijks een goedkope business tour. Sprangers: “Die reis wordt gesponsord door bedrijven. Dat regelen we zelf en de bedrijven staan er voor in de rij.” Ook bij het VSSD-fonds, waaruit iedere student een subsidie voor buitenlandse reizen kan krijgen, wordt gezocht naar extra inkomsten. Volgens Nan van den Bosch, die het fonds beheert, gaat dit moeilijker: “Bedrijven sponsoren liever een bepaalde afdeling of een reis, dan een fonds voor alle TU-studenten.” Ze wil wel voorkomen dat een student van twee walletjes eet: “Als een studievereniging veel sponsors voor een reis heeft, wordt de subsidie lager of vervalt helemaal.”
Bij Technische Bestuurskunde werken de studievereniging en de faculteit samen aan het betaalbaar houden van buitenlandse studiereizen. Robbert Weijers, bestuurslid van studievereniging Curius: “Afgelopen jaar was er een studiereis van 2,5 week naar Hong Kong, Maleisië en Singapore. De deelnemers konden een deel van de reiskosten terugverdienen door het maken van case-studies. Deze studies konden zowel binnen de faculteit als bij bedrijven zijn. De studievereniging heeft dit allemaal geregeld.”
En wat doet de SP verder met het onderzoek? Renske Leijten, Tweede Kamerlid voor de SP: “We overwegen om schriftelijke kamervragen te stellen aan minister Plasterk, of we nemen het punt mee bij de behandeling van zijn Strategische Agenda op 3 december. Verder vinden we dat de opleidingen veel meer met studenten over de kosten moeten praten. Studenten hebben best wel goede ideeën om de kosten omlaag te brengen. En als dingen echt nodig zijn, willen studenten ze ook wel betalen.”
Comments are closed.