Drie jaar lang maakte Nathan Vecht samen met Ruben Nicolai de theaters onveilig met verhalen over gluiperige typetjes. Hij verdween van de búhne, maar hij liet het theater niet los. Hij schrijft nu toneelstukken.
Een toneelstuk over een bezoekje aan de kapper wordt in de handen van Nathan Vecht al snel een stuk over een grappige en tegelijkertijd pijnlijke knipbeurt. De hoofdpersonen hebben een ingedutte relatie die de vrouw hoopt op te pimpen met een bezoek aan de kapper. In haar favoriete maandblad heeft ze namelijk gelezen dat je als man en vrouw zo nu en dan iets gezelligs met elkaar moet ondernemen om sleur te voorkomen. Iets gezelligs doen is in haar ogen samen met manlief naar de kapper gaan.
“Bij de kapper heeft de vrouw commentaar op de stellen die in de roddelbladen worden beschreven. En daarmee heeft ze indirect commentaar op haar eigen huwelijk”, zegt Nathan Vecht. “Geluk kun je tegenwoordig bijna kopen, het leven lijkt soms wel maakbaar. Tegelijkertijd hebben veel mensen het idee dat de hele boel zo maar kan ontploffen of overstromen. Die tegenstelling is een goed uitgangspunt voor een drama. De vrouw wil haar huwelijk redden terwijl de kapster doodsbang is voor het einde der tijden.”
Wie Vecht samen met Ruben Nicolai liefdesliedjes over koeien en stieren heeft horen zingen, is misschien wat verrast dat Vecht niet langer op het toneel staat, maar ernaast. Sketches over een televisiepresentator van een benefiet voor arme kinderen, die off-stage onder zijn alimentatie probeert uit te komen – zoals te zien was in ‘Integere types’ . zijn verleden tijd.
“De theatertour was fantastisch. Je hebt een heel vrij bestaan, je verzint iets, stapt in je autootje en rijdt naar het theater, waar mensen ook nog een kaartje betalen om naar je te komen kijken. Dat is prachtig. Maar aan de andere kant: cabaret is zo populair, dat je al snel gepusht wordt om in de grote zaal te gaan staan. Je hebt weinig tijd en ruimte om tot iets origineels te komen. Daardoor is er veel eenheidsworst op de planken te zien”, vindt Vecht.
“Ik had nog nooit van het Camerettenfestival gehoord, tot ik toevallig in Rotterdam was toen de finale van het festival plaatsvond. Ik ben er op goed geluk naar binnen gegaan en zag Eric van Sauers winnen. Toen dacht ik: laat ik dat ook maar eens proberen.” Daarna ging het heel snel met zijn cabaretcarrière. “Het ene moment deed ik mijn verhaal in de kroeg, het volgende moment stond ik op het toneel.”
Maar Vecht voelde zich niet helemaal op zijn plaats tussen de andere cabaretiers. “Al tijdens onze theatertour dacht ik: ik ben geen echte muzikant en geen echte komiek. Heb ik wel het juiste beroep gekozen? Het was natuurlijk een fantastische eerste baan, maar in die jaren kwam ik er wel achter wat ik echt wilde. Ik zat in het goede huis, maar nog niet in de goede kamer.”
Toen Ruben Nicolai samen met Vecht voor het BNN-programma De Lama’s werd gevraagd, bedankte Vecht voor de eer. “Ik heb toen instinctief gedacht dat ik dat beter niet kon doen. Dat heb ik goed aangevoeld.”
Tijdens de theatertour ontdekte Vecht dat hij zich achter de schrijftafel meer op zijn plek voelt dan op de planken. Hij stortte zich op het schrijven van toneelstukken.
“Alles en iedereen probeert elkaar, vooral in Nederland, in een hokje te proppen. Ik wil in mijn stukken het publiek meenemen naar een wereld waarin ruimte is voor iets meer verbeelding. Daar komen ze in een situatie terecht die net wat absurder is dan de gewone wereld.”
