Bachelorstudenten die nog wachten op uitslagen van herkansingen en toch mee willen doen aan projecten binnen hun master moeten naar een studieadviseur. Dat heeft het college van bestuur besloten naar aanleiding van vragen van de studentenraad.
De studentenraad (sr) had het college van bestuur (cvb) gevraagd meer duidelijkheid te verschaffen over problemen die kunnen ontstaan door de strikte scheiding tussen bachelor en master. Bij deze zogenoemde ‘harde knip’ moeten studenten voortaan eerst hun bachelor geheel afronden voordat zij aan hun master mogen beginnen.
Een van de problemen die daarbij kunnen optreden, is dat studenten na herkansingen in augustus willen doorgaan met hun master, terwijl hun cijfers nog niet bekend zijn. Als zij in zo’n geval willen meedoen aan masterprojecten, moet een studieadviseur daar toestemming voor verlenen.
Ook kan het gebeuren dat bachelorstudenten na herkansingen alle vakken hebben gehaald, maar nog geen officieel diploma hebben omdat de examencommissie nog niet heeft vergaderd. Deze studenten kunnen een zogeheten bewijsstuk aanvragen, dat verklaart dat ze aan alle verplichtingen voor het behalen van het bachelordiploma lijken te hebben voldaan. De student moet daarvoor wel zijn studieprogramma op orde hebben, inclusief de vereiste toestemmingen voor eventuele uitzonderingen en afwijkingen van het programma en goedkeuring van een vrije minor.
Het college erkent de problemen die de sr signaleert bij herkansingen voor minors aan het eind van het derde of vierde kwartaal van het derde jaar. Die herkansingen kunnen samenvallen met reguliere tentamens van de bachelorstudie.
Een andere jaarindeling zou een oplossing kunnen zijn. Dan wordt er gewerkt met periodes van tien weken en ontstaat er een extra tentamenweek na de derde periode. Onderzocht wordt of één week in die derde tentamenperiode te reserveren is voor minorvakken.
De sr is er op tegen dat de faculteit 3mE een maximum aantal herkansingen wil in de laatste tentamenperiode voor de harde knip. Volgens het college staat dit nog niet vast en is dat ook geen beleid van het cvb.
Verder wil het college op verzoek van de sr faculteiten adviseren om het curriculum van alle masteropleidingen te beschrijven via een modulekaart. Faculteiten zouden die modulekaart uiterlijk 1 september 2009 voor alle opleidingen moeten hebben. Studenten die halverwege het studiejaar aan hun master beginnen, hebben dan meer inzicht in het vak en de periode waarin het wordt gegeven.
Tot slot wil de sr dat de TU meer voorlichting geeft over de harde knip, omdat veel tweedejaars niet goed weten wat er boven hun hoofd hangt. Ook studieadviseurs zouden soms te weinig weten over doorstroombeperkingen. Het college wil de directeuren onderwijs polsen over betere voorlichting, omdat studenten brieven vaak niet goed lezen en mails vaak als spam zien.
De studentenraad (sr) had het college van bestuur (cvb) gevraagd meer duidelijkheid te verschaffen over problemen die kunnen ontstaan door de strikte scheiding tussen bachelor en master. Bij deze zogenoemde ‘harde knip’ moeten studenten voortaan eerst hun bachelor geheel afronden voordat zij aan hun master mogen beginnen.
Een van de problemen die daarbij kunnen optreden, is dat studenten na herkansingen in augustus willen doorgaan met hun master, terwijl hun cijfers nog niet bekend zijn. Als zij in zo’n geval willen meedoen aan masterprojecten, moet een studieadviseur daar toestemming voor verlenen.
Ook kan het gebeuren dat bachelorstudenten na herkansingen alle vakken hebben gehaald, maar nog geen officieel diploma hebben omdat de examencommissie nog niet heeft vergaderd. Deze studenten kunnen een zogeheten bewijsstuk aanvragen, dat verklaart dat ze aan alle verplichtingen voor het behalen van het bachelordiploma lijken te hebben voldaan. De student moet daarvoor wel zijn studieprogramma op orde hebben, inclusief de vereiste toestemmingen voor eventuele uitzonderingen en afwijkingen van het programma en goedkeuring van een vrije minor.
Het college erkent de problemen die de sr signaleert bij herkansingen voor minors aan het eind van het derde of vierde kwartaal van het derde jaar. Die herkansingen kunnen samenvallen met reguliere tentamens van de bachelorstudie.
Een andere jaarindeling zou een oplossing kunnen zijn. Dan wordt er gewerkt met periodes van tien weken en ontstaat er een extra tentamenweek na de derde periode. Onderzocht wordt of één week in die derde tentamenperiode te reserveren is voor minorvakken.
De sr is er op tegen dat de faculteit 3mE een maximum aantal herkansingen wil in de laatste tentamenperiode voor de harde knip. Volgens het college staat dit nog niet vast en is dat ook geen beleid van het cvb.
Verder wil het college op verzoek van de sr faculteiten adviseren om het curriculum van alle masteropleidingen te beschrijven via een modulekaart. Faculteiten zouden die modulekaart uiterlijk 1 september 2009 voor alle opleidingen moeten hebben. Studenten die halverwege het studiejaar aan hun master beginnen, hebben dan meer inzicht in het vak en de periode waarin het wordt gegeven.
Tot slot wil de sr dat de TU meer voorlichting geeft over de harde knip, omdat veel tweedejaars niet goed weten wat er boven hun hoofd hangt. Ook studieadviseurs zouden soms te weinig weten over doorstroombeperkingen. Het college wil de directeuren onderwijs polsen over betere voorlichting, omdat studenten brieven vaak niet goed lezen en mails vaak als spam zien.
Comments are closed.