Na een jaar voorbereiding begint het vernieuwde TU-zeilteam zaterdag in Duinkerken voor de vijfde maal aan de Tour â la voile. Een maand lang strijdt de ploeg voor een hoge notering in de Tour de France voor Mumm 30’s.
Het wordt nog wel even spannend of de boot in Duinkerken door de officiële metingen komt, vertelt schipper Suzanne Leinders. “Vorig jaar werd het roer afgekeurd omdat het te dik was. We hebben dat toen moeten bijschaven. Vreemd, want hetzelfde roer werd de twee voorafgaande jaren goedgekeurd. Verder wordt gecontroleerd of we aan alle veiligheidseisen voldoen en of alles op de juiste plaats zit en niet te zwaar of te dik is.”
Dinsdag vertrok het Delftse gezelschap met truck en de tot ‘Witte Dame’ omgedoopte boot op de trailer naar Duinkerken. Daar verschijnt het als enige Nederlandse ploeg tussen de 27 boten aan de start voor de eerste etappe. Vier weken lang varen zij vanuit een tiental kustplaatsen aan de west- en zuidkust korte inshore– en lange offshore-races over in totaal meer dan duizend zeemijlen.
Een jaar lang bereidde het team zich er intensief op voor. Het zeilen op zich is slechts een onderdeel van het hele project, dat onder de vlag van stichting Delft Challenge gestalte kreeg. “Voor ons als studenten is het een leerproces”, zegt persvoorlichter Thijs Kleijn. “Een leerproces in het samenwerken, het alles zelf doen, het bijhouden van de boot, sponsors zoeken, een goede pr-verzorging.”
Veel zorg is er voor de ondersteuning aan wal. De sportieve prestatie op zee staat of valt bij een effectieve organisatie en logistiek door de zevenkoppige walploeg. Met zijn lage gewicht en groot zeiloppervlak is de Mumm-30 een fysiek zware klasse. Er werd dus veel getraind op het water. Vanaf maart voer het zeilteam verschillende wedstrijden in onder meer Frankrijk. Vooral tijdens offshore-races als de North Sea Regatta werd in de voorbereiding extra aandacht besteed aan de ‘verbeterpuntjes’. Zoals de navigatie die tijdens de Tour-editie van 2007 op de langere etappes te wensen overliet. Om dit op te lossen werd met Lucas Schröder een semi-professionele navigator aangetrokken. Leinders: “Na de eerste etappes hebben we een beter beeld van wat er te verbeteren is. Het wordt in elk geval een stuk zwaarder dan vorig jaar. Er zijn meer inshore-etappes en de offshore-races zijn veel langer. Die beginnen altijd ’s avonds, zodat we soms twee nachten aan boord zijn.”
Kleijn: “Dat de helft van de ploeg de Tour eerder heeft gevaren scheelt wel. De zorg is: hoe gaan de nieuwe mensen zich houden, als de druk erop staat en het moeilijk wordt. De groep is wel hechter dan vorig jaar.” Vooral bij de lange offshore-races is een goede teamgeest belangrijk. Daarom zijn er bij een professioneel bureau psychologische testen gedaan. Leinders: “Om uit te vinden wat de drijfveren van iedereen zijn en hoe iemand in elkaar zit, waar je op moet letten. Die testen bleken vorig jaar erg zinvol.”
Van de dertien zeilers, inclusief navigator, maken er vier vast deel uit van de offshore-ploeg en vier van de inshore-ploeg. Zo’n viertal wordt steeds aangevuld met drie wisselende zeilers uit de rest van de groep. Het streven is een topdrie-notering in het studentenklassement. Leinders: “De concurrentie is moeilijk in te schatten, omdat de meeste ploegen jaarlijks van bezetting wisselen. Toch moet een plaats bij de eerste drie haalbaar zijn.”
De verrichtingen in de Tour zijn op de voet te volgen via de website, nieuwsbrieven en sms. Kleijn: “We willen het interactiever en multimedialer maken. Dat is ook onderdeel van het project.”