Vecht wil toneel maken binnen een genre waar naar zijn mening niet zorgvuldig genoeg mee wordt omgesprongen. “In Nederland is het genre komedie een vergaarbak van onzin geworden. Er is een overkill aan lolligheid. Alles moet jong, snel en grappig zijn. Maar je hoeft alleen maar naar Engeland en de Verenigde Staten te kijken om te zien dat het ook heel anders kan. Komedie is daar een genre dat heel serieus wordt genomen. Ze maken er weldoordachte, eigentijdse toneelstukken, met intelligente humor. Ik wil proberen of ik dat hier ook van de grond kan krijgen.”
De praktijk van het toneelschrijven is door zijn achtergrond als architect wel vol kuilen en hobbels. “Ik heb geen toneelacademie gedaan, waardoor ik nu een inhaalslag moet maken. Maar ik pik het wel snel op. Vroeger op school verveelde ik me nog wel eens. Dan tekende ik een mannetje in mijn schrift en verzon ik allerlei eigenschappen en merkwaardigheden voor dat mannetje. Dan bedacht ik bijvoorbeeld op welke krant hij geabonneerd was en wie zijn vrienden waren. Eigenlijk doe ik nu precies hetzelfde, alleen heet het nu een karakterdossier opbouwen.”
Tijdens het schrijven van toneelstukken ziet Vecht parallellen tussen architectuur en het opzetten van een toneelstuk. “Als architect leer je om op verschillende niveaus te denken. Je moet zorgen dat het fundament stevig is, zonder het detail uit het oog te verliezen. Tijdens het schrijven heb ik veel aan die manier van werken en denken. Je moet aan de spanningsboog denken, maar ook de dialogen moeten woord voor woord kloppen. Zo denkt een architect ook. Je gaat niet de gordijnen ophangen als het cement nog niet is gestort. Zowel beeld, taal als verhaal moeten uiteindelijk in elkaar schuiven.”
Zijn opleiding bouwkunde aan de TU Delft komt dus goed van pas bij het helder analyseren van een tekst, maar of de studie een afgewogen keuze was, betwijfelt Vecht achteraf. “Ik denk dat het voor de meeste achttienjarige jongens moeilijk is om de juiste studieroute uit te stippelen. De reden dat ik bouwkunde wilde studeren, was omdat het in de maquettehal zo lekker naar hout rook. Ik wilde graag iets maken, ik had toen alleen nog niet zo door goed wat. Ik heb die behoefte destijds vooral praktisch ingevuld, door iets met mijn handen te willen maken.”
De toekomst ziet Vecht gretig tegemoet. “Ik was laatst in New York en zag een toneelstuk op Broadway van een schrijver van begin veertig. Hij werd als jong talent bestempeld. Ik heb dus nog even de tijd om door te breken. Maar het voelt nu, in de wat kleinere zalen, al fantastisch om een toneelstuk te zien, dat je zelf hebt geschreven. Vooral als het door acteurs wordt gespeeld die het stuk goed in de vingers hebben en kunnen optillen. Zodat ook de dingen die je niet schrijft en die tussen de regels staan, voelbaar worden. De essentie van een goede toneeltekst is juist dat wat niet gezegd wordt. Je moet niet alles willen benoemen en uitleggen, want dan kun je beter een pamflet schrijven. Als je naar een toneelstuk gaat kijken, moet je de schrijver er niet doorheen horen schreeuwen met zijn ideeën. Het gaat alleen om het verhaal van de personages. Toen ik Nelly Frijda een van mijn eerste teksten zag spelen, was ik doodzenuwachtig. Je geeft het toch uit handen en je wilt dat het goed gespeeld wordt, zodat het publiek gegrepen wordt door het verhaal en de personages. Ik was heel gelukkig toen ik het resultaat zag.”
Naam: Nathan Vecht
Leeftijd: 30 jaar
Woonplaats: Amsterdam
Verliefd/verloofd/getrouwd: Verliefd op Laura
Studie: Bouwkunde
Afstudeerrichting: Architectuur
Afstudeerjaar: 2003
Loopbaan: In 2002 won Nathan Vecht als helft van het duo Ruben & Nathan de jury- en publieksprijs van het cabaretfestival Cameretten. Samen speelden ze van 2004 tot 2006 het programma ‘Integere Types’. In 2007 werd zijn eerste toneelstuk ‘Woningnood’ opgevoerd op het Hollandse Nieuwe Theaterfestival. Dit jaar wordt zijn toneelstuk ‘Alles moet weg’ gespeeld door het Het Syndicaat.
