Science

Zeker over zoet of zout

Vijftien miljoen mensen in de Vietnamese Mekongdelta zijn voor hun drinkwater en landbouw afhankelijk van rivierwater, dat echter soms zo zout is als de zee. Maar wanneer? Dankzij promovendus Nguyen Anh Duc (Civiele Techniek en Geowetenschappen) is dat te voorspellen.

Hij was er wel goed zeeziek van geworden, die eerste keren. Dobberend in een speedbootje zat hij in de monding van de Hau rivier te wachten op laag water. Hangend aan het anker was het bootje een gewillige prooi voor stroming, wind en golven. Volgens de theorie moest Nguyen wachten op het moment dat de vloed op kwam, dan snel voor de getijdengolf uit naar de volgende boei varen en daar met tussenafstand van een meter de geleidbaarheid van het water bepalen. De geleidbaarheid is een maat voor het zoutgehalte van het water. De metingen moesten duidelijk maken hoeveel zeewater de delta binnendrong.

In het regenseizoen, wanneer er veel water uit de rivier naar zee stroomt, komt het zoute water niet zo ver. Vijf tot tien kilometer maximaal. Maar in het droge seizoen komt het zoute water tot zeventig kilometer stroomopwaarts. Voor de boeren, die water van de rivier gebruiken voor de irrigatie van hun land, is het van groot belang te weten of het water niet brak is. Ongeveer de helft van de Vietnamese rijstproductie komt uit de Mekongdelta. Tweederde van de akkers daar heeft problemen met verzilting.
Zwaarder

Zoutindringing in riviermondingen is een specialisme van prof.dr.ir. Huub Savenije (sectie waterhuishouding en waterbeheer van CiTG). Hij publiceerde er in 2005 het boek ‘Salinity and tides in alluvial estuaries’ over. Daarin berekent hij de menging van zout en zoet water, afhankelijk van de vorm van de monding, het getij en de afvoer van de rivier. “Er zijn grofweg twee soorten van menging,” legt Savenije uit. “In de monding van de rivier mengt zeewater met rivierwater vooral onder invloed van het getij. De andere vorm van menging is het gevolg van het verschil in dichtheid tussen zout en zoet water. Zout water is zwaarder. Die dichtheidgedreven menging is vooral stroomopwaarts van belang.”

Savenije’s mengingmodel is ontwikkeld voor rivieren met een enkele brede monding, zoals de Schelde. Zou dit ook toepasbaar zijn voor de acht smalle mondingen van de Mekongdelta? De menging in de monding van de rivier lijkt er veel minder sterk en het getij wordt er veel minder gedempt dan in de Schelde (eb en vloed zijn tot 200 kilometer stroomopwaarts in de Hau merkbaar).

Er zat niets anders op dan ter plekke te gaan meten. Iets wat promovendus Nguyen tot twee maal toe heeft gedaan: in het droge seizoen en in het regenseizoen. “Ik heb daarna wat medicijnen genomen tegen zeeziekte. Dat hielp wel. Het was erg zwaar”, herinnert Nguyen zich vooral.

Savenije: “Door die metingen was hij in staat de bestaande theorie aan te passen aan de situatie.” Zo heeft Nguyen de formules aangepast voor een gedempt getij. Daarmee kan hij nu de indringing van het zoute water berekenen. “Dat is direct toepasbaar.”

Dankzij het model van Nguyen kunnen boeren advies krijgen over het tijdstip waarop ze het beste water kunnen inlaten. “Ze weten dan dat ze nu de sluizen moeten openen, omdat het volgende week brak is.” Verder helpt het model planologen om de meest geschikte plekken aan te wijzen voor garnalenkwekerijen. Namelijk die gebieden waar op termijn te weinig zoet water komt. Het aangepaste brakwatermodel geldt bovendien niet alleen voor de Mekong, maar wereldwijd.

‘Salt intrusion, tides and mixing in multi-channel estuaries’, Nguyen Anh Duc. Promotie 22 februari 2008

Hij was er wel goed zeeziek van geworden, die eerste keren. Dobberend in een speedbootje zat hij in de monding van de Hau rivier te wachten op laag water. Hangend aan het anker was het bootje een gewillige prooi voor stroming, wind en golven. Volgens de theorie moest Nguyen wachten op het moment dat de vloed op kwam, dan snel voor de getijdengolf uit naar de volgende boei varen en daar met tussenafstand van een meter de geleidbaarheid van het water bepalen. De geleidbaarheid is een maat voor het zoutgehalte van het water. De metingen moesten duidelijk maken hoeveel zeewater de delta binnendrong.

In het regenseizoen, wanneer er veel water uit de rivier naar zee stroomt, komt het zoute water niet zo ver. Vijf tot tien kilometer maximaal. Maar in het droge seizoen komt het zoute water tot zeventig kilometer stroomopwaarts. Voor de boeren, die water van de rivier gebruiken voor de irrigatie van hun land, is het van groot belang te weten of het water niet brak is. Ongeveer de helft van de Vietnamese rijstproductie komt uit de Mekongdelta. Tweederde van de akkers daar heeft problemen met verzilting.
Zwaarder

Zoutindringing in riviermondingen is een specialisme van prof.dr.ir. Huub Savenije (sectie waterhuishouding en waterbeheer van CiTG). Hij publiceerde er in 2005 het boek ‘Salinity and tides in alluvial estuaries’ over. Daarin berekent hij de menging van zout en zoet water, afhankelijk van de vorm van de monding, het getij en de afvoer van de rivier. “Er zijn grofweg twee soorten van menging,” legt Savenije uit. “In de monding van de rivier mengt zeewater met rivierwater vooral onder invloed van het getij. De andere vorm van menging is het gevolg van het verschil in dichtheid tussen zout en zoet water. Zout water is zwaarder. Die dichtheidgedreven menging is vooral stroomopwaarts van belang.”

Savenije’s mengingmodel is ontwikkeld voor rivieren met een enkele brede monding, zoals de Schelde. Zou dit ook toepasbaar zijn voor de acht smalle mondingen van de Mekongdelta? De menging in de monding van de rivier lijkt er veel minder sterk en het getij wordt er veel minder gedempt dan in de Schelde (eb en vloed zijn tot 200 kilometer stroomopwaarts in de Hau merkbaar).

Er zat niets anders op dan ter plekke te gaan meten. Iets wat promovendus Nguyen tot twee maal toe heeft gedaan: in het droge seizoen en in het regenseizoen. “Ik heb daarna wat medicijnen genomen tegen zeeziekte. Dat hielp wel. Het was erg zwaar”, herinnert Nguyen zich vooral.

Savenije: “Door die metingen was hij in staat de bestaande theorie aan te passen aan de situatie.” Zo heeft Nguyen de formules aangepast voor een gedempt getij. Daarmee kan hij nu de indringing van het zoute water berekenen. “Dat is direct toepasbaar.”

Dankzij het model van Nguyen kunnen boeren advies krijgen over het tijdstip waarop ze het beste water kunnen inlaten. “Ze weten dan dat ze nu de sluizen moeten openen, omdat het volgende week brak is.” Verder helpt het model planologen om de meest geschikte plekken aan te wijzen voor garnalenkwekerijen. Namelijk die gebieden waar op termijn te weinig zoet water komt. Het aangepaste brakwatermodel geldt bovendien niet alleen voor de Mekong, maar wereldwijd.

‘Salt intrusion, tides and mixing in multi-channel estuaries’, Nguyen Anh Duc. Promotie 22 februari 2008

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.