Campus

De loempia’s van Nam Vo

Nam Vo (19) is ermee opgegroeid: de lekkere Vietnamese loempia’s van oma. Nadat zij stopte met haar Scheveningse loempia-kraam, bleef ze verkopen aan vrienden en familie.

Nam, op zijn beurt, plaatste af en toe bestellingen van huis- en verenigingsgenoten. Toen oma hoorde dat hij ging verhuizen naar de Balthasar van der Polweg, wilde ze dat hij ook daar haar loempia’s ging slijten.

“Het was echt een ideetje van oma, ja”, zegt Vo met een glimlach. Eén advertentie op de flatsite, twee mailtjes en een telefoontje later, zitten we in de net ingerichte studentenkamer van Nam. Gezeten op een ruim tweepersoonsbed, doet de tweedejaars werktuigbouwkunde zijn verhaal: “Ik verkocht al aan vrienden bij het Delfts Studenten Corps, mijn studentenrugbyclub en aan huisgenoten”, vertelt Vo. “Die bestelden er dan een stuk of honderd per keer en gooiden die in de vriezer.” Ideaal als snack na het stappen, weet hij. “Je hebt dan altijd zin om even wat te happen. Een lekker loempiaatje gaat er wel in.”

De loempia’s werden standaard bijbesteld bij oma zodra ze op waren. Toen oma ziek was, was er even een tekort. “Toen ze weer beter was, stuurde ik een sms’je rond waarin alleen stond ‘ze zijn er weer!’. Er waren toen natuurlijk meteen een paar gasten die een bestelling plaatsten.”
Ondanks dat Vo hier pas twee weken woont, oogt zijn nieuwe studentenkamer al geleefd en af. Uit een openliggende tas steekt verpakplastic van een sixpack bier, een elektrische gitaar staat prominent tentoongesteld en de verse was hangt aan lijntjes langs het plafond. Jammer genoeg loopt de handel hier nog niet zo goed als in zijn vorige huis aan de Oostsingel. Eigenlijk heeft tot nu toe alleen Delta op zijn advertentie gereageerd. Tekenend is dat hij zelfs nog geen proefexemplaren heeft kunnen leveren aan zijn nieuwe ganggenoot. “Onze frituurpan is helaas overleden, dus we kunnen hier niets bereiden.”
Of het idee van zijn oma succesvol wordt, is daarom nog niet te zeggen. “Ik doe maar een gooi. Misschien dat er ooit in de toekomst een aardig handeltje uit voortkomt.” Zelf zal hij daar dan trouwens geen geld van zien. “De winst gaat naar oma.”

Zo lang als Vo zich kan herinneren, geniet hij al van haar loempia’s. “We hebben een vrij grote familie en die eten ze allemaal. Oma’s loempia’s zijn een begrip”, vertelt hij. “We namen er vaak een heleboel mee naar huis als we langs waren geweest. Dan smikkelden we daar allemaal van, inclusief mijn ouders.” Tegenwoordig gaat het nog net zo. Hij ziet oma nog vaak. “Ze vraagt dan altijd of ik ‘nog wat moet hebben’ voor mijn vrienden.”
Stiekem vindt Vo de loempia’s van zijn oma het allerlekkerst, al zijn het in principe dezelfde dingen die je bij de loempiakraam koopt. “Die dunne cilindervormige loempia’s, die je eet met zoetzure saus of sambal. Dat zijn ze ja”, bevestigt Vo. Toch dringt de vraag zich op of hij na levenslange loempiaconsumptie eigenlijk niet een beetje is uitgekeken op de gefrituurde rolletjes. “Nee, toch niet”, zegt hij beslist. “Maar je moet ze natuurlijk ook niet elke avond eten.”

Zelf heeft hij trouwens ook weleens geprobeerd een loempia te draaien, maar dat is niet makkelijk. “Het recept op zich is vrij simpel, maar je moet het wel kunnen”, legt hij uit. “De truc is alles in de juiste verhouding erin te stoppen, zodat de smaak klopt. Maar moeilijker nog is het goed strak opdraaien van de loempia’s zodat ze niet uit elkaar vallen in de frituurpan.” Vo kan het wel, maar zo moeiteloos als zijn oma het doet, lukt het hem niet. Glimlachend: “In de tijd dat ik er eentje maak, maakt oma er tien!”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.