Een toneelstuk over een bezoekje aan de kapper wordt in de handen van Nathan Vecht al snel een stuk over een grappige en tegelijkertijd pijnlijke knipbeurt. De hoofdpersonen hebben een ingedutte relatie die de vrouw hoopt op te pimpen met een bezoek aan de kapper. In haar favoriete maandblad heeft ze namelijk gelezen dat je als man en vrouw zo nu en dan iets gezelligs met elkaar moet ondernemen om sleur te voorkomen. Iets gezelligs doen is in haar ogen samen met manlief naar de kapper gaan.
“Bij de kapper heeft de vrouw commentaar op de stellen die in de roddelbladen worden beschreven. En daarmee heeft ze indirect commentaar op haar eigen huwelijk”, zegt Nathan Vecht. “Geluk kun je tegenwoordig bijna kopen, het leven lijkt soms wel maakbaar. Tegelijkertijd hebben veel mensen het idee dat de hele boel zo maar kan ontploffen of overstromen. Die tegenstelling is een goed uitgangspunt voor een drama. De vrouw wil haar huwelijk redden terwijl de kapster doodsbang is voor het einde der tijden.”
Wie Vecht samen met Ruben Nicolai liefdesliedjes over koeien en stieren heeft horen zingen, is misschien wat verrast dat Vecht niet langer op het toneel staat, maar ernaast. Sketches over een televisiepresentator van een benefiet voor arme kinderen, die off-stage onder zijn alimentatie probeert uit te komen – zoals te zien was in ‘Integere types’ . zijn verleden tijd.
“De theatertour was fantastisch. Je hebt een heel vrij bestaan, je verzint iets, stapt in je autootje en rijdt naar het theater, waar mensen ook nog een kaartje betalen om naar je te komen kijken. Dat is prachtig. Maar aan de andere kant: cabaret is zo populair, dat je al snel gepusht wordt om in de grote zaal te gaan staan. Je hebt weinig tijd en ruimte om tot iets origineels te komen. Daardoor is er veel eenheidsworst op de planken te zien”, vindt Vecht.
“Ik had nog nooit van het Camerettenfestival gehoord, tot ik toevallig in Rotterdam was toen de finale van het festival plaatsvond. Ik ben er op goed geluk naar binnen gegaan en zag Eric van Sauers winnen. Toen dacht ik: laat ik dat ook maar eens proberen.” Daarna ging het heel snel met zijn cabaretcarrière. “Het ene moment deed ik mijn verhaal in de kroeg, het volgende moment stond ik op het toneel.”
Maar Vecht voelde zich niet helemaal op zijn plaats tussen de andere cabaretiers. “Al tijdens onze theatertour dacht ik: ik ben geen echte muzikant en geen echte komiek. Heb ik wel het juiste beroep gekozen? Het was natuurlijk een fantastische eerste baan, maar in die jaren kwam ik er wel achter wat ik echt wilde. Ik zat in het goede huis, maar nog niet in de goede kamer.”
Toen Ruben Nicolai samen met Vecht voor het BNN-programma De Lama’s werd gevraagd, bedankte Vecht voor de eer. “Ik heb toen instinctief gedacht dat ik dat beter niet kon doen. Dat heb ik goed aangevoeld.”
Tijdens de theatertour ontdekte Vecht dat hij zich achter de schrijftafel meer op zijn plek voelt dan op de planken. Hij stortte zich op het schrijven van toneelstukken.
“Alles en iedereen probeert elkaar, vooral in Nederland, in een hokje te proppen. Ik wil in mijn stukken het publiek meenemen naar een wereld waarin ruimte is voor iets meer verbeelding. Daar komen ze in een situatie terecht die net wat absurder is dan de gewone wereld.”
Vecht wil toneel maken binnen een genre waar naar zijn mening niet zorgvuldig genoeg mee wordt omgesprongen. “In Nederland is het genre komedie een vergaarbak van onzin geworden. Er is een overkill aan lolligheid. Alles moet jong, snel en grappig zijn. Maar je hoeft alleen maar naar Engeland en de Verenigde Staten te kijken om te zien dat het ook heel anders kan. Komedie is daar een genre dat heel serieus wordt genomen. Ze maken er weldoordachte, eigentijdse toneelstukken, met intelligente humor. Ik wil proberen of ik dat hier ook van de grond kan krijgen.”