Het wordt nog wel even spannend of de boot in Duinkerken door de officiële metingen komt, vertelt schipper Suzanne Leinders. “Vorig jaar werd het roer afgekeurd omdat het te dik was.” (Foto: Thijs Klein)
Het wordt nog wel even spannend of de boot in Duinkerken door de officiële metingen komt, vertelt schipper Suzanne Leinders. “Vorig jaar werd het roer afgekeurd omdat het te dik was. We hebben dat toen moeten bijschaven. Vreemd, want hetzelfde roer werd de twee voorafgaande jaren goedgekeurd. Verder wordt gecontroleerd of we aan alle veiligheidseisen voldoen en of alles op de juiste plaats zit en niet te zwaar of te dik is.”
Dinsdag vertrok het Delftse gezelschap met truck en de tot ‘Witte Dame’ omgedoopte boot op de trailer naar Duinkerken. Daar verschijnt het als enige Nederlandse ploeg tussen de 27 boten aan de start voor de eerste etappe. Vier weken lang varen zij vanuit een tiental kustplaatsen aan de west- en zuidkust korte inshore– en lange offshore-races over in totaal meer dan duizend zeemijlen.
Een jaar lang bereidde het team zich er intensief op voor. Het zeilen op zich is slechts een onderdeel van het hele project, dat onder de vlag van stichting Delft Challenge gestalte kreeg. “Voor ons als studenten is het een leerproces”, zegt persvoorlichter Thijs Kleijn. “Een leerproces in het samenwerken, het alles zelf doen, het bijhouden van de boot, sponsors zoeken, een goede pr-verzorging.”
Veel zorg is er voor de ondersteuning aan wal. De sportieve prestatie op zee staat of valt bij een effectieve organisatie en logistiek door de zevenkoppige walploeg. Met zijn lage gewicht en groot zeiloppervlak is de Mumm-30 een fysiek zware klasse. Er werd dus veel getraind op het water. Vanaf maart voer het zeilteam verschillende wedstrijden in onder meer Frankrijk. Vooral tijdens offshore-races als de North Sea Regatta werd in de voorbereiding extra aandacht besteed aan de ‘verbeterpuntjes’. Zoals de navigatie die tijdens de Tour-editie van 2007 op de langere etappes te wensen overliet. Om dit op te lossen werd met Lucas Schröder een semi-professionele navigator aangetrokken. Leinders: “Na de eerste etappes hebben we een beter beeld van wat er te verbeteren is. Het wordt in elk geval een stuk zwaarder dan vorig jaar. Er zijn meer inshore-etappes en de offshore-races zijn veel langer. Die beginnen altijd ’s avonds, zodat we soms twee nachten aan boord zijn.”
Kleijn: “Dat de helft van de ploeg de Tour eerder heeft gevaren scheelt wel. De zorg is: hoe gaan de nieuwe mensen zich houden, als de druk erop staat en het moeilijk wordt. De groep is wel hechter dan vorig jaar.” Vooral bij de lange offshore-races is een goede teamgeest belangrijk. Daarom zijn er bij een professioneel bureau psychologische testen gedaan. Leinders: “Om uit te vinden wat de drijfveren van iedereen zijn en hoe iemand in elkaar zit, waar je op moet letten. Die testen bleken vorig jaar erg zinvol.”
Van de dertien zeilers, inclusief navigator, maken er vier vast deel uit van de offshore-ploeg en vier van de inshore-ploeg. Zo’n viertal wordt steeds aangevuld met drie wisselende zeilers uit de rest van de groep. Het streven is een topdrie-notering in het studentenklassement. Leinders: “De concurrentie is moeilijk in te schatten, omdat de meeste ploegen jaarlijks van bezetting wisselen. Toch moet een plaats bij de eerste drie haalbaar zijn.”
De verrichtingen in de Tour zijn op de voet te volgen via de website, nieuwsbrieven en sms. Kleijn: “We willen het interactiever en multimedialer maken. Dat is ook onderdeel van het project.”
Het wordt nog wel even spannend of de boot in Duinkerken door de officiële metingen komt, vertelt schipper Suzanne Leinders. “Vorig jaar werd het roer afgekeurd omdat het te dik was.” (Foto: Thijs Klein)
Comments are closed.