De praktijk van het toneelschrijven is door zijn achtergrond als architect wel vol kuilen en hobbels. “Ik heb geen toneelacademie gedaan, waardoor ik nu een inhaalslag moet maken. Maar ik pik het wel snel op. Vroeger op school verveelde ik me nog wel eens. Dan tekende ik een mannetje in mijn schrift en verzon ik allerlei eigenschappen en merkwaardigheden voor dat mannetje. Dan bedacht ik bijvoorbeeld op welke krant hij geabonneerd was en wie zijn vrienden waren. Eigenlijk doe ik nu precies hetzelfde, alleen heet het nu een karakterdossier opbouwen.”
Tijdens het schrijven van toneelstukken ziet Vecht parallellen tussen architectuur en het opzetten van een toneelstuk. “Als architect leer je om op verschillende niveaus te denken. Je moet zorgen dat het fundament stevig is, zonder het detail uit het oog te verliezen. Tijdens het schrijven heb ik veel aan die manier van werken en denken. Je moet aan de spanningsboog denken, maar ook de dialogen moeten woord voor woord kloppen. Zo denkt een architect ook. Je gaat niet de gordijnen ophangen als het cement nog niet is gestort. Zowel beeld, taal als verhaal moeten uiteindelijk in elkaar schuiven.”
Zijn opleiding bouwkunde aan de TU Delft komt dus goed van pas bij het helder analyseren van een tekst, maar of de studie een afgewogen keuze was, betwijfelt Vecht achteraf. “Ik denk dat het voor de meeste achttienjarige jongens moeilijk is om de juiste studieroute uit te stippelen. De reden dat ik bouwkunde wilde studeren, was omdat het in de maquettehal zo lekker naar hout rook. Ik wilde graag iets maken, ik had toen alleen nog niet zo door goed wat. Ik heb die behoefte destijds vooral praktisch ingevuld, door iets met mijn handen te willen maken.”
De toekomst ziet Vecht gretig tegemoet. “Ik was laatst in New York en zag een toneelstuk op Broadway van een schrijver van begin veertig. Hij werd als jong talent bestempeld. Ik heb dus nog even de tijd om door te breken. Maar het voelt nu, in de wat kleinere zalen, al fantastisch om een toneelstuk te zien, dat je zelf hebt geschreven. Vooral als het door acteurs wordt gespeeld die het stuk goed in de vingers hebben en kunnen optillen. Zodat ook de dingen die je niet schrijft en die tussen de regels staan, voelbaar worden. De essentie van een goede toneeltekst is juist dat wat niet gezegd wordt. Je moet niet alles willen benoemen en uitleggen, want dan kun je beter een pamflet schrijven. Als je naar een toneelstuk gaat kijken, moet je de schrijver er niet doorheen horen schreeuwen met zijn ideeën. Het gaat alleen om het verhaal van de personages. Toen ik Nelly Frijda een van mijn eerste teksten zag spelen, was ik doodzenuwachtig. Je geeft het toch uit handen en je wilt dat het goed gespeeld wordt, zodat het publiek gegrepen wordt door het verhaal en de personages. Ik was heel gelukkig toen ik het resultaat zag.”
Naam: Nathan Vecht
Leeftijd: 30 jaar
Woonplaats: Amsterdam
Verliefd/verloofd/getrouwd: Verliefd op Laura
Studie: Bouwkunde
Afstudeerrichting: Architectuur
Afstudeerjaar: 2003
Loopbaan: In 2002 won Nathan Vecht als helft van het duo Ruben & Nathan de jury- en publieksprijs van het cabaretfestival Cameretten. Samen speelden ze van 2004 tot 2006 het programma ‘Integere Types’. In 2007 werd zijn eerste toneelstuk ‘Woningnood’ opgevoerd op het Hollandse Nieuwe Theaterfestival. Dit jaar wordt zijn toneelstuk ‘Alles moet weg’ gespeeld door het Het Syndicaat.
Comments are closed.